Pers

Terug naar overzicht
Brussel

Biodiversiteitsbeleid schakelde een versnelling hoger, maar versnippering blijft een structureel probleem


Het Vlaams biodiversiteitsbeleid schakelde de voorbije legislatuur een versnelling hoger met het verwerven van natuurgebieden, de uitrol van effectief natuurbeheer en het toegankelijk maken van natuur- en bosgebieden. Dit blijkt uit een vernieuwde set van natuurindicatoren die het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO vandaag publiceert.

De Vlaamse overheid en de private partners (natuurverenigingen of particulieren) kochten in 2023 samen 2524 hectare gronden aan in functie van natuurontwikkeling en -beheer. Die terreinen moeten onder andere dienen voor bosuitbreiding en voor het realiseren van natte natuur. Beide helpen om de gevolgen van de wereldwijde klimaatverandering, zoals overstromingen, droogteperiodes en hitte, op te vangen. Ze maken het ook mogelijk om in het dichtbevolkte Vlaanderen meer nabije natuur toegankelijk te maken. De jaarlijks aangekochte oppervlakte en de budgettaire middelen voor terreinverwerving kenden in de regeerperiode 2019-2024 een stijgende trend.

De oppervlakte gebieden met effectief natuurbeheer nam in 2023 toe met 7.159 ha, dit is de sterkste toename sinds 2014. De totale oppervlakte met effectief natuurbeheer beslaat nu 107.668 ha, of 8% van Vlaanderen. Deze gebieden hebben een reservaatstatuut of een goedgekeurd uitgebreid beheerplan. De mate waarin het beheer gericht is op het behalen van natuurdoelen  kan verschillen binnen de diverse beheerplannen. In sommige gebieden met effectief natuurbeheer is de natuurfunctie neven- of zelfs ondergeschikt aan andere functies zoals bijvoorbeeld militair gebruik. Tegelijk nam ook de oppervlakte bossen en natuurreservaten met een toegankelijkheidsregeling opnieuw sterk toe. 

De versnellingen in het beleid zijn geen overbodige luxe. De meeste habitats (leefgebieden) en planten- en diersoorten van Europees belang bevinden zich in Vlaanderen in een ongunstige staat van instandhouding. De Europese Habitat- en Vogelrichtlijn, die al sinds de jaren 90 van de vorige eeuw zijn omgezet in Vlaamse wetgeving, leggen Vlaanderen op om naar een gunstige staat van instandhouding te evolueren. Begin 2025 brengt INBO opnieuw zijn zesjaarlijks rapport uit over de evolutie van de staat van de Vlaamse Europees beschermde natuur. 

Versnippering blijft een probleem

Voorlopig blijft de fragmentatie van natuur in kleine snippers, temidden van een natuur-onvriendelijk landschap, een structureel probleem De versnippering zorgt er ook voor dat de bossen in Vlaanderen tot de meest versnipperde van Europa behoren, en dat meer dan de helft van die bossen vooral uit bosrand bestaat. Dit betekent dat je nooit meer dan 50 m van de eigenlijke bosrand verwijderd bent. Kleine bossen, met veel bosrand, hebben meer invloed van externe verstoringen zoals klimaatopwarming, droogte, invasieve soorten en vermesting. Vlaanderen bestaat voor 12,5% uit gebieden die beschermd en onderling goed verbonden zijn, als we dit berekenen op basis van Vlaamse data. Berekend op basis van anders opgevatte Europese data, haalt Vlaanderen 10,5% goed verbonden beschermde gebieden. Een welvarend en dichtbevolkt land als Nederland haalt 16,8%. Het streefdoel van de Verenigde Naties is dit tegen 2030 op te krikken tot 30%. ‘Goed verbonden’ betekent dat er tussen die gebieden een effectieve uitwisseling plaatsvindt van organismen, genen of ecologische processen. Die verbindingen zijn cruciaal voor het voortbestaan van levensvatbare populaties, zeker wanneer ze geconfronteerd worden met klimaat- en milieuveranderingen in steeds meer door de mens omgevormde en gefragmenteerde landschappen.