Werkingssubsidies voor sociaal-culturele organisaties met een landelijke werking
Wat
Per beleidsperiode van vijf jaar kent de Vlaamse Regering werkingssubsidies toe aan sociaal-culturele volwassenenorganisaties die Vlaanderenbreed werken, al dan niet in combinatie met een werking in Brussel-Hoofdstad, en die bijdragen aan een democratische, duurzame, inclusieve, niet-gesegregeerde en solidaire samenleving. Een sociaal-culturele volwassenenorganisatie kan een werkingssubsidie aanvragen voor een beleidsperiode van vijf jaar.
Voor wie
Sociaal-culturele volwassenenorganisaties met een landelijke werking die zich grotendeels afspeelt in de vrije tijd van volwassenen, komen in aanmerking voor een werkingssubsidie binnen het decreet over de subsidiëring van het sociaal-cultureel volwassenenwerk van 10 maart 2023.
Werkingssubsidies ondersteunen organisaties om sociaal-culturele praktijken op te zetten die ertoe bijdragen dat mensen zich verbinden, kritisch nadenken over wat in de samenleving gebeurt en experimenteren met nieuwe maatschappelijke spelregels.
De werking van deze organisaties kenmerkt zich door minstens twee sociaal-culturele functies:
- de gemeenschapsvormende functie
- de maatschappelijke bewegingsfunctie
- de leerfunctie
- de cultuurfunctie
De sociaal-culturele praktijken van deze organisaties zijn altijd een unieke combinatie van processen gericht op leren, cultuur maken en smaken, maatschappelijke beweging of gemeenschapsvorming.
Lees meer over de krachtlijnen van het nieuwe decreet. Ook de website van Socius maakt je verder wegwijs in het decreet.
Hoe en wanneer aanvragen
Om in aanmerking te komen voor een werkingssubsidie, dien je voor de start van een nieuwe beleidsperiode een aanvraag in. Voor de beleidsperiode 2026-2030 kan je een aanvraag indienen uiterlijk op 15 december 2024. Lees ook de richtlijnen.
Een subsidieaanvraag dien je in via KIOSK.
Subsidievoorwaarden
- De sociaal-culturele werking van de organisatie speelt zich hoofdzakelijk af binnen de vrije tijd van volwassenen. Het gedeelte van de gesubsidieerde werking dat zich eventueel uitzonderlijk buiten de vrije tijd afspeelt, verantwoordt de organisatie vanuit haar missie en visie.
- De organisatie toont een bovenlokale sociaal-culturele werking aan van minstens twee jaar onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag.
- De organisatie neemt een brugfunctie op in de samenleving.
Wat na de aanvraag
Ten laatste op 30 december krijg je een bericht of je aanvraag ontvankelijk is.
Een beoordelingscommissie gaat na of de ontvankelijke aanvraag voldoet aan de subsidievoorwaarden en toetst die vervolgens aan de hand van de beoordelingscriteria uit het decreet.
Ten laatste op 30 april 2025 krijg je een voorlopig advies. Als organisatie kan je binnen de 15 dagen een repliek indienen op basis van feitelijke onjuistheden in het voorlopig advies.
Uiterlijk op 15 juli 2025 krijg je het definitief advies van de beoordelingscommissie.
De Vlaamse Regering beslist tegen 30 september 2025 over de subsidiebedragen.
Na toekenning: verplichtingen
De organisaties die een werkingssubsidie ontvangen zijn gebonden aan een aantal subsidievereisten. Zo is een organisatie o.m. verplicht om:
- bij alle publieke communicatie in het kader van de sociaal-culturele werking het logo van de Vlaamse Gemeenschap te vermelden;
- jaarlijks, uiterlijk op 31 maart, een financieel verslag in te dienen;
- uiterlijk op 31 maart van het derde werkingsjaar van de beleidsperiode, een voortgangsrapport over de inhoudelijke werking in te dienen. Voor de komende beleidsperiode is dit 31 maart 2028;
- de principes van goed bestuur na te leven.
Download het overzicht van alle ontvankelijkheidsvoorwaarden, subsidievoorwaarden, beoordelingscriteria en subsidievereisten.
Verantwoordingsstukken
Lees meer over de documenten die je moet aanleveren en download de sjablonen.
Financiële en functionele verantwoordingNa toekenning: toezicht op de aanwending van de subsidie
Financieel toezicht
Het Departement Cultuur, Jeugd en Media controleert jaarlijks de financiële verantwoordingsstukken. Hier wordt onder meer gecontroleerd of de verantwoording boekhoudkundig correct is, en of de subsidie wordt aangewend waarvoor ze bedoeld is.
Functioneel toezicht
In het derde jaar van de beleidsperiode evalueert het departement de kwaliteit van de werking van de organisatie aan de hand van een plaatsbezoek. Ze laat zich hiervoor bijstaan door twee externe experten.
Na het plaatsbezoek stelt het departement een evaluatierapport op. Wordt de organisatie positief geëvalueerd, dan wordt haar nieuwe subsidieaanvraag voor de volgende beleidsperiode voorgelegd aan de beoordelingscommissie. Als de organisatie negatief wordt geëvalueerd, belandt ze in een remediëringstermijn van 12 maanden. Na afloop van die termijn dient de organisatie een remediëringsrapport in. Het remediëringsrapport wordt voorgelegd aan een beoordelingscommissie. Als het remediëringsrapport positief wordt geadviseerd, wordt het nieuwe beleidsplan voorgelegd aan een beoordelingscommissie. Als het remediëringsrapport negatief wordt geadviseerd, kan de Vlaamse Regering beslissen om de subsidie van de organisatie stop te zetten.
Meer info of hulp nodig?
Inhoudelijke vragen | Vragen over een lopend dossier in KIOSK | Technische vragen over KIOSK
Gebruik het contactformulier