Publicatiedatum: 2024-05-30T16:00:00
INBO lanceert ‘Aandeel bosrand’ als experimentele indicator. We ontvangen graag uw opmerkingen om de leesbaarheid en bruikbaarheid ervan te verbeteren. Suggesties zijn welkom op .
De bossen in Vlaanderen zijn sterk versnipperd. Daardoor bestond in 2021 meer dan de helft van de totale bosoppervlakte uit bossen met minstens 75 procent bosrand. Dit aandeel is toegenomen sinds 2009.
De indicator toont de evolutie van het aandeel bosrand ten opzichte van de totale oppervlakte van een bos. Versnippering van het bosareaal leidt tot kleinere bosfragmenten waardoor het aandeel randhabitat en de ecologische impact per fragment toeneemt. De indicator is daarmee een maat voor de potentiële impact van versnippering op het bosecosysteem.
In een bosrand werken externe verstoringen zoals klimaatopwarming, droogte, invasieve soorten en vermesting sterker door dan in de kern van een bos. We beschouwen de zone tot 50 meter van de rand van een bos als bosrand. Dat is een conservatieve inschatting, aangezien onder andere temperatuureffecten tot meer dan 100 meter diep in een bos inwerken (Harper e.a. 2005; Hofmeister e.a. 2019). Randeffecten vergroten de druk op de koelere, vochtigere boskernen en op de soorten die daarmee verbonden zijn.
Meer dan de helft van de totale bosoppervlakte bestaat uit bossen met minstens 75 procent randhabitat (Figuur 1). Tussen 2009 en 2021 nam het aandeel bossen dat voor 25-50% uit bosrandhabitat bestaat af. De bossen die voor 75-100% uit bosrand bestaan namen in aandeel toe. Het gemiddeld aandeel bosrand lijkt verder toe te nemen, maar de foutenmarge op de veranderingscellen van de Boswijzer laat niet toe om statistisch significante conclusies te formuleren over kortere tijdsreeksen (Quataert, De Keersmaeker, en Van Daele 2019). Het aandeel bosrand kan toenemen door de aanplant van nieuwe geïsoleerde bosjes, het beheer van bestaande bossen (kappingen of dunningen) of ontbossing.
Publicatiedatum: 2024-05-30T16:00:00
Het aandeel randhabitat wordt berekend op basis van de Boswijzers van 2009, 2012, 2015, 2018 en 2021. De Boswijzer is een binaire rasterkaart die aangeeft welke cellen bos (1) en niet-bos (0) zijn. Om het aandeel randhabitat in de totale bosoppervlakte te bepalen, wordt een buffer van 50 m rond de niet-boscellen gelegd via een Euclidean Distance-operatie in ArcGIS. Alle boscellen die binnen 50 m van een niet-boscel vallen, worden op deze manier aangeduid als randhabitat. In een volgende stap worden de afzonderlijke bosclusters geïdentificeerd (Region Group). Vervolgens wordt per boscluster het aandeel bosrand als percentage van de oppervlakte van die cluster berekend (Zonal Statistics as Table).
De verandering van het aandeel bosrandhabitat over de tijd werd getest met een lineair regressiemodel op alle datapunten met als responsvariabele het aandeel bosrand en als stuurvariabele de betreffende jaren (2009, 2012, 2015, 2018, 2021). Dit model wijst op een lichte toename bosrandhabitat over de tijd (0,07% per jaar of 0,8% tussen 2009 en 2021).
Een chi-kwadraattest toont een significant verschil tussen de verdeling in klassen op basis van de hoeveelheid bosrand tussen 2009 en 2021.
De foutenmarge op de veranderingscellen van de Boswijzer laat niet toe om statistisch significante conclusies te formuleren over een kort tijdsinterval (Quataert, De Keersmaeker, en Van Daele 2019).
Figuur 1 suggereert dat in 2021 0,6% van de totale bosoppervlakte behoort tot de klasse met minder dan 25% bosrand, terwijl deze klasse in de andere jaren afwezig is. Deze verschuiving is echter te wijten aan een classificatiefout in de Boswijzer.
Broncode indicator: bosrand.Rmd
Broncode metadata: metadata_bosrand.Rmd
Beschrijving | Gegevens | Metadata |
---|---|---|
aandeel bosrand per boscluster | bosrand.csv | bosrand.yml |