Overslaan en naar de inhoud gaan

Investeringssubsidies voor kwaliteitsvolle basisvoorzieningen en inrichting van jeugdinfrastructuur

Het is niet meer mogelijk om voor deze subsidielijn een aanvraag in te dienen.

Wat

Lokale jeugdorganisaties kunnen subsidies aanvragen om hun infrastructuur te moderniseren, extra ruimte te voorzien en een antwoord te bieden op bovenlokale noden. Hierbij is het van belang dat meerdere organisaties gebruik kunnen maken van de infrastructuur en dat de infrastructuur ook gebruikt wordt door kinderen en jongeren uit verschillende gemeenten, steden of buurten.

Initiatieven die zich in de georganiseerde vrije tijd richten op de ontwikkeling van kinderen en jongeren en daarbij de focus leggen op spel en ontspanning kunnen ondersteuning aanvragen om te evolueren tot gezonde, veilige en laagdrempelige plekken in de samenleving.

De projectoproep focust op verschillende vormen van jeugdinfrastructuur. Er zijn drie focusgebieden: 

-    Investeren in een goede basisinfrastructuur;

-    Investeren in veilige en toegankelijke ontmoetingsplaatsen voor kinderen en jongeren;

-    Investeren in jeugdvriendelijke buurten en speelgebieden.

Waarom deze oproep

Met deze oproep wil de minister van Jeugd in de periode 2021-2022 een impuls geven aan de georganiseerde vrije tijd voor kinderen en jongeren door de daartoe beschikbare publieke binnen- en buitenruimte te versterken en verbreden. De Vlaamse Regering wil inzetten op een verbeterde basisinfrastructuur en inrichting, op gebouwen die zich herinrichten als veilige en toegankelijke ontmoetingsplaatsen voor kinderen en jongeren en op kind- en jeugdvriendelijke buurten en speelgebieden.

Het voortbestaan van een jeugdwerking gaat vaak samen met de beschikbaarheid van kwaliteitsvolle ruimte. Anderzijds wordt ook het tekort aan buitenspeelruimte steeds groter.  Kinderen en jongeren vragen naar plekken waar er plaats is voor vrije tijd, spel, ontmoeting en experiment.

De gebouwen waarin en -rond jeugdactiviteiten plaatsvinden, moeten voor kinderen en jongeren laagdrempelige, vrije en open plekken zijn. Jeugdinfrastructuur moet ruimte kunnen bieden voor spel, ontmoeting en beweging, zowel binnen als buiten. Een duurzame uitbouw van jeugdinfrastructuur bevordert bovendien de levenskwaliteit van kinderen en jongeren.

Deze projectoproep kadert in het Relanceplan Vlaamse Veerkracht en biedt een antwoord op de aanbeveling van het  Maatschappelijk Relancecomité om ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren “(…) kunnen spelen, sporten, elkaar ontmoeten en zich veilig en zelfstandig kunnen verplaatsen.”

Tegelijk wordt tegemoet gekomen aan de signalen uit de omgevingsanalyse JKP en de taskforce e-inclusie dat de digitale kloof nog erg groot is. Met deze subsidies kunnen ook investeringen gedaan worden in digitale infrastructuur voor online of digitaal jeugdwerk op afstand. Deze projectoproep speelt eveneens in op de prioriteiten ‘Gezonde en leefbare buurten’ en ‘Welbevinden en positieve identiteitsontwikkeling’ van het Vlaams Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan 2020-2024.

Voor wie

Erkende jeugdwerkorganisaties die beschikken over jeugdinfrastructuur komen in aanmerking voor deze subsidielijn. Lokale besturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel kunnen projecten indienen, als zij een partnerschap aangaan met een jeugdorganisatie.

Organisaties die hun werking hebben in gebouwen van de lokale overheid komen in aanmerking als zij het eigenaarsonderhoud of het bouwheerschap voor de infrastructuur op zich nemen en een langdurig beschikkingsrecht van tenminste twintig jaar (huur, erfpacht, gebruiksovereenkomst…) kunnen voorleggen.

Drie focusgebieden

Kwaliteitsvolle en duurzame basisvoorzieningen

Dit focusgebied wil acties ondersteunen met betrekking tot de directe noden voor bestaande infrastructuur (onder meer naar aanleiding van de coronacrisis)waar een jeugdwerking vandaag plaatsvindt. Er wordt aandacht besteed aan infrastructuur voor vernieuwend, innovatief en/of digitaal jeugdwerk. Maatregelen die in aanmerking komen zijn (niet limitatief): ingrepen om ruimtes en gebouwen te delen, het plaatsen en vernieuwen van veilige ventilatiesystemen en het uitbreiden van de sanitaire infrastructuur, aankopen en uitbreiden van digitale apparatuur in functie van digitaliseringsoperaties (netwerkapparatuur en hardware voor surfen, streamen en broadcasten, …)

Veilige en toegankelijke ontmoetingsplaatsen voor kinderen en jongeren

Met dit focusgebied wordt ingezet op het inrichten en herinrichten van ruimtes voor alle kinderen en jongeren: toegankelijk voor alle specifieke doelgroepen. De ruimtes worden ingericht afhankelijk van de noden en behoeften van de kinderen en jongeren die graag willen participeren aan de werking, zelf een initiatief willen uitwerken en/of gewoon willen langskomen voor een informatief gesprek. Het moet een plek zijn waar kinderen en jongeren zich goed voelen, waar ze creatief kunnen zijn, waar ze nieuwe ideeën kunnen uitwerken. Kleine ingrepen in de infrastructuur kunnen vaak al grote drempels wegwerken (verlichting, akoestisch en esthetisch comfort, aanbrengen van duurzame en speelbestendige bekleding en materialen,,…).

Jeugdverenigingen worden aangemoedigd aan de slag te gaan met toegankelijkheidsproblemen zoals omschreven in het onderzoeksrapport ‘Integrale toegankelijkheid van infrastructuur in de jeugdsector’ (uitgevoerd door INTER). Voor maatregelen inzake de integrale toegankelijkheid van een gebouw of site anders dan het inrichten van ruimtes voor kinderen en jongeren, wordt verwezen naar de sectorale investeringssubsidies voor bovenlokale infrastructuur. Op www.toegankelijkejeugdlokalen.be vind je meer relevante informatie en regelgeving.

Jeugdvriendelijke vormgeving van buurten en speelgebieden

Met dit focusgebied wil de Vlaamse Regering verschillende actoren stimuleren om de beschikbare buitenruimte, al dan niet verbonden aan infrastructuur, kind- en jeugdvriendelijker in te richten. Veiligheid, geborgenheid, avontuur en meerwaarde zijn daarbij belangrijke kwaliteitskenmerken.

Deze projectoproep wil jeugdinfrastructuur en beschikbare openbare ruimte toekomstbestendig maken en omvormen tot spel-, bewegings- en ontmoetingsplekken die een voorbeeld zijn op het vlak van openheid, veiligheid, multifunctioneel en gedeeld ruimtegebruik, en innovatie …

Inspirerende voorbeelden vind je in de publicatie 'Kijk eens... zo doen zij dat' of op de website van moev.

Gunningsprocedure

De werken, leveringen en diensten worden aanbesteed volgens de principes van de wetgeving overheidsopdrachten.  Elke subsidietrekker houdt zich als aanbestedende overheid aan de bepalingen over de gunning van de opdracht en de uitvoering ervan, vermeld in de regelgeving over overheidsopdrachten. De subsidietrekker legt in elk geval, voor hij overgaat tot de plaatsingsprocedure, het ontwerp, het lastenboek, de plannen en de gedetailleerde raming, en ook de vereiste vergunningen voor advies voor aan het Departement Cultuur, Jeugd en Media. Dit betekent dat de aanbesteding niet kan opstarten vooraleer een subsidie werd goedgekeurd. Meer info hierover vind je in de handleiding voor begunstigden.

Alvorens de werken gegund worden, legt de subsidietrekker het resultaat van de gunningsprocedure ter goedkeuring voor aan het Departement Cultuur, Jeugd en Media.

Kosten

Volgende uitgaven komen in aanmerking

  • Kosten voor de uitvoering van onroerende infrastructuurwerken in functie van één of meerdere gekozen focusgebieden (in tegenstelling tot de reguliere investeringssubsidies van het departement, omvat onroerende infrastructuur ook de roerende apparatuur en het vast meubilair, in zoverre zij duurzaam verbonden zijn aan de infrastructuur of een vaste bestemming hebben);
  • Kosten voor het ereloon voor de opstellers van het ontwerp, de kosten voor het leveren, plaatsen- en/of uitvoeren van de opdracht, advieskosten en de kosten voor het toezicht. Die kosten worden beschouwd als algemene kosten van de opdracht en worden forfaitair vastgesteld op maximaal 20 % van het bedrag van de raming van de bouwwerken.

Volgende uitgaven komen niet in aanmerking

  • los spelmateriaal (bv. ballen, netten, kegels, losse kasten, verplaatsbare muziekinstallatie…);
  • cafetariavoorzieningen of horecavoorzieningen;
  • software;
  • aankoop van een perceel grond;
  • energie- en waterkosten;
  • personeelskosten;
  • de belasting over de toegevoegde waarde, met uitzondering van de niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde.

Voor het focusgebied “Investeren in veilige en toegankelijke ontmoetingsplaatsen voor kinderen en jongeren” komen toegankelijkheidsmaatregelen in aanmerking indien zij specifiek naar het laagdrempeliger maken voor kinderen en jongeren gericht zijn. Voor maatregelen inzake de algemene integrale toegankelijkheid van de site, verwijzen we naar de sectorale investeringssubsidies voor het toegankelijker maken van bovenlokale jeugdinfrastructuur.

Financieel plan en raming

Bij de aanvraag voeg je het financieringssjabloon uit KIOSK toe om een overzicht te geven van de geraamde inkomsten en uitgaven van het project.

De subsidie bedraagt maximaal 60% van de totale geraamde kosten voor het project. Dit zijn de netto bouwkosten voor de uitvoering van de onroerende infrastructuurwerken.

Daarnaast kan eveneens 60% subsidie gevraagd worden voor algemene kosten van de opdracht, zoals architectkosten, studie-of advieskosten, kosten voor het toezicht of het inrichten van de bouwplaats. Deze kosten bedragen maximaal 20% van de totale geraamde kosten voor het project. Structurele werkingskosten komen niet in aanmerking.

Het gevraagde subsidiebedrag bedraagt minimaal 50.000 euro en maximaal 250.000 euro per project. De middelen worden, na goedkeuring van het project, uitbetaald na het indienen van de facturen en vorderingsstaten (zie verantwoording van de subsidie).

Een organisatie of lokaal bestuur kan ondersteuning krijgen voor meerdere focusgebieden, in dat geval moet het subsidiebedrag voor elk van de gekozen focusgebieden minstens 25.000 euro bedragen en kan het maximum subsidiebedrag voor alle projecten van de organisatie bijeen maximaal 250.000 euro bedragen.

Hoe aanvragen

Het is niet meer mogelijk om een aanvraag in te dienen.

Indiendata

Er zijn twee oproepen. De uiterste indiendatum voor de eerste oproep is 1 december 2021. De uiterste indiendatum voor de tweede oproep is 15 juni 2022.

Beoordeling

Na indiening worden de dossiers beoordeeld door een beoordelingscommissie. Op basis van het advies van de commissie zal de minister van Jeugd een beslissing nemen. Hij doet dat uiterlijk op 15 maart 2022 voor de eerste oproep en uiterlijk op 30 september 2022 voor de tweede oproep.

Bij de beoordeling van de projecten wordt rekening gehouden met het bovenlokale karakter van de infrastructuur. Dit wordt beoordeeld op basis van:

  • het gebruiksniveau dat verder reikt dan de normale werking van de betreffende jeugdorganisatie;​​​​​​
  • het gegeven dat de aanvragende jeugdorganisatie deelnemers aantrekt uit andere gemeenten of in de steden uit diverse buurten of districten;
  • de mate waarin de jeugdorganisatie zich richt op specifieke doelgroepen waarvan de werking de gemeente overstijgt.

Criteria

De beoordeling van een projectaanvraag gebeurt op basis van volgende vier criteria:

  • De mate waarin de jeugdinfrastructuur of publieke ruimte kwaliteitsvoller wordt:
  • De kwaliteit van het projectplan;
  • Het gedeelde, open of bovenlokale karakter;
  • Het participatietraject.

De projectdossiers zullen vergeleken worden met dossiers die komen uit gelijkaardige gemeenten of steden. Op die manier kan de beoogde spreiding worden gerealiseerd.

Raadpleeg het reglement voor meer informatie.

Het totale budget voor deze projectlijn bedraagt 7,7 miljoen euro. De projecten kunnen opstarten van zodra de subsidie werd toegekend. 

Toekenning en verantwoording

Het Departement Cultuur, Jeugd en Media betaalt de subsidie uit op basis van de vorderingsstaten en de bijhorende facturen op naam van de subsidietrekker die goedgekeurd zijn door het Departement Cultuur, Jeugd en Media. De aanvraag tot uitbetaling kan ingediend worden tot 31 december 2026.

De laatste schijf van het subsidiebedrag (10%) wordt pas uitbetaald na de voorlopige oplevering van de werken en indiening van het inhoudelijk eindverslag van het project. De procedure voor de technische verantwoording van een infrastructuurproject, kan je nalezen in de handleiding voor begunstigden.

Gesubsidieerde organisaties moeten:

  • meewerken aan onderzoek dat door of namens de Vlaamse overheid wordt ingesteld;
  • in alle gedrukte en digitale communicatie, bij elke mededeling, verklaring, publicatie en presentatie in het kader van de gesubsidieerde activiteit de steun van de Vlaamse Gemeenschap vermelden door de standaardlogo's en de bijhorende tekst en baselines te gebruiken die de Vlaamse Regering vaststelt;
  • toestaan dat de administratie en het Rekenhof de werking en de boekhouding, zo nodig ter plaatse, onderzoeken.

De verantwoording van het inhoudelijke luik verloopt via de KIOSK-applicatie en wordt ten laatste drie maanden na oplevering van de werken of de uitvoering van de opdracht ingediend.

Webinar

Op vrijdag 15 oktober organiseerde het Departement Cultuur, Jeugd en Media een webinar via MS Teams.

Bekijk de opname van de infosessie of download de presentatie

Meer info of hulp nodig?

Inhoudelijke vragen | Vragen over een lopend dossier in KIOSK | Technische vragen over KIOSK

Gebruik het contactformulier