Belastingvermindering voor kinderopvang
Wat
Je kunt belastingvermindering krijgen voor de uitgaven voor kinderopvang als je voldoet aan een aantal voorwaarden. Die gelden ook voor de opvang door jeugdwerk, scholen of de sportsector. Eind 2020 werd de belastingvermindering op verschillende punten uitgebreid:
- Het maximumbedrag per oppasdag en per kind werd verhoogd.
- De leeftijdsgrens werd opgetrokken: van jonger dan 12 jaar naar jonger dan 14. En voor kinderen met een zware handicap van jonger dan 18 jaar naar jonger dan 21.
- Voortaan komen ook de uitgaven voor de professionele thuisopvang van zieke kinderen in aanmerking voor een belastingvermindering.
Deze wijzigingen gingen in met terugwerkende kracht, voor al de opvang in 2020.
Vanaf het inkomstenjaar 2021
Het maximumbedrag per oppasdag en per kind werd op 31 december 2021 verder opgetrokken van 13 euro tot 14 euro (met terugwerkende kracht voor het inkomstenjaar 2021).
Voor het inkomstenjaar 2021 mag je als opvanginitiatief nog het onderstaande modelattest gebruiken.
Vanaf het inkomstenjaar 2022
Vanaf 2022 moet je een nieuw verplicht attest gebruiken. Ook de werkwijze is veranderd. Meer info vind je op de website van de FOD Financiën.
Veelgestelde vragen
Gedetailleerde informatie vind je terug op de website van de FOD Financiën. Wij bieden hier alvast een antwoord op de meest gestelde vragen.
De uitgaven komen enkel in aanmerking voor belastingvermindering wanneer ze naar een instelling of opvangvoorziening gingen die erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd is door een openbaar bestuur.
Lokale besturen zijn autonoom bevoegd om jeugdinitiatieven, kinderateliers, sportclubs en sportorganisaties te erkennen. Ze kunnen daar zelf de regels voor vastleggen. Uiteraard moet deze erkenning, subsidiëring of controle kaderen binnen de regels die in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB 1992) zijn opgenomen en moet ze ook effectief gericht zijn op de opvang van kinderen.
Ouders hebben recht op belastingvermindering voor de uitgaven voor alle vrijetijdsinitiatieven buiten de normale lesuren: tijdens schoolvakanties, in het weekend, op vrije dagen en woensdagnamiddagen, voor- en nabewaking en opvang tijdens de middagpauzes. Let wel op: lidgeld bij een vereniging komt niet in aanmerking.
Alle vakantieprogramma's van lokale, intergemeentelijke, regionale, provinciale en landelijke jeugdwerkinitiatieven komen in aanmerking. Het gaat zowel om particuliere initiatieven als initiatieven georganiseerd door een openbaar bestuur.
Opvang door commerciële initiatieven komt niet in aanmerking.
Met “vakantie-initiatieven” bedoelen we jeugdwerkactiviteiten waarvoor je apart betaalt, zoals kampen, weekends of uitstappen met de jeugdbeweging.
Een opvangvoorziening moet een erkenning vragen bij het openbaar bestuur dat bevoegd is voor het bereik van hun actie, bij het openbaar bestuur dat hen controleert of subsidieert, of bij het bestuur waar hun zetel gevestigd is. Dit wil zeggen dat lokale groepen of initiatiefnemers terecht kunnen bij het gemeentebestuur.
Organisaties die gesubsidieerd worden binnen het decreet Bovenlokaal Jeugdwerk, kunnen ook terecht bij het Departement Cultuur, Jeugd en Media.
Een erkenning op één bestuursniveau volstaat, ook al organiseert de vereniging op verschillende niveaus activiteiten.
Voor de “andere” opvanginitiatieven kunnen gemeenten, provincies, de Vlaamse Gemeenschapscommissie of de Vlaamse overheid een bijzondere erkenning geven. Voorbeelden zijn opvang georganiseerd door niet-gesubsidieerde organisaties, ouders, culturele centra, het OCMW, enzovoort.
De vermindering bedraagt 45 procent van de werkelijk gedane uitgaven, beperkt tot het maximumbedrag per kind per opvangdag.
Als ouder kan je per kind een attest vragen aan de organisator van een vrijetijdsaanbod. Dat attest dient als bewijs van het bedrag dat je betaalde en waarvoor je een belastingvermindering kan krijgen.
De kinderopvang zal je voor 1 maart van het aanslagjaar een fiscaal attest bezorgen. Opgelet: vanaf inkomstenjaar 2022 is het afleveren van een nieuw modelattest verplicht.
In tegenstelling tot wat het geval was bij het oude modelattest, moeten vakken I en II worden ingevuld door dezelfde instantie, nl. de instantie die de opvang heeft gedaan. In vak I kunnen de opvanginstanties verklaren dat zij, naargelang het geval, de vergunning, erkenning, subsidie, … hebben ontvangen en van welke certificeringsinstantie ze dit hebben ontvangen.
De FOD Financiën houdt rekening met de werkelijke leeftijd van het kind. Als de 14de of 21ste verjaardag van het kind ineen fiscaal aftrekbare vakantieperiode valt, kan je alleen de uitgaven van de opvangdagen die de verjaardag voorafgaan, inbrengen.
- Opvangvoorzieningen moeten de gegevens die ze vermelden op de attesten die ze aan de ouders afleveren ook aan de FOD Financiën bezorgen. Dit moet vóór 1 maart van het jaar volgend op het kalenderjaar waarop de attesten betrekking hebben.
- Voorbeeld: de gegevens voor kinderopvang die ouders in de loop van 2022 betaald hebben aan je organisatie moet je dus vóór 1 maart 2023 aan de FOD Financiën bezorgen.
- De organisatie verzendt de gegevens van de attesten via de toepassing Belcotax-on-web.
- Opgelet: voor de activiteiten georganiseerd vóór de publicatie van het nieuwe modelattest, d.w.z. vóór 27 januari 2022, is het niet verplicht om het nieuwe modelattest te gebruiken en om de gegevens op elektronische wijze aan de administratie te bezorgen.
Vrijstelling voor bepaalde organisaties
Er bestaat een grote verscheidenheid in grootte van de organisaties die actief zijn in de kinderopvang. Ook kunnen er grote verschillen zijn op het vlak van administratieve organisatie en digitalisering. Daarom is de verplichting om jaarlijks de gegevens van de attesten langs elektronische weg mee te delen van toepassing behalve wanneer de organisatie in kwestie niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikt.
Contact
Departement Cultuur, Jeugd en Media |
Contactcenter FOD Financiën |
Sport Vlaanderen
|
Vlaamse Sportfederatie (VSF) 09 243 12 91 |
Netwerk Lokaal Sportbeleid 03 780 91 07 |