Overslaan en naar de inhoud gaan

Welbevinden

Mentaal welbevinden, algemene levenstevredenheid, veerkracht en toekomstvisie zijn essentiële bouwstenen voor de levenskwaliteit van kinderen en jongeren. Bij het nagaan van deze zaken moet er aandacht zijn voor verschillende factoren, zoals leeftijd, gender, sociaaleconomische status, buitenlandse herkomst, handicap, en andere. De coronapandemie en vooral de maatregelen hadden een grote impact op het mentaal welbevinden van kinderen en jongeren. Kinderen moeten beschermd worden in een publieke gezondheidscrisis, niet alleen fysiek, maar ook mentaal. Mentale gezondheid en psychosociale problemen zijn de hoofdoorzaken van slechte gezondheid en overlijden bij jongeren. De artikels uit het Kinderrechtenverdrag die hierop van toepassing zijn:

  • Artikel 3: Het belang van het kind
  • Artikel 17: Het recht op (passende) informatie bv. over mentaal welbevinden en psychologische hulp
  • Artikel 24: Het recht op gezondheid en gezondheidszorg, ook wat betreft mentaal welbevinden 

De indicatoren in dit thema vertellen ons iets meer over de situatie in Vlaanderen en Brussel met betrekking tot deze kinderrechten.

Percentage kinderen jonger dan 12 jaar dat tevreden is over het leven

We vroegen aan kinderen tussen 10 en 12 jaar in hoeverre ze akkoord gaan met de stelling “Ik ben blij met mijn leven”. Ze konden hierop antwoorden aan de hand van een 10-punt Likertschaal, gaande van ‘helemaal niet akkoord’ tot ‘helemaal akkoord’. Het percentage kinderen dat aangeeft dat ze tevreden zijn met hun leven werd berekend door de antwoordcategorieën 8 tot en met 10 samen te nemen. In 2018 gaf 85,8% van de Vlaamse kinderen tussen 10 en 12 aan dat ze tevreden zijn over het leven.   

Tabel: Verdeling van jongeren die aangeven dat ze tevreden zijn over hun leven (10-12 jaar; %) 
 

10 

Ik ben blij met mijn leven (n=2144) 

0,6% 

0,6% 

0,7% 

1,0% 

0,9% 

2,2% 

3,0% 

5,2% 

10,2% 

19,6% 

56,0% 

Bron: ISCWEB 2018 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

De verschillen in het al dan niet aangeven dat men als kind tevreden is met zijn leven zijn statistisch significant naargelang het gender van de jongeren. Zo geven jongens het meest aan tevreden te zijn met hun leven (88,3%). Dit staat tegenover meisjes die het minst aangeven dat ze tevreden zijn met hun leven (83,3%). 

Ook naar leeftijd werden er statistisch significante verschillen gevonden tussen jongeren. Zo geven kinderen van 10 jaar (83,9%) minder vaak aan dat ze tevreden zijn met hun leven dan 12-jarigen (87,7%). 

Het verschil in tevredenheid over het leven is niet statistisch significant naargelang jongeren hun herkomst.   

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet tevreden zijn over het leven (10-12 jaar, in %) 
   

Is tevreden over het leven  

Is niet tevreden over het leven  

Gender
(Cramer’s V=0,072; p<0,001) 
Jongen (n=1059) 

88,3% 

11,7% 

Meisje (n=1040) 

83,3% 

16,7% 

Leeftijd
(Cramer’s V=0,055; p=0,011) 
10 jaar (n=1078) 

83,9% 

16,1% 

12 jaar (n=1066) 

87,7% 

12,3% 

Herkomst
(Cramer’s V=0,046; p=0,074) 
Belgisch (n=1789) 

88,0% 

12,0% 

Niet-Belgisch (n=581) 

80,4% 

19,6% 

Bron: ISCWEB 2018 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

Percentage jongeren dat zich deel voelt van de samenleving

We vroegen aan jongeren tussen 12 en 17 jaar in hoeverre ze akkoord gaan met de stelling “Ik voel me buitengesloten door de samenleving”. Ze konden hierop antwoorden aan de hand van een 5-punt Likertschaal, gaande van ‘helemaal niet akkoord’ tot ‘helemaal akkoord’. Het percentage jongeren dat aangeeft dat zich deel voelt van de samenleving werd berekend door de antwoordcategorieën ‘helemaal niet akkoord’ en ‘niet akkoord’ samen te nemen. In 2023 gaf 76,1% van de Vlaamse jongeren aan zich deel te voelen van de samenleving.  

Tabel: Verdeling van jongeren die aangeven dat ze zich deel voelen van de samenleving (12-17 jaar; %) 
 

Helemaal niet akkoord 

Niet akkoord 

Tussen beide 

Akkoord  

Helemaal akkoord 

Ik voel me buitengesloten door de samenleving (n=2291)

50,6%

25,5%

18,0%

4,3%

1,6%

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen)  

 

De verschillen in het al dan niet zich deel voelen van de samenleving zijn statistisch significant naar gender. Jongens voelen zich het meest deel van de samenleving (79,9%). Meisjes (72,8%) en vooral personen met een non-binaire of andere genderidentiteit (60,0%) voelen zich minder deel van de samenleving.  

Jongeren met een handicap geven aan dat zij zich ook minder deel voelen van de samenleving. Er is een verschil van meer dan 25 procentpunten tussen jongeren met (52,2%) en jongeren zonder (77,6%) een handicap.  

Ook herkomst heeft een statistisch significant effect op het al dan niet zich deel voelen van de samenleving. Zo voelen Belgische jongeren (77,6%) zich meer deel van de samenleving dan zowel Europese als niet-Europese niet-Belgische jongeren (74,1%; 70,7%). 

Het verschil in het al dan niet zich deel voelen van de samenleving is niet statistisch significant naargelang de leeftijd van jongeren of naargelang ze in een grootstad wonen of niet.  

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich deel van de samenleving te voelen (12-17 jaar, in %) 
   

Deel voelen van de samenleving 

Geen deel voelen van de samenleving 

Gender
(Cramer’s V=0,093; p<0,001) 
Man/Jongen (n=1117) 

79,9% 

20,1% 

Vrouw/Meisje (n=1145) 

72,8% 

27,2% 

Non-binair en andere (n=30) 

60,0% 

40,0% 

Leeftijd
(Cramer’s V=0,026; p=0,449) 
12-13 jaar (n= 582) 

74,4% 

25,6% 

14-15 jaar (n=876) 

77,3% 

22,7% 

16-17 jaar (n=834) 

76,0% 

24,0% 

Handicap
(Cramer’s V=0,14; 
p=<0,001) 
Geen handicap (n=2153) 

77,6% 

22,4% 

Handicap (n=138) 

52,2% 

47,8% 

Herkomst
(Cramer’s V=0,064; p=0,010) 
Belgisch (n=1701) 

77,6% 

22,4% 

Niet-Belgisch EU (n=158) 

74,1% 

25,9% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=427) 

70,7% 

29,3% 

Verstedelijking
(Cramer’s V=0,011; p=0,585) 
Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=433) 

75,0% 

25,0% 

Vlaanderen – geen grootstad (n=1912) 

76,3% 

23,7% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

Percentage jongeren dat zich goed in zijn vel voelt

We vroegen aan jongeren tussen 12 en 17 jaar hoe vaak ze zich de afgelopen vier weken goed voelden. Ze konden hierop antwoorden aan de hand van een Likertschaal met volgende antwoordopties: 'heel zelden of nooit', 'zelden', 'soms', 'vaak' en 'heel vaak of altijd'. Het percentage jongeren dat zich goed in zijn vel voelt werd berekend door de antwoordcategorieën 'vaak' en 'heel vaak of altijd' op te tellen. In 2023 gaf 68,8%% van de Vlaamse jongeren (12-17 jaar) aan zich goed in zijn vel te voelen.    

Tabel: Verdeling van jongeren die zich goed in hun vel voelen (12-17 jaar; %) 
 

Heel zelden of nooit 

Zelden 

Soms 

Vaak 

Heel vaak of altijd 

Ik voelde mij de afgelopen vier weken goed (N=2483) 

1,2% 

4,0% 

25,9% 

54,2% 

14,6% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

De verschillen in het al dan niet ervaren van voldoende vrije tijd zijn statistisch significant naargelang gender en handicap. Zo geven drie vierde van de jongens aan zich goed te voelen in de afgelopen vier weken (76,4%) tegenover net geen twee derde van de meisjes (61,6%) en de helft van de jongeren met een non-binaire of andere genderidentiteit (52,9%). Verder geven 7 op de 10 jongeren zonder handicap aan zich goed te voelen in de afgelopen vier weken tegenover 5 op 10 jongeren met een handicap (70,1% tegenover 49,0%).  

De verschillen in het zich al dan niet goed voelen in de afgelopen vier weken zijn niet significant naargelang leeftijd, herkomst en verstedelijking. 

Tabel: Sociale verschillen in het zich goed voelen de afgelopen vier weken (12-17 jaar; in %) 
   

Voelde zich goed 

Voelde zich niet goed  

Gender                           
(Cramer’s V=0,164; p<0,001) 
Man/Jongen (n=1238) 

76,4% 

23,6% 

Vrouw/Meisje (n=1211) 

61,6% 

38,4% 

Non-binair en andere (n=34) 

52,9% 

47,1% 

Leeftijd
(Cramer’s V=0,039; p=0,157) 
12-13 jaar (n= 644) 

71,6% 

28,4% 

14-15 jaar (n=965) 

67,0% 

33,0% 

16-17 jaar (n=875) 

68,8% 

31,2% 

Handicap                     
(Cramer’s V=0,106; p<0,001) 
Geen handicap (n=2340) 

70,1% 

29,9% 

Handicap (n=143) 

49,0% 

51,0% 

Herkomst
(Cramer’s V=0,042; p=0,109) 
Belgisch (n=1793) 

70,0% 

30,0% 

Niet-Belgisch EU (n=177) 

65,5% 

34,4% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=485) 

65,6% 

34,4% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,004; p=0,829) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2049) 

69,0% 

31,0% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=434) 

68,4% 

31,6% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen)