Recht op wetenschappelijk onderzoek
Onderzoek naar de Vlaamse Gebarentaal en haar gebruikers is jong en schaars. Dat heeft onder meer te maken met de lage status van VGT. Meer dan 100 jaar lang werden gebarentalen enkel gebruikt voor onderlinge contacten binnen Dovengemeenschappen en speelden ze daarbuiten nauwelijks een rol. Gebarentalen werden niet gebruikt in belangrijke maatschappelijke domeinen als onderwijs, wetenschap, media, enzovoort. In zekere zin is dat nog steeds niet het geval, al is er wel degelijk sprake van een steeds ruimere maatschappelijke rol voor gebarentalen, ook voor de Vlaamse. Een bijkomende reden is dat er veel meer middelen worden geïnvesteerd in onderzoek naar medische aspecten van doofheid en technologische ontwikkelingen zoals het cochleair implant, dan in taalkundig en cultureel onderzoek naar gebarentalen en Dovengemeenschappen.
Sinds de jaren 1990 is er in Vlaanderen via projecten en (kortlopende) mandaten van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek wel een zekere continuïteit geweest in het taalkundig onderzoek naar de Vlaamse Gebarentaal. Sinds de jaren 2000 kon ook het onderzoek naar de Vlaamse Dovengemeenschap en Dovencultuur via projecten worden verdergezet. De overwegend projectmatige organisatie van dat onderzoek heeft echter beperkingen. Er is dan ook een grote nood aan permanent en interdisciplinair onderzoek rond aspecten van Vlaamse Gebarentaal, de Vlaamse Gebarentaalgemeenschap, Dovencultuur, onderwijs, media, ouder-kind interactie, enzovoort. De Vlaamse universiteiten blijven de plaats bij uitstek om aan fundamenteel wetenschappelijk onderzoek te doen. Bij voorkeur steeds in samenwerking met de verschillende Dovenorganisaties.
"Investeer in permanent en interdisciplinair wetenschappelijk onderzoek naar de Vlaamse Gebarentaal en de Vlaamse Gebarentaalgemeenschap aan Vlaamse universiteiten, en dit in samenwerking met representatieve Dovenorganisaties."