Overslaan en naar de inhoud gaan

Strategische visienota

Wat

Het Cultureelerfgoeddecreet bepaalt dat de minister van Cultuur in de loop van de regeerperiode een strategische visienota cultureel erfgoed presenteert aan het Vlaamse Parlement. Die visienota bouwt verder op de beleidsnota van de minister en concretiseert de prioriteiten voor de beleidsperiode, gekoppeld aan een omgevingsanalyse en een beschrijving van de uitdagingen voor het veld. 

Visienota 2021



Waarom een visienota

Op 1 april 2021 presenteerde minister van Cultuur zijn strategische visienota cultureel erfgoed aan het Vlaams Parlement. In zijn visienota concretiseert de minister zijn cultureel-erfgoedbeleid. Hij legt daarbij prioriteiten en geeft aandachtspunten voor het uitvoeren van het Cultureelerfgoeddecreet.  

Het decreet richt zich op het erkennen en subsidiëren van cultureel-erfgoedorganisaties die zelf collecties beheren (musea, culturele archiefinstellingen en erfgoedbibliotheken) of die anderen ondersteunen bij hun cultureel-erfgoedwerking. Voor die organisaties legt de minister in de visienota, voorafgaand aan toekomstige beleidsmaatregelen en subsidiebeslissingen, duidelijke accenten. Deze nieuwe visienota is van kracht voor aanvragen van project- en werkingssubsidies ingediend na 1 april 2021.

Met zijn cultureel-erfgoedbeleid wil de minister: 

  • de dynamiek, de eigenheid en de uitstraling van het Vlaamse cultureel-erfgoedveld en de cultureel-erfgoedwerking waarborgen én stimuleren; 
  • de digitale transformatie aanmoedigen en versterken; 
  • de huidige en toekomstige generatie warm maken voor het rijke en diverse erfgoed in Vlaanderen. 

     
Beleidsprioriteiten voor het cultureel erfgoedbeleid

Om deze doelstellingen te concretiseren, formuleerde de minister acht beleidsprioriteiten: 

  • verdiepen van de kennis over cultureel erfgoed en cultureel-erfgoedwerking; 
  • inzet op een rijk en divers cultureel-erfgoedlandschap
  • erfgoedzorg centraal; 
  • aanmoedigen en versterken van de digitale transformatie
  • iedereen voor erfgoed – erfgoed voor iedereen
  • versterken van de zakelijke werking
  • stimuleren van de internationale cultureel-erfgoedwerking
  • afstemming met brede cultuurbeleid, andere beleidsdomeinen en bestuursniveaus. 

Deze prioriteiten geven nadere bepaling aan de verschillende decretale criteria op basis waarvan aanvragen getoetst worden.

 

Aandachtspunten voor werkings- en projectsubsidies

Voor alle types subsidies is er in het Cultureelerfgoeddecreet een afzonderlijk criterium opgenomen omtrent ‘het beantwoorden aan de Strategische Visienota’. Dit criterium toetst specifieke aandachtspunten, waaraan de minister bijzonder belang hecht. 

Volgende aandachtspunten gelden zowel voor werkings- als projectsubsidies en voor alle types organisaties, zowel bij de uitvoering van de functies als bij de ondersteuning van andere actoren hierbij: 

Inzet op een rijk en divers cultureel-erfgoedlandschap: samenwerking en netwerking – ook internationaal  

Het project/de werking besteedt prioritaire aandacht aan samenwerking en netwerken.   

Voor alle soorten werking gaat daarbij bijzondere aandacht naar:  

  • internationale samenwerking en netwerking, met name bij de cultureel-erfgoedinstellingen en de landelijke spelers;  
  • het afstemmen over gezamenlijke uitdagingen, het zoeken naar gedeelde oplossingen en het initiëren of deelnemen aan netwerken hiervoor.   

Voor dienstverlenende organisaties gaat bijkomend bijzondere aandacht naar:  

  • de wijze waarop de werking afgestemd is met andere dienstverleners.  

Erfgoedzorg centraal  

Het project/de werking besteedt prioritaire aandacht aan zorg voor erfgoed. Voor alle soorten werking gaat daarbij bijzondere aandacht naar:   

  • digitale collectieregistratie;   
  • waarderen;   
  • herbestemmen;   
  • herkomstonderzoek;  
  • het verzekeren van kwalitatief behoud en het omgaan met calamiteiten;   
  • het afstemmen van immaterieel erfgoed- en collectiewerking.  

Aanmoedigen en versterken van de digitale transformatie  

Het project/de werking gaat op een kwaliteitsvolle wijze aan de slag met digitale processen in het geheel van de werking. Het ontwikkelen van een realistische visie en strategie vanuit de structurele werking, is daarbij in de eerste plaats belangrijk.  

Ook projectaanvragen moeten gekaderd zijn binnen een dergelijke visie en strategie en tot stand komen in afstemming, en/of onder begeleiding van dienstverlenende spelers die de digitale transformatie van de sector ondersteunen.  

Iedereen voor erfgoed, erfgoed voor iedereen  

Het project/de werking zet in op:   

  • het versterken van het participeren;  
  • het verbreden van het bereik, ook naar moeilijker bereikbare doelgroepen;  
  • een kwaliteitsvol aanbod voor en het betrekken van kinderen en jongeren.  

Het criterium met betrekking tot het beantwoorden aan de Strategische Visienota wordt samen met de andere criteria getoetst en bepaalt dus mee de globale beoordeling en eindscore van een aanvraag. Uiteraard wordt bij de concrete invulling rekening gehouden met de aard van de organisatie en, bij aanvragen voor werkingssubsidies, het indelingsniveau.  

Voor de werkingssubsidies wordt de wijze waarop de aanvraag inzet op het geheel van de aandachtspunten getoetst, voor de projectsubsidies wordt het inzetten op één of meer van de geformuleerde aandachtspunten getoetst.  

Gezien de aandachtspunten vaak de basistaken van de organisatie betreffen, geldt bij projectaanvragen dat duidelijk geargumenteerd moet worden waarom het project binnen de structurele werking niet gerealiseerd kan worden. De mate waarin de aanvraag inzet op de prioriteiten zal zeker bij de projectsubsidies ook in rekening gebracht worden bij de selectie van projecten en het bepalen van het subsidiebedrag, indien er onvoldoende budget is om alle positief beoordeelde aanvragen (volledig) te honoreren. Dit geldt enkel voor de vergelijking van projectaanvragen met een gelijke eindbeoordeling. Ook bij onvoldoende budget weegt de globale eindbeoordeling dus steeds sterker door dan het beantwoorden aan de prioriteiten. 

 

Wijziging Cultureelerfgoeddecreet

De minister licht in de visienota ook zijn geplande optimalisering van het Cultureelerfgoeddecreet toe. De optimalisering focust op het bijschaven van de procedures, het verminderen van de plan- en werklast en de afstemming met andere cultuurdecreten. De inhoudelijke krachtlijnen van het decreet blijven hetzelfde. 

 

Bespreking door commissie Cultuur

Op 6 mei 2021 vond in de commissie Cultuur van het Vlaams Parlement een hoorzitting over deze strategische visienota cultureel erfgoed plaats. Op 20 mei 2021 vond de bespreking van de visienota plaats.

Traject 2020

Het departement startte in 2020 een traject op voor de voorbereiding van een nieuwe strategische visienota. Dat verliep in verschillende stappen:

1. Het in kaart brengen van de uitdagingen voor de cultureel-erfgoedsector

We vertrokken van het beleidsadvies en de sectoranalyse, opgesteld door de Adviescommissie Cultureel Erfgoed en de voorzitters en ondervoorzitters van de beoordelingscommissies. Samen met FARO formuleerden we opmerkingen en aanvullingen op die teksten en stemden daarover af met de adviescommissie.

2. Terugkoppeling van de voorlopige bevindingen met de sector en belanghebbenden

We organiseerden overleg met:

  • de erkende en gesubsidieerde organisaties (per deelsector en via thematisch overleg);
  • andere beleidsdomeinen; 
  • actoren als Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

De sectorale belangenbehartiger, Overleg Cultureel Erfgoed, was nauw betrokken bij de sectorale gesprekken. In samenspraak met hen organiseerden we een afsluitend overleg met vertegenwoordigers van de deelsectoren, om de bevindingen en de resterende knelpunten te bespreken. We hielden ook rekening met andere belangrijke trajecten en ontwikkelingen die impact hebben op de cultureel-erfgoedwerking, zoals de geplande optimalisatie van het Cultureelerfgoeddecreet

De sector toonde zich doorheen het hele traject erg geëngageerd. Heel wat deelsectoren bezorgden ook bijkomende nota’s en analyses. De sector nam ook gemeenschappelijke standpunten in via de belangenbehartiger.  Een uitgebreide analyse van de uitdagingen in de cultureel-erfgoedsector volgt later.

Op basis van de lacunes in de analyse beslisten we in het voorjaar 2020 om voor drie thema’s een samenwerkingsovereenkomst voor bijkomend onderzoek te sluiten met FARO. Het gaat om: depotuitdagingen, zes internationale tendensen, en meerstemmigheid, inclusie en diversiteit. Een verdere bekendmaking van het bijkomende onderzoek dat in samenwerking met FARO gebeurde, wordt nog bekeken.

3. Het eigenlijke schrijfproces en bepalen van prioriteiten 

Op basis van de bevindingen in het doorlopen traject in 2020 volgde het bepalen van de prioriteiten voor de Strategische Visienota, gekoppeld aan het eigenlijke schrijfproces. Dat gebeurde in nauwe samenspraak tussen het departement en het kabinet Cultuur. Het Regeerakkoord 2019-2024 en de Beleidsnota Cultuur 2019-2024 speelden een cruciale rol bij het maken van keuzes en het leggen van accenten in de nieuwe Strategische Visienota Cultureel Erfgoed. Daarnaast bood de conceptnota van de Vlaamse Regering ‘Naar een duurzame cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen. Een langetermijnvisie voor cultureel erfgoed en cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen' (maart 2016) een referentiekader waaraan we de analyse van de uitdagingen en de beleidsaccenten konden toetsen.

Visienota 2017

Een eerste strategische visienota cultureel erfgoed verscheen in 2017.

Vier krachtlijnen stonden centraal:

  • We versterken de collecties in Vlaanderen.
  • We verbinden waar mogelijk ons roerend erfgoed (o.a. kunstwerken, manuscripten, werktuigen) en immaterieel erfgoed (o.a. tradities, gebruiken, vaardigheden, rituelen).
  • We zetten in op meer samenwerking en afstemming gericht op meer slagkracht en minder versnippering in de Vlaamse cultureel-erfgoedsector.
  • We mikken op een brede participatie en diversiteit.

De minister wilde samen met de lokale besturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie een gevarieerde aanwezigheid van cultureel erfgoed in Vlaanderen en Brussel waarborgen. Cultureel-erfgoedorganisaties, van lokaal tot internationaal niveau, zijn daarbij cruciaal. Ze werken duurzaam en kwaliteitsvol vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het doorgeven van cultureel erfgoed. Collectiegericht denken – in de brede zin – staat centraal. 

Meer info of vragen?

Gebruik het contactformulier