Internationaal onderzoek naar het welbevinden van kinderen
Children’s Worlds, The International Survey on Children’s Well-Being (ISCWeB)
UITVOERDER: Het Vlaamse onderzoeksluik werd uitgevoerd door HOGent en het Jeugdonderzoeksplatform JOP met steun van de Vlaamse overheid, en in 2018 ook in samenwerking met het Kenniscentrum Kinderrechten.
KORT: Children’s Worlds, The International Survey on Children’s Well-Being (ISCWeB) is een grootschalige internationale survey die het subjectief welbevinden bij kinderen tussen 8 en 12 jaar in kaart brengt. Het onderzoek werd in 2018 voor de derde keer georganiseerd. In 2021 volgde een specifiek bijkomend onderzoek rond het welbevinden van deze kinderen in coronatijden.
THEMA'S: Bij dit onderzoek ligt de klemtoon op de manier waarop kinderen als sociale actoren zélf hun leefsituatie, omgeving en context ervaren. De focus ligt op onderwerpen die kinderen zelf belangrijk vinden: de relatie met vrienden en familie, het leven op school, thuis en in de buurt, de manier waarop kinderen hun vrije tijd doorbrengen, de materiële zaken waarover ze beschikken en hoe tevreden ze zijn met dit alles. In 2021 keek het onderzoek ook specifiek naar de ervaringen van kinderen tijdens de coronacrisis.
Wat leren de cijfers uit 2021 ons?
Het onderzoek is afgenomen in het voorjaar van 2021 bij een representatieve steekproef van 2449 kinderen uit het vierde tot zesde leerjaar in 35 Vlaamse scholen. En wat blijkt? De coronacrisis heeft een grote impact gehad op het algemeen welbevinden van jonge kinderen (vierde tot zesde leerjaar). Ze voelen zich minder goed in hun vel, hebben minder vertrouwen in de toekomst en zijn minder tevreden over hun leven in het algemeen. In 2021 geven jonge kinderen aan dat ze zich minder blij voelen, minder energie hebben en vaker verdrietig of verveeld zijn dan hun leeftijdsgenoten in 2018. Ze voelen zich ook minder zelfzeker over hun gezondheid en hun uiterlijk, en maken zich vaker zorgen over hun materiële situatie en hun zelfstandigheid.
Daarnaast stellen de onderzoekers vast dat ze zich minder vaak gesteund voelen thuis en op school. Ze ervaren ook meer conflict en zelfs verbaal en fysiek geweld in hun thuissituatie en op school. Positief is wel dat de kinderen aangeven dat ze zich relatief goed geïnformeerd voelen over het coronavirus en dat ze zich goed ondersteund voelen door hun vrienden.
Ook de vrijetijdsbesteding van jonge kinderen is sterk geëvolueerd. Sinds de coronacrisis spenderen kinderen meer tijd aan zorgtaken en huishoudelijk hulp, spelen ze vaker buiten en spenderen ze meer tijd aan online games. Buitenschoolse activiteiten, zoals muziekschool en tekenschool, zijn dan weer duidelijk afgenomen, met uitzondering van sportieve activiteiten. Over het algemeen geven kinderen aan minder tevreden te zijn over hun vrijetijdsbesteding in 2021 dan in 2018.
Een bijzondere aandacht voor kinderen in een kwetsbare thuissituatie lijkt daarbij aangewezen. Zo geeft 14% van de kinderen aan tijdens de lockdown niet elke dag voldoende te eten te hebben, gaf 23% toe dat het thuis niet of slechts een beetje lukte om te studeren, vindt 18% dat hun mening thuis niet serieus wordt genomen en onderhield 6% van de 10 tot 12-jarigen geen enkel contact met vrienden tijdens de lockdown.
Wat leerden de cijfers uit 2018 ons?
Vlaanderen nam in deze derde wave voor de eerste keer deel, samen met 34 andere landen/regio’s. In totaal namen maar liefst 128.788 kinderen deel aan de bevraging, waarvan 3.322 Vlaamse kinderen.
Algemeen gesteld gaat het goed tot zeer goed met de Vlaamse kinderen. Zowel over de afzonderlijke facetten als over hun leven in het algemeen waren Vlaamse kinderen tevreden tot zeer tevreden. Vlaamse kinderen zijn bijvoorbeeld tevreden over het huis waarin ze wonen, de relaties met de mensen waarmee ze samenwonen, hun vrienden en de school. Ze voelen zich veilig in de buurt waar ze wonen, beschikken over veel materiële zaken (computer, …) en zijn tevreden over de zaken die ze hebben.
Deze cijfers geven vooral algemene tendensen weer en we mogen ons niet laten misleiden door gemiddeldes. Er zijn toch enkele belangrijke nuances en aandachtspunten. Het welzijn van elk kind is belangrijk en de cijfers geven ook duidelijk aan dat een deel van de Vlaamse kinderen wel degelijk opgroeit in een erg kwetsbare en soms moeilijke situatie. Bijvoorbeeld:
-
7% van de Vlaamse kinderen heeft geen rustige plaats om huiswerk te maken
-
20% maakt zich vaak tot altijd zorgen over geld
In vergelijkend perspectief blijkt ook dat Vlaanderen het minder goed doet dan andere Europese landen. Op vlak van de tevredenheid omtrent andere levensdomeinen en contexten, scoort Vlaanderen in vergelijking met andere Europese landen eerder laag tot gematigd, al zijn de verschillen niet altijd heel groot.
Opvallend in de vergelijkende analyses is de positie van een aantal Zuid- en Oost-Europese landen. Landen als Albanië, Griekenland, Roemenië en Kroatië behalen voor elk van de voorgelegde aspecten een hoge mate van tevredenheid. Nochtans gaat het hier om landen en regio’s waar kinderen meer geconfronteerd worden met armoede en landen die het relatief minder goed doen op het vlak van democratie en mensenrechten. In Vlaanderen kijken we doorgaans veeleer naar de Scandinavische landen als de voorbeeldlanden op het vlak van mensen- en kinderrechten. Ook in deze landen zijn kinderen echter vaak minder tevreden en onderscheiden ze zich vaak niet of niet zo sterk van de Vlaamse kinderen.
Kinderen spiegelen zich aan de kinderen in hun naaste omgeving. Dit maakt dat het perspectief van kinderen in meer welvarende regio’s sterk verschilt van kinderen die opgroeien in minder welvarende regio’s.
METHODE EN RESULTATEN: