Toolbox werkvormen
We hebben in deze toolbox een aantal methodieken voor jou samengebracht, waarvan we menen dat ze bijzonder effectief zijn om duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. Gebruik je er zelf andere? Laat het ons dan weten, zodat we ze kunnen toevoegen.
Lees hieronder meer over de inhoud en opbouw van de toolbox.
Een woordje uitleg over deze toolbox
De meeste duurzaamheidscompetenties verwerf je het best samen met anderen. Een krachtige leeromgeving voor duurzaamheidseducatie maakt daarom intensief gebruik van interactieve werkvormen.
Voor systeemdenken of toekomstdenken is het een meerwaarde als studenten hun voorkennis en ideeën delen. Samen weten ze meer en zijn ze creatiever. Andere competenties, zoals de interpersoonlijke en normatieve, vereisen simpelweg interactie. Rekening houden met elkaars mening, taken verdelen, omgaan met emoties, leiding geven, verantwoordelijkheid opnemen enzovoort zijn allemaal dingen die je pas echt leert als je met anderen moet samenwerken. En zelfs voor de competentie zelfbewustzijn is het goed als studenten kunnen rekenen op de feedback van anderen. Daarom lukt duurzaamheidseducatie het best met interactieve werkvormen.
Je zal merken dat we de methodieken niet hebben ingedeeld volgens de zes competenties van Wiek en Rieckmann. Dat is een bewuste keuze. De meeste werkvormen zijn geschikt voor meerdere competenties en wanneer je ze goed inzet, werk je vaak aan verschillende competenties tegelijk. Een één-op-één koppeling tussen methodieken en competenties zou dus te beperkend zijn. We vermelden bij elke werkvorm wel voor welke competenties we hem bruikbaar vinden en waarom. Om dezelfde reden koppelen we werkvormen niet aan specifieke vakken. We zijn ervan overtuigd dat je als vaklector zelf het best kan inschatten welke methodieken je bruikbaar vindt.
Rechts in het navigatiemenu vind je de vijf categorieën waarin we de werkvormen hebben ondergebracht. Je kan op de titels klikken en meteen naar de categorie gaan die je interessant vindt.
Misschien vind je je gading niet in onze selectie, of ken je andere werkvormen waarmee je liever aan de slag gaat. Doe gerust! Voor wie meer inspiratie wil, geven we ook een aantal interessante bronnen mee.
Je kent vast al heel wat methodieken uit deze toolbox en gebruikt ze waarschijnlijk ook in je lessen. Toch kan het interessant zijn om ze eens te bekijken door de bril van duurzaamheidseducatie. Misschien kan je ze inzetten op een manier zoals je dat tot nu toe nog niet deed.
Per werkvorm krijg je de volgende informatie:
- Korte omschrijving en doel,
- Benodigde tijd,
- Praktische tips en benodigdheden,
- Aanpak,
- Aangesproken competenties.
Maak ‘leren voor duurzaamheid’ zichtbaar voor je studenten, door je keuzes en aanpak te expliciteren. Bespreek met hen waarom je voor een specifieke werkvorm kiest en op welke competenties je ermee inzet. Zo verwerven je studenten didactische inzichten die ze kunnen meenemen naar hun eigen onderwijspraktijk en vermijd je dat ze werkvormen louter als een ‘spelletje’ inzetten, zonder veel impact.
1. Systeemdenken en (nieuwe) kennis samenbrengen
Het is belangrijk om duurzaamheidsuitdagingen breed te benaderen. Je wil dat studenten al hun beschikbare voorkennis aanspreken en daarnaast op zoek gaan naar relevante aanvullende kennis. Samen weten ze meer dan alleen, dus je laat hen hiervoor best samenwerken.
Werkvormen voor systeemdenken zijn erop gericht een uitdaging vanuit verschillende perspectieven of invalshoeken te bekijken en oorzaak-gevolgrelaties en patronen in kaart te brengen. De eerste twee werkvormen die we bespreken (triangles en veerkracht van het web) zijn vooral bedoeld om studenten ‘aan den lijve’ onderlinge verbondenheid te laten ervaren. Via een uitgebreide nabespreking kan je er ook meer inhoud aan koppelen, maar hun sterkte ligt toch vooral in de ervaringsgerichtheid.
Een mindmap (de derde werkvorm) is een relatief eenvoudige manier om inhoud te structureren. Je kan er verschillende aspecten van een duurzaamheidsuitdaging mee in kaart brengen, zonder evenwel in te gaan op specifieke relaties tussen de elementen. Daarvoor zijn de laatste drie werkvormen (syndroomanalyse, relatiecirkel en sorteren) dan weer geschikt. Een syndroomanalyse combineert het ‘gedwongen’ kijken vanuit verschillende invalshoeken met het leggen van verbanden, terwijl bij de relatiecirkel vooral op de onderlinge relaties tussen factoren gefocust wordt. De werkvorm sorteren is ten slotte geschikt om de opeenvolging van gebeurtenissen doorheen de tijd weer te geven en voegt daarmee ook verleden en toekomst toe aan de analyse.
- MindmapPDF • 247,3KB
- SyndroomanalysePDF • 269,7KB
- SorterenPDF • 165,4KB
2. Zelfbewustzijn en empathie vergroten
Het empathisch vermogen van studenten neemt toe als ze zich moeten inleven in het standpunt en de beweegredenen van medestudenten en diverse stakeholders van een duurzaamheidsuitdaging. Ze begrijpen beter waarom de meeste duurzaamheidskwesties zo complex zijn en dus niet zo eenvoudig om op te lossen. Door authentieke ontmoetingen met anderen, of via goed gekozen inlevingsopdrachten, voelen studenten hoe hun eigen visie al dan niet strookt met die van anderen. Op die manier daag je hen uit om de basis van hun eigen overtuigingen te onderzoeken en die eventueel bij te sturen. Dit laatste kan ook via individuele reflectieopdrachten.
We bespreken hier drie methodieken, die telkens exemplarisch zijn voor de veelheid aan vergelijkbare werkvormen die er bestaan. Het carrouselgesprek is een voorbeeld van een werkvorm om de verschillende meningen binnen de studentengroep te verkennen. De 7 questions methodiek toont hoe je op een gestructureerde manier de visie van andere stakeholders kan achterhalen. Met een sociale simulatie-activiteit kunnen studenten zich ten slotte inleven in anderen. Dergelijke simulaties lonen absoluut de moeite, maar vereisen meer tijd en voorbereiding. Het is dan ook goed wanneer er vanuit meerdere vakken naar teruggekoppeld wordt.
- carrouselgesprekPDF • 169,9KB
- 7 questionsPDF • 206,2KB
- Sociale simulatiePDF • 209,6KB
3. Klasgesprekken of discussies structureren en verdiepen
Geen duurzaamheidseducatie zonder discussies. Maar hoe zorg je dat een gesprek nadien door alle betrokkenen als verrijkend en respectvol wordt ervaren? Betekenisvolle discussies kunnen mensen verbinden, hoe ver hun standpunten ook uit elkaar liggen. Het doel van een goed klasgesprek is dan ook het wederzijds begrip tussen studenten laten toenemen en al te uitgesproken meningen nuanceren. Het is zeker niet de bedoeling om meningen op scherp te stellen en elkaar koste wat het kost te overtuigen. Wanneer je studenten vrij laat discussiëren, draait het daar echter vaak op uit.
We reiken daarom enkele methodieken aan, die de discussie structureren en vertragen, en die studenten ‘dwingen’ om ook het perspectief van anderen te verkennen. Zo komen ze makkelijker los van hun eigen gelijk. Het wereldcafé dient vooral om kennis te maken met zo veel mogelijk verschillende perspectieven binnen de groep. Het gesprek via een assenkruis daagt studenten uit om hun eigen mening beter te onderbouwen. De denkhoeden van De Bono en de Disneymethode zetten studenten er ten slotte toe aan om los te komen van de rol waarin ze standaard kruipen en ook eens andere rollen en denkwijzen te verkennen.
- WereldcaféPDF • 164,2KB
- De Disney-MethodePDF • 168,5KB
4. Gestructureerd brainstormen
Brainstormen is in veel fasen van een educatief proces nuttig. Het kan als opwarmer om voorkennis in kaart te brengen, bij het out-of-the-box dromen over verschillende toekomstperspectieven, om acties te bedenken enzovoort. Afhankelijk van de opdracht kan het studenten ook helpen om los te komen van vastgeroeste ideeën (bijv. bedenk nog 7 andere manieren waarvoor je dit voorwerp zou kunnen gebruiken).
Omdat studenten spontaan reageren en er in principe geen foute antwoorden mogelijk zijn in een brainstorm, zijn deze methodieken ook geschikt om elkaar beter te leren kennen en leggen ze een basis voor respect en verbinding. Dat is sowieso een voorwaarde om goed samen te werken. Brainstormen is ook gewoon leuk omdat er zoveel nieuwe en creatieve ideeën naar boven komen. Het is dus systeemdenken op een onbewust niveau!
Er zijn zeer veel brainstormmethodieken voorhanden. Wij focussen hier op enkele methodieken waarbij de nadruk ligt op creativiteit en toekomstdenken.
5. Een ‘duurzaamheidsreflex’ stimuleren
Duurzaamheidskwesties kunnen allerlei emoties bij je studenten oproepen. Sommige zijn in hun dagelijks leven al bezig met klimaat, (on)rechtvaardigheid, gender(on)gelijkheid, duurzame consumptie enzovoort, en kunnen niet wachten om er ook binnen de opleiding mee aan de slag te gaan. Andere hebben minder voeling met duurzaamheid, staan er schijnbaar onverschillig tegenover, of vertonen ronduit weerstand. Toch wil je als lector met een duurzame ingesteldheid al je studenten stimuleren om stappen vooruit te zetten qua duurzaam denken en handelen.
Duurzaamheidseducatie draait niet om het brainwashen van studenten, maar wil hen juist competent maken om doordachte en onderbouwde keuzes te maken. Het is oké als niet alle studenten grote voorvechters van duurzaamheid worden, maar je wil op zijn minst dat ze erover nadenken. Ze moeten als het ware de reflex hebben om duurzaamheid te herkennen in de actualiteit, in leermaterialen, in vragen die leerlingen stellen of dingen die ze vertellen. Bovendien moeten ze zich ook bewust zijn van hun eigen opvattingen over duurzaamheidsthema’s, zodat ze er een gefundeerd gesprek over kunnen voeren.
Een ideale manier om de duurzaamheidsreflex van studenten aan te wakkeren is via reflectieopdrachten. Als je hen ‘dwingt’ om regelmatig met een duurzame bril naar dingen te kijken, dan wordt dit op den duur een automatisme. Door hun persoonlijke reflecties uit te wisselen, inspireren studenten elkaar en kunnen ze elkaars enthousiasme en engagement voor duurzaamheid aanwakkeren.
We bespreken drie methodieken die studenten ertoe aanzetten om over duurzaamheidsthema’s na te denken, zelfs als ze daartoe spontaan minder geneigd zijn. Doordat het alle drie eerder beeldende methodieken zijn, spreken ze ook studenten aan die minder talig ingesteld zijn. Door er een presentatie aan toe te voegen, kan ook op het talige aspect ingespeeld worden.
- FotoworkshopPDF • 185,4KB
- ActuamuurPDF • 152,0KB
- MoodboardPDF • 144,9KB