Overslaan en naar de inhoud gaan

Geweld tegen kinderen

Alle kinderen hebben recht op bescherming tegen elke vorm van geweld. De artikels uit het Kinderrechtenverdrag die hierop van toepassing zijn:

  • Artikel 19: Het recht van het kind op bescherming tegen alle vormen van geweld, verwaarlozing of misbruik
  • Artikel 24.3: Staten hebben de verantwoordelijkheid om doeltreffende en passende maatregelen te nemen tegen schadelijke praktijken
  • Artikel 34: Het recht van het kind op bescherming tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik 
  • Artikel 35: Het recht van het kind op bescherming tegen kinderhandel en ontvoering 
  • Artikel 36: Het recht van het kind op bescherming tegen alle andere vormen van uitbuiting

De indicatoren in dit thema vertellen ons iets meer over de situatie in Vlaanderen en Brussel met betrekking tot deze kinderrechten.

Percentage jongeren dat de voorbije 12 maanden fysiek geweld heeft ervaren

We vroegen aan jongeren tussen 12 en 17 jaar of ze de voorbije 12 maanden in elkaar geslagen werden zodat ze verwondingen hadden. In 2023 gaf 1,9% van de Vlaamse jongeren (12-17 jaar) aan in de afgelopen 12 maanden in elkaar geslagen te zijn geweest met verwondingen als gevolg.  

Tabel: Verdeling van jongeren die fysiek geweld ervaarden in de afgelopen 12 maanden (12-17 jaar; %) 
 

Fysiek geweld ervaren 

Geen fysiek geweld ervaren 

Ik werd in elkaar geslagen zodat ik verwondingen had (N=2308) 

1,9% 

98,1% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

De verschillen in het al dan niet ervaren van fysiek geweld met verwondingen als gevolg in de afgelopen 12 maanden verschilt enkel statistisch significant naargelang het al dan niet hebben van een handicap. Zo hebben jongeren met een handicap meer dan twee keer zo veel fysiek geweld met verwondingen als gevolge ervaren dan jongeren zonder handicap (4,3% tegenover 1,8%). 

Jongeren uit de grootstad geven dit dubbel zo vaak aan dan jongeren in de rest van Vlaanderen (3,1% tegenover 1,6%), maar dit verschil is niet statistisch significant. Hetzelfde geldt voor de (kleine) verschillen die er te zien zijn voor het ervaren van fysiek geweld naargelang gender, leeftijd en herkomst. 

Tabel: Sociale verschillen in het ervaren van fysiek geweld de afgelopen 12 maanden (12-17 jaar; in %) 
   

Fysiek geweld ervaren 

Geen fysiek geweld ervaren 

Gender                           
(Cramer’s V=0,015; p=0,781) 
Man/Jongen (n=1123) 

2,0% 

98,0% 

Vrouw/Meisje (n=1152) 

1,7% 

98,3% 

Non-binair en andere (n=34) 

2,9% 

97,1% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,034; p=0,225) 
12-13 jaar (n=592) 

2,5% 

97,5% 

14-15 jaar (n=886) 

1,4% 

98,6% 

16-17 jaar (n=829) 

1,9% 

98,1% 

Handicap                     
(Cramer’s V=0,044; p=0,035) 
Geen handicap (n=2168) 

1,8% 

98,2% 

Handicap (n=141) 

4,3% 

95,7% 

Herkomst                     
(Cramer’s V=0,022; p=0,575) 
Belgisch (n=1690) 

1,7% 

98,3% 

Niet-Belgisch EU (n=168) 

1,8% 

98,2% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=445) 

2,5% 

97,5% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,040; p=0,052) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=1918) 

1,6% 

98,4% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=390) 

3,1% 

96,9% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

Percentage jongeren dat in de afgelopen 12 maanden discriminatie heeft ondervonden

We vroegen aan jongeren tussen 12 en 17 jaar om aan te geven of ze zich de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd of slecht behandeld hebben gevoeld. Ze konden deze vraag beantwoorden met ‘ja’ of ‘nee’. In 2023 geeft 19,3% van de jongeren (12-17 jaar) aan zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld te hebben.  

Tabel: Verdeling van jongeren die zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd of slecht behandeld voelden (12-17 jaar; %)
 

Ja 

Nee 

Ik heb mij in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld (N=2528) 

19,3% 

80,7% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

De verschillen in het al dan niet ondervinden van discriminatie blijken statistisch significant naargelang alle achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd, het al dan niet hebben van een handicap en herkomst), behalve naargelang verstedelijking. 

Zo voelde ongeveer één op drie jongeren met een non-binaire of andere genderidentiteit zich gediscrimineerd de afgelopen 12 maanden (30,6%), tegenover één vierde van de meisjes (24,5%) en ongeveer één op zes van de jongens (13,9%). 

Hoe ouder de jongeren, hoe vaker ze aangeven discriminatie ondervonden te hebben in de afgelopen 12 maanden, respectievelijk 21,2% van de 16-17 jarigen, 20,5% van de 13-15 jarigen en 15,0% van de 12-13 jarigen.  

Jongeren met een handicap ervaarden in de afgelopen 12 maanden dubbel zo veel discriminatie dan zij zonder handicap (39,0% tegenover 18,1%).  

Jongeren met een Belgische afkomst ervaarden het minst discriminatie (17,2%). Eén vierde van de jongeren met een niet-Belgische herkomst binnen de EU (22,4%) en bijna één derde jongeren van de jongeren met een niet-Belgische herkomst buiten de EU (27,4%) gaven aan discriminatie ervaren te hebben. 

Jongeren in de grootstad geven iets vaker aan zich gediscrimineerd te voelen dan jongeren in de rest van Vlaanderen (21,8% tegenover 18,8%), maar dit verschil is niet statistisch significant.  

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden (12-17 jaar; in %) 
   

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Gender                          
(Cramer’s V=0,138; p<0,001) 
Man/Jongen (n=1268) 

13,9% 

86,1% 

Vrouw/Meisje (n=1223) 

24,5% 

75,5% 

Non-binair en andere (n=36) 

30,6% 

69,4% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,065; p=0,005) 
12-13 jaar (n= 660) 

15,0% 

85,0% 

13-15 jaar (n=977) 

20,5% 

79,5% 

16-17 jaar (n=892) 

21,2% 

78,8% 

Handicap                    
(Cramer’s V=0,124; p<0,001) 
Geen handicap (n=2383) 

18,1% 

81,9% 

Handicap (n=146) 

39,0% 

61,0% 

Herkomst                     
(Cramer’s V= 0,103; p<0,001) 
Belgisch (n=1804) 

17,2% 

82,8% 

Niet-Belgisch EU (n=183) 

22,4% 

77,6% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=496) 

27,4% 

72,6% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,029; p=0,142 ) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2083) 

18,8% 

81,2% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445) 

21,8% 

78,2% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

Percentage jongeren dat in de afgelopen 12 maanden discriminatie heeft ondervonden op basis van een bepaald kenmerk

We vroegen aan jongeren tussen 12 en 17 jaar op basis van welk(e) kenmerk(en) ze zich de 12 maanden gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben. Hierbij konden ze kiezen uit: 

  1. etnische en culturele afkomst
  2. geslacht, gender of genderidentiteit
  3. geloof
  4. huidskleur
  5. seksuele voorkeur
  6. taal
  7. handicap
  8. leeftijd
  9. hoe veel geld je hebt
  10. politieke overtuiging

Meerdere antwoorden op de vraag waren mogelijk. Jongeren (12-17 jaar) geven in 2023 aan zich het vaakst gediscrimineerd te voelen op basis van hun huidskleur (3,3%), respectievelijk gevolgd door hun leeftijd (3,1%), culturele of etnische afkomst (3,0%), taal (2,6%), geslacht, gender of genderidentiteit (2,5%), geloof (2,1%), seksuele voorkeur (1,9%), hoe veel geld ze hebben (1,7%), handicap of ziekte (0,9%) en politieke overtuiging (0,6%).  

Op het eerste zicht lijken deze percentages niet ver uit elkaar te liggen, maar wanneer gekeken wordt naar de mate waarin jongeren zich gediscrimineerd voelen op basis van een bepaald kenmerk binnenin de groep jongeren die zich gediscrimineerd voelde de afgelopen 12 maanden is kansverhouding wel groter. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de meeste jongeren die zich gediscrimineerd voelden, zich gediscrimineerd voelden op basis van hun huidskleur (16,9%) en het minst op basis van hun politieke overtuiging (3,3%). Dat wil zeggen dat er vijf keer meer jongeren zijn die zich gediscrimineerd voelen op basis van hun huidskleur dan op basis van hun politieke overtuiging. 

Tabel: Verdeling van jongeren die zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd of slecht behandeld voelden op basis van een bepaald kenmerk (12-17 jaar; %) 
 

Jongeren algemeen 

(N=2528) 

Jongeren die zich de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd voelden (N=488) 

 

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Culturele of etnische afkomst 

3,0% 

97,0% 

15,5% 

Geloof 

2,1% 

97,9% 

10,7% 

Geslacht, gender of genderidentiteit 

2,5% 

97,5% 

12,8% 

Huidskleur 

3,3% 

96,7% 

16,9% 

Seksuele voorkeur 

1,9% 

98,1% 

9,8% 

Taal 

2,6% 

97,4% 

13,2% 

Handicap of ziekte 

0,9% 

99,1% 

4,7% 

Leeftijd 

3,1% 

96,9% 

16,1% 

Hoeveel geld je hebt 

1,7% 

98,3% 

8,6% 

Politieke overtuiging 

0,6% 

99,4% 

3,3% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

Per discriminatiegrond wordt gekeken of er verschillen terug te vinden zijn naargelang vijf verschillende demografische factoren (gender, leeftijd, handicap, herkomst en verstedelijking):

  1. etnische en culturele afkomst
  2. geslacht, gender of genderidentiteit
  3. geloof
  4. huidskleur
  5. seksuele voorkeur
  6. taal
  7. handicap
  8. leeftijd
  9. hoe veel geld je hebt
  10. politieke overtuiging 

Etnische en culturele afkomst

Ten eerste blijkt dat jongeren statistisch significant verschillen in het ervaren van discriminatie op basis van hun etnische of culturele afkomst naargelang geslacht, leeftijd, herkomst en verstedelijking. Zo blijkt dat meisjes dit het vaakst ervaren (3,9%), gevolgd door jongeren met een non-binaire en andere genderidentiteit (2,8%) en jongens (2,1%). Jongeren van 16 tot en met 17 jaar ervaren dit het vaakst (4,7%), gevolgd door 13-15-jarigen (2,8%) en 12-13-jarigen (0,9%). Jongeren met een niet-Belgische herkomst buiten de EU ervaren dit dubbel zo vaak dan jongeren met een niet-Belgische herkomst binnen de EU (10,5% tegenover 4,9%). Jongeren met een Belgische herkomst ervaren dit in slechts 0,8% van de gevallen. Verder ervaren jongeren in de grootstedelijke context dit drie keer zoveel als jongeren in de niet-grootstedelijke context (6,3% tegenover 2,3%). Er zijn geen statistisch significante verschillen vastgesteld hiervoor naargelang het al dan niet hebben van een handicap. 

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang etnische of culturele afkomst  (12-17 jaar; in %) 
   

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Gender                          
(Cramer’s V=0,055; p=0,022) 
Man/Jongen (n=1268) 

2,1% 

97,9% 

Vrouw/Meisje (n=1223) 

3,9% 

96,1% 

Non-binair en andere (n=36) 

2,8% 

97,2% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,087; p<0,001) 
12-13 jaar (n= 660) 

0,9% 

99,1% 

13-15 jaar (n=976) 

2,8% 

97,2% 

16-17 jaar (n=891) 

4,7% 

95,3% 

Handicap                    
(Cramer’s V=0,016; p=0,421) 
Geen handicap (n=2383) 

2,9% 

97,1% 

Handicap (n=146) 

4,1% 

95,9% 

Herkomst                     
(Cramer’s V=0,224; p<0,001) 
Belgisch (n= 1804) 

0.8% 

99,2% 

Niet-Belgisch EU (n= 183) 

4,9% 

95,1% 

Niet-Belgisch niet-EU (n= 496) 

10,5% 

89,5% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,091; p<0,001) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053) 

2,3% 

93,7% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445) 

6,3% 

97,7% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

Geslacht, gender of genderidentiteit

Ten tweede verschillen jongeren statistisch significant in het ervaren van discriminatie op basis van hun geslacht, gender of genderidentiteit naargelang gender, handicap en verstedelijking. Een tiende van de jongeren met een non-binaire of andere genderidentiteit geven aan dit te hebben ervaren (10,8%), tegenover telkens minder dan een op twintig meisjes en jongens (3,7% en 1,0%). Jongeren met een handicap ervaren dit drie keer zoveel als jongeren zonder handicap (6,8% tegenover 2,2%). Verder ervaren jongeren in de grootstad dit dubbel zoveel als jongeren in de niet-grootstedelijke context (4,3% tegenover 2,1%). Er zijn geen statistisch significante verschillen vastgesteld hiervoor naargelang de leeftijd en de herkomst van de jongeren.  

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang geslacht, gender of genderidentiteit  (12-17 jaar; in %) 

  

  

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Gender                          
(Cramer’s V=0,108; p<0,001) 
Man/Jongen (n=1268) 

1,0% 

99,0% 

Vrouw/Meisje (n=1223) 

3,7% 

69,3% 

Non-binair en andere (n=36) 

10,8% 

89,2% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,033; p=0,248) 
12-13 jaar (n=660) 

1,7% 

98,3% 

13-15 jaar (n=977) 

3,0% 

97,0% 

16-17 jaar (n=891) 

2,5% 

97,5% 

Handicap                    
(Cramer’s V=0,070; p<0,001) 
Geen handicap (n=2382) 

2,2% 

97,8% 

Handicap (n=146) 

6,8% 

93,2% 

Herkomst                     
(Cramer’s V=0,025; p=0,456) 
Belgisch (n=1804) 

2,3% 

97,7% 

Niet-Belgisch EU (n=183) 

3,8% 

69,2% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=469) 

2,6% 

97,4% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,054; p=0,006) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053) 

2,1% 

97,9% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445) 

4,3% 

95,7% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

Geloof

Ten derde verschillen jongeren statistisch significant in het ervaren van discriminatie op basis van geloof naargelang gender, herkomst en verstedelijking. Jongeren met een non-binaire of andere genderidentiteit (5,6%) ervaren dit bijna twee keer zoveel als meisjes (2,9%) en bijna zes keer zoveel als jongens (1,2%). Jongeren met een niet-Belgische herkomst buiten de EU (6,5%) ervaren dit twee keer zoveel als jongeren met een niet-Belgische herkomst binnen de EU (2,7%) en bijna zes keer zoveel als jongeren met een Belgische herkomst (0,9%). Verder ervaren jongeren in de grootstad dit bijna vijf keer zoveel als jongeren in de rest van Vlaanderen (4,9% tegenover 1,4%). Er zijn geen statistisch significante verschillen vastgesteld hiervoor naargelang de leeftijd van jongeren en het al dan niet hebben van een handicap. 

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang geloof  (12-17 jaar; in %) 

  

  

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Gender                          
(Cramer’s V=0,066; p=0,004) 
Man/Jongen (n=1268) 

1,2% 

98,8% 

Vrouw/Meisje (n=1223) 

2,9% 

97,1% 

Non-binair en andere (n=36) 

5,6% 

94,4% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,036; p= 0,195) 
12-13 jaar (n= 660) 

1,20% 

98,80% 

13-15 jaar (n=977) 

2,30% 

97,70% 

16-17 jaar (n=891) 

2,50% 

97,50% 

Handicap                   
(Cramer’s V=0,0125; p=0,540) 
Geen handicap (n= xxx) 

2,0% 

98,0% 

Handicap (n= xxx) 

2,8% 

97,2% 

Herkomst                     
(Cramer’s V=0,153; p<0,001) 
Belgisch (n=1804) 

0,9% 

99,1% 

Niet-Belgisch EU (n=183) 

2,7% 

97,3% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=469) 

6,5% 

93,5% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,094; p<0,001) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053) 

1,4% 

98,6% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445) 

4,9% 

95,1% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

Huidskleur

Ten vierde verschillen jongeren statistisch significant in het ervaren van discriminatie op basis van huidskleur naargelang hun herkomst. Jongeren met een niet-Belgische herkomst buiten de EU ervaren dit in meer dan 10 procent van de gevallen terwijl jongeren met een niet-Belgische herkomst binnen de EU en jongeren met een Belgische herkomst dit telkens in ongeveer 1 procent van de gevallen ervaren (13,1% tegenover 1,6% en 0,8%). Er zijn geen statistisch significante verschillen vastgesteld hiervoor naargelang gender, leeftijd, het al dan niet hebben van een handicap en verstedelijking.  

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang huidskleur  (12-17 jaar; in %) 

  

  

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Gender                          
(Cramer’s V=0,045; p=0,076) 
Man/Jongen (n=1268) 

2,6% 

97,4% 

Vrouw/Meisje (n=1223) 

4,0% 

96,0% 

Non-binair en andere (n=36) 

0,0% 

100,0% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,031; p=0,287) 
12-13 jaar (n=661) 

2,9% 

97,1% 

13-15 jaar (n=977) 

2,9% 

97,1% 

16-17 jaar (n=891) 

4,0% 

96,0% 

Handicap                    
(Cramer’s V=0,007; p=0,734) 
Geen handicap (n=2383) 

3,3% 

96,7% 

Handicap (n=145) 

2,8% 

97,2% 

Herkomst                     
(Cramer’s V=0,275; p<0,001) 
Belgisch (n=1804) 

0,8% 

99,2% 

Niet-Belgisch EU (n=183) 

1,6% 

98,4% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=469) 

13,1% 

86,9% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,015; p=0,449) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053) 

3,1% 

96,9% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445) 

3,8% 

96,2% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

Seksuele voorkeur

Ten vijfde verschillen jongeren statistisch significant in het ervaren van discriminatie op basis van seksuele voorkeur naargelang gender en het al dan niet hebben van een handicap. Jongeren met een non-binaire of andere genderidentiteit ervaren dit het vaakst (13,9%), gevolgd door meisjes (2,4%) en jongens (1,0%). Jongeren met een handicap ervaren dit meer dan vijf keer zoveel als jongeren zonder handicap (8,3% tegenover 1,5%). Er zijn geen statistisch significante verschillen vastgesteld hiervoor naargelang leeftijd, herkomst en verstedelijking.  

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang seksuele voorkeur  (12-17 jaar; in %) 

  

  

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Gender                          
(Cramer’s V=0,118; p<0,001) 
Man/Jongen (n=1268) 

1,0% 

99,0% 

Vrouw/Meisje (n=1223) 

2,4% 

97,6% 

Non-binair en andere (n=36) 

13,9% 

86,1% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,045; p=0,074) 
12-13 jaar (n=661) 

0,9% 

99,1% 

13-15 jaar (n=977) 

2,1% 

97,9% 

16-17 jaar (n=891) 

2,5% 

97,5% 

Handicap                    
(Cramer's V=0,115; p<0,001) 
Geen handicap (n=2383) 

1,5% 

98,5% 

Handicap (n=145) 

8,3% 

91,7% 

Herkomst                     
(Cramer’s V=0,049; p=0,053) 
Belgisch (n=1804) 

1,8% 

98,2% 

Niet-Belgisch EU (n=183) 

4,3% 

95,7% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=469) 

1,6% 

98,4% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,012; p=0,553) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053) 

1,8% 

98,2% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445) 

2,2% 

97,8% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

Taal

Ten zesde verschillen jongeren statistisch significant in het ervaren van discriminatie op basis van taal naargelang het al dan niet hebben van een handicap en hun herkomst. Jongeren met een handicap ervaren dit dubbel zoveel als jongeren zonder handicap (5,5% tegenover 2,4%). Jongeren met niet-Belgische herkomst buiten de EU ervaren dit het vaakst (6,3%), gevolgd door jongeren met een niet-Belgische herkomst binnen de EU (3,3%) en jongeren met een Belgische herkomst (1,5%). Er zijn geen statistisch significante verschillen vastgesteld hiervoor naargelang gender, leeftijd en verstedelijking. 

 

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang taal  (12-17 jaar; in %) 

  

  

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Gender                          
(Cramer’s V=0,036; p=0,195) 
Man/Jongen (n=1268) 

2,1% 

97,9% 

Vrouw/Meisje (n=1223) 

2,9% 

97,1% 

Non-binair en andere (n=36) 

5,4% 

94,6% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,028; p=0,384) 
12-13 jaar (n=661) 

2,3% 

97,7% 

13-15 jaar (n=977) 

3,1% 

96,9% 

16-17 jaar (n=891) 

2,1% 

97,9% 

Handicap                    
(Cramer’s V=0,046; p=0,022) 
Geen handicap (n=2383) 

2,4% 

97,6% 

Handicap (n=145) 

5,5% 

94,5% 

Herkomst                     
(Cramer’s V=0,120; p p<0,001) 
Belgisch (n=1804) 

1,5% 

98,5% 

Niet-Belgisch EU (n=183) 

3,3% 

96,7% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=469) 

6,3% 

93,7% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,023; p=0,240) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053) 

2,4% 

97,6% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445) 

3,4% 

96,6% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

Handicap

Ten zevende verschillen jongeren statistisch significant in het ervaren van discriminatie op basis van handicap of ziekte naargelang het al dan niet hebben van een handicap. Jongeren met een handicap ervaren dit in bijna 10 procent van de gevallen (8,3%), terwijl jongeren zonder handicap dit in minder dan 1 procent van de gevallen ervaren (0,5%). Er zijn geen statistisch significante verschillen vastgesteld hiervoor naargelang gender, leeftijd, herkomst en verstedelijking.  

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang handicap  (12-17 jaar; in %)

  

  

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Gender                          
(Cramer’s V=0,038; p=0,164) 
Man/Jongen (n=1268) 

1,3% 

98,7% 

Vrouw/Meisje (n=1223) 

0,6% 

99,4% 

Non-binair en andere (n=36) 

0,0% 

100,0% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,032; p= 0,264) 
12-13 jaar (n=661) 

0,9% 

99,1% 

13-15 jaar (n=977) 

0,6% 

99,4% 

16-17 jaar (n=891) 

1,3% 

98,7% 

Handicap                    
(Cramer’s V=0,191; p<0,001) 
Geen handicap (n=2383) 

0,5% 

99,5% 

Handicap (n=146) 

8,3% 

91,7% 

Herkomst                     
(Cramer’s V=0,035; p=0,220) 
Belgisch (n=1804) 

0,9% 

99,1% 

Niet-Belgisch EU (n=183) 

0,0% 

100,0% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=469) 

1,4% 

98,6% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,011; p=0,564) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053) 

1,0% 

99,0% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445) 

0,7% 

99,3% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

Leeftijd

Ten achtste verschillen jongeren statistisch significant in het ervaren van discriminatie op basis van leeftijd naargelang hun gender en het al dan niet hebben van een handicap. Meisjes geven dit meer dan dubbel zoveel aan als jongens (4,5% tegenover 1,8%). Geen van de jongeren met een non-binaire of andere genderidentiteit geeft aan gediscrimineerd te zijn op basis van leeftijd. Verder geven ongeveer dubbel zoveel jongeren met een handicap aan dit te ervaren als jongeren zonder handicap (6,2% tegenover 2,9%). Er zijn geen statistisch significante verschillen vastgesteld hiervoor naargelang leeftijd. herkomst en verstedelijking. 

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang leeftijd  (12-17 jaar; in %)

 

 

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld

Gender                          
(Cramer’s V=0,080; p<0,001)
Man/Jongen (n=1268)

1,8%

98,2%

Vrouw/Meisje (n=1223)

4,5%

95,5%

Non-binair en andere (n=36)

0,0%

100,0%

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,046; p= 0,066)
12-13 jaar (n=661)

2,3%

97,7%

13-15 jaar (n=977)

2,7%

97,3%

16-17 jaar (n=891)

4,2%

95, 8%

Handicap                    
(Cramer’s V=0,043; p=0,030)
Geen handicap (n=2383)

2,9%

97,1%

Handicap (n=145)

6,2%

93,8%

Herkomst                     
(Cramer’s V=0,030; p=0,320 )
Belgisch (n=1804)

2,8%

97,2%

Niet-Belgisch EU (n=183)

4,4%

95,6%

Niet-Belgisch niet-EU (n=469)

3,8%

96,9%

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,012; p=0,530)
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053)

3,0%

97,0%

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445)

3,6%

96,4%

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

Hoeveel geld je hebt

Ten negende verschillen jongeren statistisch significant in het ervaren van discriminatie op basis van hoe veel geld ze hebben naargelang hun gender en het al dan niet hebben van een handicap. Jongeren met een non-binaire of andere genderidentiteit ervaren dit het vaakst (5,6%), gevolgd door meisjes (2,0%) en jongens (1,1%). Jongeren met een handicap ervaren dit dan weer drie keer zoveel als jongeren zonder handicap (4,8% tegenover 1,5%). Er zijn geen statistisch significante verschillen vastgesteld hiervoor naargelang leeftijd, herkomst en verstedelijking. 

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang hoe veel geld je hebt  (12-17 jaar; in %)

 

 

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld

Gender                          
(Cramer’s V=0,053; p=0,030)
Man/Jongen (n=1268)

1,1%

98,9%

Vrouw/Meisje (n=1223)

2,0%

98,0%

Non-binair en andere (n=36)

5,6%

94,4%

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,042; p=0,113)
12-13 jaar (n=661)

0,8%

99,2%

13-15 jaar (n=977)

2,0%

98,0%

16-17 jaar (n=891)

1,8%

98,2%

Handicap                    
(Cramer’s V=0,061; p=0,002)
Geen handicap (n=2383)

1,5%

98,5%

Handicap (n=145)

4,8%

95,2%

Herkomst                     
(Cramer’s V=0,022; p=0,534)
Belgisch (n=1804)

1,5%

98,5%

Niet-Belgisch EU (n=183)

1,6%

98,4%

Niet-Belgisch niet-EU (n=469)

2,2%

97,8%

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,037; p=0,060)
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053)

1,4%

98,6%

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445)

2,7%

97,4%

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen)

 

Politieke overtuiging

Ten tiende zijn er geen statistisch significante verschillen gevonden in het ervaren van discriminatie op basis van hun politieke overtuiging naargelang de vijf bevraagde demografische factoren.

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang politieke overtuiging  (12-17 jaar; in %)

 

 

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld

Gender                          
(Cramer’s V=0,010; p=0,888)
Man/Jongen (n=1268)

0,6%

99,4%

Vrouw/Meisje (n=1223)

0,7%

99,3%

Non-binair en andere (n=36)

0,0%

100,0%

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,044; p=0,087)
12-13 jaar (n=661)

0,2%

99,8%

13-15 jaar (n=977)

1,0%

99,0%

16-17 jaar (n=891)

0,6%

99,4%

Handicap                    
(Cramer’s V=0,002; p=0,935)
Geen handicap (n=2382)

0,6%

99,4%

Handicap (n=145)

0,7%

99,3%

Herkomst                     
(Cramer’s V=0,010; p=0,876)
Belgisch (n=1803)

0,6%

99,4%

Niet-Belgisch EU (n=184)

0,5%

99,5%

Niet-Belgisch niet-EU (n=469)

0,8%

99,2%

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0,016; p=0,436 )
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053)

0,6%

99,4%

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445)

0,9%

99,1%

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen)

Percentage jongeren dat hulp zoekt na een slachtofferervaring

 

Aan de jongeren tussen 12 en 17 jaar die aangaven dat ze in de afgelopen 12 maanden slachtoffer werden, vroegen we of ze na hun meest recente slachtofferervaring hulp of advies gevraagd hebben aan een persoon of organisatie. Deze vraag konden ze beantwoorden met 'ja', 'nee, ik vond dat niet nodig', 'nee, ik wilde wel hulp of advies, maar heb dat uiteindelijk niet gevraagd' en 'nee, nog niet, maar ik zou dat wel nog graag doen'. 

In 2023 gaven bijna 7 op 10 van de jongeren die slachtoffer werden in de afgelopen 12 maanden aan dat ze het niet nodig vonden om hulp of advies te vragen na hun laatste slachtofferervaring (69,3%). Bijna 2 op 10 van hen heeft wel hulp of advies gezocht na hun laatste slachtofferervaring (18,6%). Verder gaven telkens minder dan 1 op 10 slachtoffers aan dat ze wel hulp of advies wilden, maar dat uiteindelijk niet gevraagd hebben of dat ze nog geen hulp of advies vroegen, maar dat wel nog graag zouden doen (respectievelijk 7,4% en 4,6%). 

Tabel: Verdeling van jongeren die slachtoffer werden en hulp of advies zochten na de laatste slachtofferervaring (12-17 jaar; %)
 
 

Ja

Nee, ik vond dat niet nodig

Nee, ik wilde wel graag, maar heb dat uiteindelijk niet gevraagd

Nee, nog niet, maar ik zou dat wel nog graag doen

Na de laatste slachtofferervaring hulp of advies gevraagd aan een persoon of organisatie (N=1205)

18,6%

69,3%

7,4%

4,6%

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen)

 

De sociale verschillen in het al dan niet hulp of advies vragen na de laatste slachtofferervaring zijn statistisch significant naargelang gender, leeftijd en herkomst. Zo blijkt dat de meisjes die slachtofferschap ervaren statistisch significant vaker hulp of advies zochten na hun laatste slachtofferervaring dan slachtoffers met een non-binaire of andere genderidentiteit en jongens die slachtoffer werden (respectievelijk 21,2%, 18,8% en 15,5%). Verder zochten slachtoffers uit de oudste leeftijdscategorie statistisch significant minder vaak hulp of advies na hun laatste slachtofferervaring dan slachtoffers uit de twee jongere leeftijdscategorieën (respectievelijk 15,2%, 19,9% en 22,4%). Slachtoffers met een Belgische herkomst zochten statistisch significant het vaakst hulp of advies na hun laatste slachtofferervaring (20,6%), gevolgd door slachtoffers met een niet-Belgische achtergrond van buiten de EU (13,0%) en jongeren met een niet-Belgische achtergrond van binnen de EU (12,2%).

Slachtoffers in de rest van Vlaanderen vroegen net iets meer hulp of advies na hun laatste slachtofferervaring dan slachtoffers in de grootstad (18,8% tegenover 17,4%). Het verschil tussen beide is echter niet statistisch significant. Verder hebben een vierde van de slachtoffers met een handicap hulp of advies gevraagd na hun laatste slachtofferervaring (26,3%) tegenover ongeveer een vijfde van de slachtoffers zonder handicap (18,1%). Ook hier is het verschil tussen beide echter niet statistisch significant. 

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet vragen van hulp of advies na de laatste slachtofferervaring (12-17 jaar; in %)
   

Hulp of advies gevraagd

Geen hulp of advies gevraagd

Gender                          
(Cramer’s V=0,072; p=0,046)
Man/Jongen (n=528)

15,5%

84,5%

Vrouw/Meisje (n=661)

21,2%

78,8%

Non-binair en andere (n=16)

18,8%

81,3%

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0,073; p=0,039)
12-13 jaar (n=250)

22,4%

77,6%

14-15 jaar (n=487)

19,9%

80,1%

16-17 jaar (n=467)

15,2%

84,8%

Handicap                    
(Cramer’s V=0,052; p=0,069)
Geen handicap (n=1124)

18,1%

81,9%

Handicap (n=80)

26,3%

73,8%

Herkomst                     
(Cramer’s V=0,087; p=0,011)
Belgisch (n=1690)

20,6%

79,4%

Niet-Belgisch EU (n=168)

12,2%

87,8%

Niet Belgisch niet-EU (n=445)

13,0%

87,0%

Verstedelijking        
(Cramer’s V=0,014; p=0,639)
Vlaanderen - geen grootstad (n=1004)

18,8%

81,2%

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=201)

17,4%

82,6%

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen)