Overslaan en naar de inhoud gaan

Con­ven­tie 2003 - Im­ma­te­ri­eel Cul­tu­reel Erf­goed

Wat

België ratificeerde in 2006 de Conventie 2003 voor het Borgen van Immaterieel Cultureel Erfgoed. UNESCO erkent met deze conventie dat niet-tastbare gebruiken (vb. tradities, feesten, rituelen, ambachten, muzikale praktijken, enz.) ook erfgoed zijn en dat het belangrijk is om ze door te geven aan toekomstige generaties. 

Sinds de ratificatie is Vlaanderen - binnen het Belgisch lidmaatschap - erg actief rond deze conventie, met een doordachte beleidsvisie, kwaliteitsvolle expertise en internationale samenwerking. Zowel de administratie, experten, organisaties als erfgoedgemeenschappen volgen de conventie van nabij op en ontwikkelen er een dynamisch beleid en een intensieve werking rond, zoals de Inventaris Vlaanderen van het Immaterieel Cultureel Erfgoed.

UNESCO-lijsten

De Conventie is onder meer bekend door de UNESCO-lijsten die immaterieel cultureel erfgoed van over de hele wereld in de kijker zetten:

  • de Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid;
  • het Register van programma’s, projecten en activiteiten, die het best de doelstellingen en principes van de Conventie weerspiegelen (Register of good safeguarding practices).

De Representatieve Lijst is ongetwijfeld de bekendste. Ze heeft als doel de wereldwijde diversiteit van het immaterieel erfgoed zichtbaar te maken, zodat het besef, het belang en de betekenis van dat erfgoed wereldwijd zou toenemen. De lijst toont levend erfgoed dat mensen belangrijk vinden en hen een gevoel van identiteit geeft.

Het Register heeft als doel goede borgingspraktijken te bundelen: programma’s, projecten of acties die als voorbeeld en inspiratie voor anderen kunnen dienen bij het borgen van immaterieel erfgoed.

Voordrachten door Vlaanderen

Tijdens de jaarlijkse bijeenkomsten van de lidstaten van de UNESCO 2003 Conventie wordt telkens een beperkt aantal elementen voorgedragen voor erkenning en opname op de lijsten van de conventie.

Op de Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid staan deze elementen immaterieel erfgoed uit Vlaanderen:  

Twee borgingspraktijken zijn bovendien opgenomen op het Register of good safeguarding practices: de beiaardcultuur en ludodiversiteit

Vooraleer immaterieel erfgoed uit Vlaanderen op de Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed kan geplaatst worden, moet het op de Inventaris Vlaanderen staan.

Nationale en multinationale kandidaturen

Een lidstaat van de UNESCO 2003 Conventie kan zowel nationale als multinationale kandidaturen indienen voor een van de bovenstaande lijsten. Een nationale kandidatuur gaat van de lidstaat zelf uit, een multinationale kandidatuur gaat uit van meerdere lidstaten, die samen een kandidatuur indienen.

 

Nationale kandidaturen

Tot dusver kan een lidstaat elke twee jaar een nationale kandidatuur indienen. In België is er daarvoor een beurtrol, waarbij de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest elk om beurt een kandidatuur kunnen indienen. Dat betekent dat de Vlaamse Gemeenschap in principe om de 8 jaar aan de beurt is. In principe, want een van de 4 regio’s kan ook beslissen een beurt over te slaan, of de regio’s kunnen ook beslissen om samen een kandidatuur in te sturen. Dat was bijvoorbeeld het geval met de biercultuur en de beiaardcultuur.

Wanneer het de beurt is aan Vlaanderen, lanceert ons departement een oproep om aanvragen voor een kandidatuur in te dienen. De laatste oproep was in 2021. Na een selectieprocedure werd de borgingspraktijk van de Geelse Gezinsverpleging gekozen als kandidatuur voor het Register. De Vlaamse Gemeenschap zal die kandidatuur in 2022 indienen. Een volgende oproep komt er in principe niet voor 2029, tenzij een van de regio’s een beurt overslaat, of de regels bij UNESCO intussen veranderen.

 

Multinationale kandidaturen

Daarnaast zijn er ook multinationale kandidaturen. Daarbij werken meerdere landen samen rond hun gedeelde erfgoed en dienen samen een kandidatuur in. Eén land treedt daarbij op als trekker en dient de kandidatuur in namens de andere partnerlanden. De Valkerij en het Jachthoornblazen zijn voorbeelden van dergelijke dossiers waar Vlaanderen deel van uitmaakt.

Voor multinationale kandidaturen gelden bij UNESCO momenteel geen beperkingen op de frequentie van indienen. Een lidstaat kan in hetzelfde jaar zowel een nationale als een multinationale kandidatuur indienen. Wel bepaalt UNESCO jaarlijks op basis van prioriteringsregels het totale aantal kandidaturen dat ze zal beoordelen.  Er kan immers maar een maximaal aantal kandidaturen door het evaluatieorgaan worden beoordeeld en door het UNESCO-comité worden behandeld. Daardoor is het mogelijk dat kandidaturen toch niet beoordeeld kunnen worden in het voorziene jaar.

In België kunnen meerdere regio’s betrokken zijn bij een multinationaal dossier, maar dat is geen vereiste.

Heb je een voorstel of wens je met je erfgoed in een multinationaal dossier stappen? Volg dan deze stappen:

  1. Neem contact op met het Departement Cultuur, Jeugd en Media voor advies.
  2. Dien je aanvraag in bij het departement.
  3. Na een positief advies van de Expertencommissie UNESCO 2003 geeft de minister van Cultuur groen licht voor je kandidatuur.
  4. De lidstaat dient de aanvraag in bij UNESCO. 

Let wel: de goedkeuring van de minister betekent niet automatisch dat de lidstaat de kandidatuur zal indienen bij de eerstvolgende erkenningscyclus van UNESCO (zie ook de info hierboven).

Vragen

Heb je nog vragen? Gebruik dit contactformulier.