Skip to main content

Geweld tegen kinderen

Alle kinderen hebben recht op bescherming tegen elke vorm van geweld. De artikels uit het Kinderrechtenverdrag die hierop van toepassing zijn:

  • Artikel 19: Het recht van het kind op bescherming tegen alle vormen van geweld, verwaarlozing of misbruik
  • Artikel 34: Het recht van het kind op bescherming tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik 
  • Artikel 35: Het recht van het kind op bescherming tegen kinderhandel en ontvoering 
  • Artikel 36: Het recht van het kind op bescherming tegen alle andere vormen van uitbuiting

De indicatoren in dit thema vertellen ons iets meer over de situatie in Vlaanderen en Brussel met betrekking tot deze kinderrechten.

Percentage kinderen dat de voorbije 12 maanden fysiek geweld heeft ervaren

We vroegen aan jongeren of ze de voorbije 12 maanden in elkaar geslagen werden zodat ze verwondingen hadden. In 2023 gaf 1,9% van de Vlaamse jongeren (12-17 jaar) aan in de afgelopen 12 maanden in elkaar geslagen te zijn geweest met verwondingen als gevolg.  

Tabel: Verdeling van jongeren die fysiek geweld ervaarden in de afgelopen 12 maanden (12-17 jaar; %) 
 

Fysiek geweld ervaren 

Geen fysiek geweld ervaren 

Ik werd in elkaar geslagen zodat ik verwondingen had (N=2308 ) 

1,9% 

98,1% 

Bron: JOP-grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

De verschillen in het al dan niet ervaren van fysiek geweld met verwondingen als gevolg in de afgelopen 12 maanden verschilt enkel statistisch significant naargelang het al dan niet hebben van een handicap. Zo hebben jongeren met een handicap meer dan twee keer zo veel fysiek geweld met verwondingen als gevolge ervaren dan jongeren zonder handicap (4,3% tegenover 1,8%). 

Jongeren uit de grootstad geven dit dubbel zo vaak aan dan jongeren in de rest van Vlaanderen (3,1% tegenover 1,6%), maar dit verschil is niet statistisch significant. Hetzelfde geldt voor de (kleine) verschillen die er te zien zijn voor het ervaren van fysiek geweld naargelang gender, leeftijd en herkomst. 

Tabel: Sociale verschillen in het ervaren van fysiek geweld de afgelopen 12 maanden (12-17 jaar; in %) 
   

Fysiek geweld ervaren 

Geen fysiek geweld ervaren 

Gender                           
(Cramer’s V=0.015; p=0.781) 
Man/Jongen (n=1123) 

2,0% 

98,0% 

Vrouw/Meisje (n=1152) 

1,7% 

98,3% 

Non-binair en andere (n=34) 

2,9% 

97,1% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0.034; p=0.225) 
12-13 jaar (n= 592) 

2,5% 

97,5% 

14-15 jaar (n=886) 

1,4% 

98,6% 

16-17 jaar (n=829) 

1,9% 

98,1% 

Handicap                     
(Cramer’s V=0.044; p=0.035) 
Geen handicap (n=2168) 

1,8% 

98,2% 

Handicap (n=141) 

4,3% 

95,7% 

Herkomst                     
(Cramer’s V=0.022; p=0.575) 
Belgisch (n=1690) 

1,7% 

98,3% 

Niet-Belgisch EU (n=168) 

1,8% 

98,2% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=445) 

2,5% 

97,5% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0.040; p=0.052) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=1918) 

1,6% 

98,4% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=390) 

3,1% 

96,9% 

Bron: JOP Grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

Percentage kinderen dat in de afgelopen 12 maanden discriminatie heeft ondervonden

We vroegen aan jongeren om aan te geven of ze zich de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd of slecht behandeld hebben gevoeld. Ze konden deze vraag beantwoorden met ‘ja’ of ‘nee’. In 2023 geeft 19,3% van de jongeren (12-17 jaar) aan zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld te hebben.  

Tabel: Verdeling van jongeren die zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd of slecht behandeld voelden (12-17 jaar; %)
 

Ja 

Nee 

Ik heb mij in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld (N=2528) 

19,3% 

80,7% 

Bron: JOP-grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

De verschillen in het al dan niet ondervinden van discriminatie blijken statistisch significant naargelang alle achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd, het al dan niet hebben van een handicap en herkomst), behalve naargelang verstedelijking. 

Zo geeft ongeveer één op drie jongeren met een non-binaire of andere genderidentiteit aan zich gediscrimineerd gevoeld te hebben de afgelopen 12 maanden (30,6%), tegenover één vierde van de meisjes (24,5%) en ongeveer één op zes van de jongens (13,9%). 

Hoe ouder jongeren, hoe vaker ze aangeven discriminatie ondervonden te hebben in de afgelopen 12 maanden, respectievelijk 21,2% van de 16 tot en met 17 jarigen, 20,5% van de 13 tot en met 15 jarigen en 15,0% van de 12 tot en met 13 jarigen.  

Jongeren met een handicap ervaarden in de afgelopen 12 maanden dubbel zo veel discriminatie dan zij zonder handicap (39,0% tegenover 18,1%).  

Jongeren met een Belgische afkomst rapporteerden het minst discriminatie te ervaren (17,2%). Eén vierde van de jongeren met een niet-Belgische herkomst binnen de EU (22,4%) en bijna één derde jongeren van de jongeren met een niet-Belgische herkomst buiten de EU (27,4%) gaven aan discriminatie ervaren te hebben. 

Jongeren in de grootstad geven iets vaker aan zich gediscrimineerd te voelen dan jongeren in de rest van Vlaanderen (21,8% tegenover 18,8%), maar dit verschil is niet statistisch significant.  

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden (12-17 jaar; in %) 
   

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Gender                          
(Cramer’s V=0.138; p<0.001 ) 
Man/Jongen (n=1268) 

13,9% 

86,1% 

Vrouw/Meisje (n=1223) 

24,5% 

75,5% 

Non-binair en andere (n=36) 

30,6% 

69,4% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0.065; p=0.005) 
12-13 jaar (n= 660) 

15,0% 

85,0% 

13-15 jaar (n=977) 

20,5% 

79,5% 

16-17 jaar (n=892) 

21,2% 

78,8% 

Handicap                    
(Cramer’s V=0.124; p<0.001) 
Geen handicap (n=2383) 

18,1% 

81,9% 

Handicap (n=146) 

39,0% 

61,0% 

Herkomst                     
(Cramer’s V= 0.103; p<0.001) 
Belgisch (n=1804) 

17,2% 

82,8% 

Niet-Belgisch EU (n=183) 

22,4% 

77,6% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=496) 

27,4% 

72,6% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0.029; p=0.142 ) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2083) 

18,8% 

81,2% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445) 

21,8% 

78,2% 

Bron: JOP Grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

Percentage kinderen dat in de afgelopen 12 maanden discriminatie heeft ondervonden naar grond

We vroegen aan jongeren op basis van welk(e) kenmerk(en) ze zich de 12 maanden gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben. Hierbij konden ze kiezen uit: 

  1. etnische en culturele afkomst
  2. geslacht, gender of genderidentiteit
  3. geloof
  4. huidskleur
  5. seksuele voorkeur
  6. taal
  7. handicap
  8. leeftijd
  9. hoe veel geld je hebt
  10. politieke voorkeur

Meerdere antwoorden op de vraag waren mogelijk. Jongeren (12-17 jaar) geven in 2023 aan zich het vaakst gediscrimineerd te voelen op grond van hun huidskleur (3,3%), respectievelijk gevolgd door hun leeftijd (3,1%), culturele of etnische afkomst (3,0%), taal (2,6%), geslacht, gender of genderidentiteit (2,5%), geloof (2,1%), seksuele voorkeur (1,9%), hoe veel geld ze hebben (1,7%), handicap of ziekte (0,9%) en politieke overtuiging (0,6%).  

Op het eerste zicht lijken deze percentages niet ver uit elkaar te liggen, maar wanneer gekeken wordt naar de mate waarin jongeren zich gediscrimineerd voelen naar grond binnenin de groep jongeren die aangaf zich gediscrimineerd gevoeld te hebben de afgelopen 12 maanden is kansverhouding wel groter. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de meeste jongeren die zich gediscrimineerd voelden, zich gediscrimineerd voelden op basis van hun huidskleur (16,9%) en het minst op basis van hun politieke overtuiging (3,3%). Dat wil zeggen dat er vijf keer meer jongeren zijn die zich gediscrimineerd voelen op basis van hun huidskleur dan op basis van hun politieke voorkeur. 

Tabel: Verdeling van jongeren die zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd of slecht behandeld voelden op basis van een bepaald kenmerk (12-17 jaar; %) 
 

Jongeren algemeen 

(N=2528) 

Jongeren die zich de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd voelden (N=488) 

 

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Culturele of etnische afkomst 

3,0% 

97,0% 

15,5% 

Geloof 

2,1% 

97,9% 

10,7% 

Geslacht, gender of genderidentiteit 

2,5% 

97,5% 

12,8% 

Huidskleur 

3,3% 

96,7% 

16,9% 

Seksuele voorkeur 

1,9% 

98,1% 

9,8% 

Taal 

2,6% 

97,4% 

13,2% 

Handicap of ziekte 

0,9% 

99,1% 

4,7% 

Leeftijd 

3,1% 

96,9% 

16,1% 

Hoeveel geld je hebt 

1,7% 

98,3% 

8,6% 

Politieke overtuiging 

0,6% 

99,4% 

3,3% 

Bron: JOP-grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

Per discriminatiegrond wordt gekeken of er verschillen terug te vinden zijn naargelang vijf verschillende demografische factoren. 

Ten eerste blijkt dat jongeren statistisch significant verschillen in het ervaren van discriminatie op basis van hun etnische of culturele afkomst naargelang geslacht, leeftijd, herkomst en verstedelijking. Zo blijkt dat meisjes dit het vaakst ervaren (3,9%), gevolgd door jongeren met een non-binaire en andere genderidentiteit (2,8%) en jongens (2,1%). Jongeren van 16 tot en met 17 jaren ervaren dit het vaakst (4,7%), gevolgd door 13 tot en met 15 jarigen (2,8%) en 12 tot en met 13 jarigen (0,9%). Jongeren met een niet-Belgische herkomst buiten de EU ervaren dit dubbel zo vaak dan jongeren met een niet-Belgische herkomst binnen de EU (10,5% tegenover 4,9%). Jongeren met een Belgische herkomst ervaren dit in slechts 0,8% van de gevallen. Verder ervaren jongeren in de grootstedelijke context dit drie keer zoveel als jongeren in de niet-grootstedelijke context (6,3% tegenover 2,3%). Er zijn geen statistisch significante verschillen vastgesteld hiervoor naargelang het al dan niet hebben van een handicap. 

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang etnische of culturele afkomst  (12-17 jaar; in %) 
   

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Gender                          
(Cramer’s V=0.055; p=0.022 ) 
Man/Jongen (n=1268) 

2,1% 

97,9% 

Vrouw/Meisje (n=1223) 

3,9% 

96,1% 

Non-binair en andere (n=36) 

2,8% 

97,2% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0.087; p<0.001 ) 
12-13 jaar (n= 660) 

0,9% 

99,1% 

13-15 jaar (n=976) 

2,8% 

97,2% 

16-17 jaar (n=891) 

4,7% 

95,3% 

Handicap                    
(Cramer’s V=0.016; p=0.421) 
Geen handicap (n=2383) 

2,9% 

97,1% 

Handicap (n=146) 

4,1% 

95,9% 

Herkomst                     
(Cramer’s V=0.224; p<0.001) 
Belgisch (n= 1804) 

0.8% 

99,2% 

Niet-Belgisch EU (n= 183) 

4,9% 

95,1% 

Niet-Belgisch niet-EU (n= 496) 

10,5% 

89,5% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0.091; p<0.001) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053) 

2,3% 

93,7% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445) 

6,3% 

97,7% 

Bron: JOP Grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

 

Ten tweede verschillen jongeren statistisch significant in het ervaren van discriminatie op basis van hun geslacht, gender of genderidentiteit naargelang gender, handicap en verstedelijking. Eén tiende van de jongeren met een non-binaire of andere genderidentiteit geven aan dit te hebben ervaren (10,8%), tegenover telkens minder dan één op twintig meisjes en jongens (3,7% en 1,0%). Jongeren met een handicap ervaren dit drie keer zoveel als jongeren zonder handicap (6,8% tegenover 2,2%). Verder ervaren jongeren in de grootstad dit dubbel zoveel als jongeren in de niet-grootstedelijke context (4,3% tegenover 2,1%). Er zijn geen statistisch significante verschillen vastgesteld hiervoor naargelang de leeftijd en de herkomst van de jongeren.  

 

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang geslacht, gender of genderidentiteit  (12-17 jaar; in %) 

  

  

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Gender                          
(Cramer’s V=0.108; p<0.001) 
Man/Jongen (n=1268) 

1,0% 

99,0% 

Vrouw /Meisje (n=1223) 

3,7% 

69,3% 

Non-binair en andere (n=36) 

10,8% 

89,2% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0.033; p=0.248 ) 
12-13 jaar (n=660) 

1,7% 

98,3% 

13-15 jaar (n=977) 

3,0% 

97,0% 

16-17 jaar (n=891) 

2,5% 

97,5% 

Handicap                    
(Cramer’s V=0.070; p<0.001) 
Geen handicap (n=2382) 

2,2% 

97,8% 

Handicap (n=146) 

6,8% 

93,2% 

Herkomst                     
(Cramer’s V=0.025; p=0.456) 
Belgisch (n=1804) 

2,3% 

97,7% 

Niet-Belgisch EU (n=183) 

3,8% 

69,2% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=469) 

2,6% 

97,4% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0.054; p=0.006 ) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053) 

2,1% 

97,9% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445) 

4,3% 

95,7% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen) 

Ten derde verschillen jongeren statistisch significant in het ervaren van discriminatie op basis van geloof naargelang gender, herkomst en verstedelijking. Jongeren met een non-binaire of andere genderidentiteit (5,6%) ervaren dit bijna twee keer zoveel als meisjes (2,9%) en bijna zes keer zoveel als jongens (1,2%). Jongeren met een niet-Belgische herkomst buiten de EU (6,5%) ervaren dit twee keer zoveel als jongeren met een niet-Belgische herkomst binnen de EU (2,7%) en bijna zes keer zoveel als jongeren met een Belgische herkomst (0,9%). Verder ervaren jongeren in de grootstad dit bijna vijf keer zoveel als jongeren in de rest van Vlaanderen (4,9% tegenover 1,4%). Er zijn geen statistisch significante verschillen vastgesteld hiervoor naargelang de leeftijd van jongeren en het al dan niet hebben van een handicap. 

 

Tabel: Sociale verschillen in het al dan niet zich gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld hebben in de afgelopen 12 maanden naargelang geloof  (12-17 jaar; in %) 

  

  

Gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Niet gediscrimineerd of slecht behandeld gevoeld 

Gender                          
(Cramer’s V=0.066; p=0.004 ) 
Man/Jongen (n=1268) 

1,2% 

98,8% 

Vrouw/Meisje (n=1223) 

2,9% 

97,1% 

Non-binair en andere (n=36) 

5,6% 

94,4% 

Leeftijd                          
(Cramer’s V=0.036; p= 0.195) 
12-13 jaar (n= 660) 

1,20% 

98,80% 

13-15 jaar (n=977) 

2,30% 

97,70% 

16-17 jaar (n=891) 

2,50% 

97,50% 

Handicap                   
(Cramer’s V=0.0125; p=0.540) 
Geen handicap (n= xxx) 

2,0% 

98,0% 

Handicap (n= xxx) 

2,8% 

97,2% 

Herkomst                     
(Cramer’s V=0.153; p<0.001) 
Belgisch (n=1804) 

0,9% 

99,1% 

Niet-Belgisch EU (n=183) 

2,7% 

97,3% 

Niet-Belgisch niet-EU (n=469) 

6,5% 

93,5% 

Verstedelijking         
(Cramer’s V=0.094; p<0.001) 
Vlaanderen - geen grootstad (n=2053) 

1,4% 

98,6% 

Grootstad (Gent - Antwerpen - Brussel; n=445) 

4,9% 

95,1% 

Bron: JOP grootstedelijke monitor 2023 (gewichten toegepast zodat de sample representatief is voor Vlaanderen)