Overslaan en naar de inhoud gaan

Bovenlokaalcultuurdecreet van 8 maart 2024

Optimalisatie en heroriëntatie

Een nieuw Bovenlokaalcultuurdecreet is momenteel in volle voorbereiding. Het nieuwe decreet is het resultaat van de evaluatie van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, de optimalisatie en heroriëntering van het Participatiedecreet en het decreet Lokaal Cultuurbeleid, de herijking van de sectordecreten, de principes van de regiovorming en de fusies van gemeenten. Het nieuwe Bovenlokaalcultuurdecreet bevat ook subsidielijnen uit het Participatiedecreet en uit het decreet lokaal cultuurbeleid.

Op 6 maart 2024 keurde het Vlaams Parlement het geoptimaliseerde Bovenlokaalcultuurdecreet goed en op 8 maart 2024 werd het nieuwe decreet bekrachtigd door de Vlaamse Regering.

Dit decreet bevat de krachtlijnen en essentiële elementen van het nieuwe decretale kader. Andere interessante informatie, waaronder het advies van de SARC, vind je in de memorie van toelichting.

De concrete uitwerking, timing en procedures van o.a. de aanvragen, de beslissing, de berekening van de subsidies, de verantwoording en het toezicht zullen worden opgenomen in het uitvoeringsbesluit

Doel en krachtlijnen

Het nieuwe Bovenlokaalcultuurdecreet heeft, net als zijn voorganger, tot doel om een kwalitatieve, duurzame, diverse en geïntegreerde bovenlokale cultuurwerking uit te bouwen, te stimuleren, te optimaliseren en participatie te bevorderen.

Het decreet gaat daarbij uit van vijf krachtlijnen of principes:

  1. Culturele sectoren en disciplines die een bovenlokale meerwaarde bieden, ondersteunen en stimuleren tot transversaal samenwerken;
  2. Het verbindende karakter van het bovenlokale veld tussen het lokale cultuurbeleid en het Vlaamse niveau erkennen en versterken;
  3. Aandacht hebben voor regionale verschillen;
  4. In het kader van bovenlokaal cultuurwerk, samenwerkingen met andere beleidsvelden in een cultureel ecosysteem stimuleren;
  5. Aandacht hebben voor innovatie en vernieuwende voorbeeldwerkingen

Acht subsidie-instrumenten

Om deze doelstellingen te realiseren voorziet het decreet acht subsidie-instrumenten:

  1. Projectsubsidies voor kleine bovenlokale cultuurprojecten met een maximale looptijd van één jaar

    Dit is een nieuwe laagdrempelige subsidielijn voor kleine projecten die relevant zijn voor het werkingsgebied van een intergemeentelijk samenwerkingsverband met een bovenlokale cultuurwerking of die relevant zijn voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. De eerste projectsubsidies binnen deze subsidielijn worden toegekend voor kleine projecten die starten vanaf 1 juli 2027.
  2. Projectsubsidies voor grote, transversale bovenlokale cultuurprojecten met een maximale looptijd van drie jaar

    Deze subsidielijn is de verderzetting van de bestaande subsidielijn voor bovenlokale cultuurprojecten in het huidige bovenlokaal cultuurdecreet van 15 juni 2018. De eerste projectsubsidies binnen deze subsidielijn worden toegekend voor grote projecten die starten vanaf 1 januari 2027.

  3. Werkingssubsidies aan een steunpunt voor bovenlokale cultuur, toegekend voor een subsidieperiode van maximaal vijf jaar

    De eerste subsidieperiode voor werkingssubsidies aan een steunpunt voor bovenlokale cultuur start op 1 januari 2025.

  4. Werkingssubsidies aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor een bovenlokale cultuurwerking, toegekend voor een subsidieperiode van maximaal zes jaar

    De eerste subsidieperiode voor deze werkingssubsidies start op 1 januari 2027. Dat betekent dat de huidige subsidieperiode van de bestaande intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die momenteel gesubsidieerd worden op basis van het Bovenlokaal Cultuurdecreet van 15 juni 2018, met één jaar verlengd wordt tot 31 december 2026.

     
  5. Werkingssubsidies aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor een bovenlokaal netwerk vrijetijdsparticipatie, toegekend voor een subsidieperiode van maximaal zes jaar

    De lokale netwerken uit het huidige Participatiedecreet worden opgeschaald tot bovenlokale netwerken vrijetijdsparticipatie. Om deze werkingssubsidie te kunnen ontvangen, moet een intergemeentelijk samenwerkingsverband ook gesubsidieerd worden voor een bovenlokale cultuurwerking. De eerste subsidieperiode voor deze nieuwe subsidielijn start op 1 januari 2027. Dat betekent dat de huidige subsidieperiode van gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die momenteel gesubsidieerd worden op basis van het Participatiedecreet voor een lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie, wordt verlengd tot 31 december 2026.
  6. Werkingssubsidies aan gemeenten in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad om een gemeentelijk Nederlandstalig cultuurbeleid te voeren, toegekend voor een subsidieperiode van zes jaar

    Dit is een verderzetting van de subsidielijn uit het Decreet Lokaal Cultuurbeleid. De eerste subsidieperiode voor deze subsidielijn start op 1 januari 2027. Daarom wordt de huidige subsidieperiode van gemeenten in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die momenteel gesubsidieerd worden op basis van het Decreet Lokaal Cultuurbeleid voor de uitvoering van een cultuurbeleidsplan, verlengd tot 31 december 2026.

  7. Werkingssubsidies aan gemeenten in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad om een gemeentelijke, Nederlandstalige openbare bibliotheek te organiseren, toegekend voor een subsidieperiode van zes jaar. 

    Dit is een verderzetting van de subsidielijn uit het Decreet Lokaal Cultuurbeleid. De eerste subsidieperiode voor deze werkingssubsidies start op 1 januari 2027. Daarom wordt de huidige subsidieperiode van gemeenten in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die momenteel gesubsidieerd worden op basis van het Decreet Lokaal Cultuurbeleid voor de organisatie van een gemeentelijke Nederlandstalige openbare bibliotheek, verlengd tot 31 december 2026. 
  8. Werkingssubsidies aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie om een kwaliteitsvol en duurzaam bovenlokaal cultuurbeleid in Brussel te stimuleren en om een bovenlokaal netwerk vrijetijdsparticipatie te organiseren, toegekend voor een subsidieperiode van vijf jaar. 

    Ook dit is een verderzetting van de subsidielijn uit het Decreet Lokaal Cultuurbeleid, maar de Vlaamse Gemeenschapscommissie krijgt een bijkomende opdracht om een Bovenlokaal Netwerk Vrijetijdsparticipatie te organiseren. De eerste subsidieperiode voor deze werkingssubsidies aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie start op 1 januari 2027. Daarom wordt de huidige subsidieperiode van de Vlaamse Gemeenschapscommissie op basis van het Decreet Lokaal Cultuurbeleid, verlengd tot 31 december 2026. Bijgevolg wordt ook de duur van de huidige convenant tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Gemeenschapscommissie verlengd.

Interessante documenten

  • Bovenlokaalcultuurdecreet van 8 maart 2024: Dit decreet werd op 6 maart 2024 aangenomen door het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering besliste op 8 maart 2024 tot bekrachtiging en afkondiging van het decreet over de bovenlokale cultuurwerking. Het decreet werd op 22 april 2024 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en trad in werking op 2 mei 2024. 
  • Op 26 april werd het uitvoeringsbesluit goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
  • De memorie van toelichting schetst de inhoudelijke context en de uitgangspunten van het decreet.