Overslaan en naar de inhoud gaan

Eigen instellingen

Ridderzaal Kasteel van Gaasbeek

Wat

De eigen instellingen zijn de collectiebeherende organisaties waarvan de Vlaamse overheid (mede)inrichtende macht is. Binnen het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021 vormen die eigen instellingen een aparte categorie. 

De eigen instellingen zijn:

Het Cultureelerfgoeddecreet voorziet dat er voor de eigen instellingen, op vraag van de minister, een aparte aanvraagronde kan worden georganiseerd naar analogie met de werkingssubsidies voor de cultureel-erfgoedsector. 

De aanvraag gebeurt met het oog op een inhoudelijke toetsing van de werking. Op basis van een advies van een beoordelingscommissie wordt een toelage toegekend door de Vlaamse Regering.

Indienronde 2025

In 2025 wordt er een indienronde georganiseerd voor de eigen instellingen voor de beleidsperiode 2026-2030.

Criteria

Voor de eigen instellingen gelden de criteria voor de werkingssubsidies cultureel erfgoed.

Voor een collectiebeherende instelling:

  • Kwaliteit van de uitvoering van de functies;
  • Kwaliteit van de samenwerking en netwerking met relevante partners, zowel binnen Vlaanderen als het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad als internationaal;
  • Wijze waarop er binnen de cultureel- erfgoedwerking invulling wordt gegeven aan:
    • maatschappelijke of culturele diversiteit,
    • duurzaamheid,
    • digitaal beleid;
  • Wijze waarop er invulling wordt gegeven aan de strategische visie,
  • Kwaliteit van het zakelijk beheer,
  • Haalbaarheid en realiteitsgehalte van de begroting. De noodzaak voor een werkingssubsidie wordt aangetoond in de begroting, rekening houdend met de ontvangsten uit de werking.

Voor een landelijke dienstverlenende rol:

  • Mate waarin de dienstverlenende rol inspeelt op noden van cultureel erfgoed, beheerders ervan of cultureel-erfgoedgemeenschappen;
  • Wijze waarop de dienstverlenende rol wordt opgenomen zodat cultureel-erfgoedactoren, die tot de doelgroep van de dienstverlening behoren, betrokken worden in de werking;
  • Kwaliteit van de aanwezige expertise;
  • Schaalgrootte en landelijke reikwijdte van de werking;
  • Samenwerking, netwerking en afstemming, met relevante partners, zowel binnen Vlaanderen en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad als internationaal;
  • Wijze waarop er binnen de cultureelerfgoedwerking invulling wordt gegeven aan:
    • maatschappelijke of culturele diversiteit,
    • duurzaamheid,
    • digitaal beleid;
  • Wijze waarop er invulling wordt gegeven aan de strategische visienota Cultureel Erfgoed;
  • Kwaliteit van het zakelijke beheer;
  • Haalbaarheid en realiteitsgehalte van de begroting, waarbij de noodzaak voor een werkingssubsidie wordt aangetoond in de begroting, rekening houdend met de ontvangsten uit de werking.

 

Uitvoeringsbesluit

In het uitvoeringsbesluit bij het decreet worden meer gedetailleerde criteria opgenomen en verdere bepalingen vastgelegd. 

Uitvoeringsbesluit bij het Cultureelerfgoeddecreet

Strategische Visienota

In de Strategische Visienota Cultureel Erfgoed wordt het cultureel-erfgoedbeleid geconcretiseerd met prioriteiten en aandachtspunten voor het uitvoeren van het Cultureelerfgoeddecreet

Koppeling van de criteria aan de Strategische Visienota Cultureel Erfgoed 

Subsidievereisten

De eigen instellingen leven ook de volgende subsidievereisten na:

  • toepassen van de principes van goed bestuur;
  • vermelden van de steun van de Vlaamse Gemeenschap bij alle publieke communicatie in het kader van de cultureel-erfgoedwerking, door de standaard logo's en de bijbehorende tekst en baselines te gebruiken die zijn vastgesteld door de Vlaamse Regering.

Indiendatum

De deadline voor de aanvragen voor de beleidsperiode 2026-2030 is 1 april 2025.

 

Hoe aanvragen

Het aanvraagdossier wordt ingediend via de webapplicatie KIOSK.

Meer info of hulp nodig?

Inhoudelijke vragen | Vragen over een lopend dossier in KIOSK | Technische vragen over KIOSK

Gebruik het contactformulier