Met aangepaste methodieken kan je studenten laten nadenken (of dromen) over verschillende toekomsten (envisioning). Dit kan al via een eenvoudige brainstorm, maar er zijn ook meer complexe werkvormen zoals horizon scanning, scenarioplanning, 4 horizons en het futures wheel. Meer uitleg hierover en nog andere suggesties vind je in de toolbox met werkvormen.
Je hoeft je bij toekomstdenken niet te beperken tot realistische en/of gewenste scenario’s. Soms kan het ook heel leerrijk zijn om te bedenken wat je absoluut niet wil en hoe je een dergelijk doemscenario kan vermijden.
Wanneer je een bepaald toekomstbeeld voor ogen houdt, kan je vervolgens gaan nadenken over de (tussen)stappen die moeten gezet worden om daar te komen (backcasting). Wat moeten we bijv. vandaag, volgend jaar, tegen het einde van het decennium … doen wanneer we tegen 2050 als regio klimaatneutraal willen zijn? Welke stappen kunnen gezet worden in de voedingsindustrie, landbouw, transportsector, bouw enzovoort? Dit is meteen een heel groot en complex probleem, maar je kan ook toekomstdenken over kleinere uitdagingen. Wat als ik over een jaar een marathon wil lopen? Welk trainingsschema houd ik dan best aan? En hoe moet ik mijn eetpatroon veranderen?
Door kritisch en creatief over de toekomst na te denken krijg je er een beter zicht op. Het opsplitsen van een grote uitdaging in tussendoelen geeft bovendien een gevoel van controle en helpt om gevoelens van onzekerheid, (klimaat)angst of verlamming tegen te gaan.