Aantal sportaccommodaties
September 2024
Definitie
De data van sportinfrastructuur in de lokale vrijetijdsmonitor 2018 en 2022 betrof de volgende veertien types van sportaccommodaties:
Atletiekpiste
Ijsschaatsbaan
Manege
Openlucht sportveld
Openlucht zwembad
Overdekt zwembad
Renbaan
Sportinfrastructuur voor paardenrennen, of een hippodroom.
Rolschaatspiste of skeelerpiste
Sportcentrum
Sportaccommodatie waar minimaal vijf openluchtsportvelden bij elkaar liggen en waarop tegelijkertijd minimum drie verschillende sporttakken kunnen beoefend worden.
Sporthal
Een overdekte ruimte waarvan de netto-sportoppervlakte groter of gelijk is aan 42m x 22m x 7m (grote sporthal) of 22m x 13m x 7m (kleine sporthal). Specifieke sporthallen zoals een tennishal of een ijsschaatsbaan worden apart opgenomen.
Sportlokaal
Een overdekte ruimte die niet kan ingedeeld worden bij de sporthallen.
Tennishal
Watersportcentrum
Openlucht-infrastructuur voor bijvoorbeeld zeilen, windsurfing, roeien, kajak, waterski, etc.
Wielerbaan
De sportaccommodaties hebben vier types van eigenaars:
Publiek
De eigenaar van de sportinfrastructuur is de gemeente, de provincie, de Vlaamse overheid of de federale overheid.
Privaat
De eigenaar van de sportinfrastructuur is een particulier.
School
De eigenaar van de sportinfrastructuur is een vrije school, een gemeenteschool, een provinciale school of een gemeenschapsschool.
Onbekend
De eigenaar van de sportinfrastructuur is onbekend.
Bron
2017: SPAKKI-databank van Sport Vlaanderen, 2021: sportinfrastructuurdatabank van Sport Vlaanderen
Leveringsperiode
2021: februari 2022, 2017: april 2018
Vergelijkbaar in tijd
Referentiejaren 2017 en 2021
Originele vraagstelling
Sport Vlaanderen verzamelt de gegevens over de sportinfrastructuren in de sportinfrastructuurdatabank. Surf daarvoor naar deze webpagina. De gegevens worden op permanente basis geactualiseerd in overleg met de lokale besturen en de burger.
Opmerkingen
In november 2022 startte Sport Vlaanderen met een nieuwe manier om sportinfrastructuur te registreren. Waar voorheen een sportcomplex slechts één keer werd geteld, wordt voortaan de hoeveelheid aan infrastructuur binnen een complex geteld. Bijvoorbeeld: een tennishal met zes velden werd vroeger één keer geteld, en nu dus zes keer. Naast tennishallen wordt die nieuwe methode ook toegepast op boulodromes, klimcomplexen, padelhallen, petanquevelden, ruiterinfrastructuur en zwemcomplexen.
Door deze nieuwe telmethode zijn de gegevens in de lokale vrijetijdsmonitor niet vergelijkbaar met de huidige gegevens in de sportinfrastructuurdatabank van Sport Vlaanderen. De reeds gepubliceerde cijfers beschrijven telkens de situatie op het einde van een jaar. Daarvoor wordt op de eerste werkdag van het daaropvolgende jaar een momentopname gemaakt van de SPAKKI-databank.
Voor de meest actuele cijfers verwijzen we door naar het kennisplatform van Sport Vlaanderen.