Vraag en antwoord nutriëntenemissierechten
Nutriëntenemissierechten
Er wordt voor de afroming geen rekening gehouden met nutriëntenemissierechten die verworven werden na 1/1/2017.
Het aantal NER dat een landbouwer behoudt, wordt bepaald aan de hand van een wettelijk bepaalde berekeningswijze. Zo wordt eerst een gemiddelde genomen van de dieraantallen van de jaren 2020, 2021 en 2022. Daar wordt een schommelingsmarge van 10% aan toegevoegd. Voor legkippen wordt rekening gehouden met de hoogste invulling van die referentiejaren.
Op 20 augustus 2024 heeft iedere landbouwer een bericht gekregen met de nieuwe stand van zaken van het aantal NER voor zijn bedrijf.
Meer informatie: Stikstofaanpak > Brongerichte maatregelen > Nutriëntenemissierechten
Op 20 augustus 2024 heeft de Mestbank de landbouwers via het Mestbankloket geïnformeerd over het aantal nutriëntenemissierechten dat ze – na afroming – behouden. Landbouwers zonder e-mailadres worden eind augustus per brief geïnformeerd.
Landbouwers die gestopt waren ten laatste op 31 december 2008 en de erfgenamen van landbouwers die al 5 jaar of langer overleden zijn, zullen geen infobrief ontvangen omdat het adres geschrapt is omwille van de privacywetgeving. Wie dat wenst, kan die infobrief op naam wel opvragen bij de Mestbank. U stuurt daarvoor een mail naar ner.oost@vlm.be(opent in uw e-mail applicatie) (provincies Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant) of ner.west@vlm.be(opent in uw e-mail applicatie) (provincies West- en Oost-Vlaanderen).
Alle dossiers van 2023 zijn in principe afgehandeld. U kunt het best contact opnemen met de VLM via info@vlm.be(opent in uw e-mail applicatie) als uw dossier van 2023 nog niet is behandeld.
Landbouwers konden in specifieke gevallen (vb. overmacht) bezwaar indienen tot 1 oktober 2024. Zo’n 2000 landbouwers maakten gebruik van de mogelijkheid om bezwaar in te dienen tegen hun berekening.
Meer informatie: Stikstofaanpak > Brongerichte maatregelen > Nutriëntenemissierechten
Initieel toegekende NER zijn vrij invulbaar. Die NER kunnen ingevuld worden met iedere diersoort. Bij een overname van vrije NER, worden die NER vast. De overnemer kan ze alleen gebruiken voor de specifieke diersoort. Op de pagina over de overname van NER-D vindt u hierover meer informatie.
De wetgever wil er zeker van zijn dat de slapende NER ook in de toekomst niet ingevuld worden. Vandaar de afroming.
Dat klopt. NER die sinds 2017 werden overgenomen worden niet afgeroomd.
Het systeem van NER laat toe dat een landbouwer zijn bedrijf zonder probleem kan verderzetten. Als een andere landbouwer het bedrijf overneemt en dat op dezelfde manier wil uitbaten, moet hij inderdaad NER bijkopen. NER zijn vrij verhandelbaar, dus kan die landbouwer NER van een andere landbouwer overnemen.
De VLM annuleert eerst de slapende NER. Daarna bekijkt ze de overdracht van 1 januari 2024 en later. Als de over te dragen NER niet meer beschikbaar zijn door de afroming van de slapende NER, neemt de VLM contact op met de landbouwer. De wetgever heeft namelijk bepaald dat de hervorming van de NER met terugwerkende kracht moet ingaan.
Dat wordt dossier per dossier bekeken.
In het verleden waren er verschillende manieren om NER te verkrijgen in het kader van bedrijfsontwikkeling. Een van die manieren was het aanvragen van NER-MVW (mestverwerking). Van bij de aanvraag was het duidelijk wat de voorwaarden zijn om de NER-MVW te behouden, met name de hoeveelheid N die moest verwerkt worden om de NER-MVW te behouden.
Het doel van de vrijwillige stopzettingsregeling van de varkens is om de actieve productie te verminderen én te vergoeden. De slapende NER zijn NER die al jaren niet meer actief gebruikt worden. Als de landbouwer instapt in de vrijwillige stopzettingsregeling, worden eerst de slapende NER geannuleerd, daarna wordt de vergoeding berekend.
Als u in 2024 een landbouwernummer hebt gevraagd, zijn de overdrachtsregels van NER van toepassing. In het geval van uitzonderlijke dossiers (het erven van NER met terugwerkende kracht) mag u contact opnemen met de VLM via info@vlm.be(opent in uw e-mail applicatie).
Als er tijdens de referentiejaren ook geen dieren werden gehouden, worden die NER geannuleerd.
NER die werden overgenomen sinds 2007 worden vergoed. Initieel toegekende NER worden niet vergoed. 17.856 landbouwers hadden in totaal 302 miljoen NER op 1 januari 2024. Bij 7.525 landbouwers worden geen NER geannuleerd en wijzigt er niets. Bij 10.331 landbouwers worden er 26,8 miljoen ongebruikte NER geannuleerd. 9.044 van hen krijgen ook een vergoeding, goed voor een totaal van 6,3 miljoen euro.
NER die overgenomen zijn sinds 2007, worden vergoed, conform de regels in het decreet. 17.856 landbouwers hadden in totaal 302 miljoen NER op 1 januari 2024. Bij 7.525 landbouwers worden geen NER geannuleerd en wijzigt er niets. Bij 10.331 landbouwers worden er 26,8 miljoen ongebruikte NER geannuleerd. 9.044 van hen krijgen ook een vergoeding, goed voor een totaal van 6,3 miljoen euro.
De prijs van 1 euro werd vastgelegd door de wetgever.
Om het aantal slapende NER te bepalen, worden de NER-MVW niet mee in rekening gebracht, zoals bepaald in het N-decreet. Aangezien de NER-MVW niet in rekening worden gebracht bij de bepaling van het aantal slapende NER, kunnen ze ook niet geannuleerd worden.
Alle NER die verworven zijn na 1/1/2007, worden vergoed conform de regels in het decreet. Ook als er niet voor betaald werd.
Als, omwille van ziekte, de gemiddelde veebezetting meer dan 10% lager lag dan normaal, kan het bedrijf bezwaar indienen om de betreffende jaren niet te laten meetellen in de berekening. Ook andere situaties waarin er een lagere veebezetting was (bijvoorbeeld door een ziekte van de zaakvoerder, een stalbrand) komen in aanmerking voor een bezwaarschrift. De landbouwer moet een geval van overmacht omschrijven en kunnen aantonen (bijv. door middel van bepaalde facturen, verzekeringsdocumenten, …). Het bezwaar moet uiterlijk op 1 oktober 2024 ingediend worden.
Het is aan de landbouwer om te omschrijven waarom er in sommige jaren een afwijkende bezetting was.
Als er al meerdere jaren een verminderde bezetting is, los van de reden, dan worden die NER geannuleerd.
Een door de landbouwer gemaakte economische keuze om minder dieren te houden, wordt niet beschouwd als overmacht.
Ja. De volledige dierbezetting wordt in rekening gebracht bij het afromen van slapende NER. Kalkoenen en geiten vallen onder de diercategorie ‘NER-D andere’.
De hoeveelheid grond doet er niet toe. Als u meer dan 2 ha hebt of meer dan 300 kg P2O5 uit dierlijke mest produceert, bent u aangifteplichtig én hebt u NER nodig. Als u meer dan 2 ha landbouwgrond exploiteert, maar minder dan 300 kg P2O5 uit dierlijke mest produceert, bent u weliswaar aangifteplichtig, maar moet u geen NER hebben voor uw dieren.
Het Mestdecreet maakt geen onderscheid tussen hobbypaarden en andere paarden. Wie meer dan 300 kg P2O5 uit dierlijke mest produceert, is aangifteplichtig en heeft NER nodig voor de gehouden dieren.