Dalende trend stikstofoxiden en ammoniak
De totale Vlaamse stikstofuitstoot kent een dalende trend in de periode 2015-2022. Dat blijkt uit het eerste Voortgangsrapport Programmatische Aanpak Stikstof 2024 van de Vlaamse overheid.
De Vlaamse overheid publiceerde het allereerste Voortgangsrapport PAS 2024. Het rapport focust op de evolutie van de stikstofuitstoot en -deposities in Vlaanderen op basis van de meest recente emissiegegevens (2015-2022). Wat blijkt uit dat rapport?
- De Vlaamse uitstoot van stikstofoxiden en ammoniak is in de periode 2015-2022 respectievelijk met 35% en 9% gedaald. De totale stikstofdepositie op stikstofgevoelige habitats binnen de speciale beschermingszones (SBZ-H’s) is gedaald met gemiddeld 21%.
- De sector Landbouw was in 2022 verantwoordelijk voor 96% van de ammoniakuitstoot in Vlaanderen. De afname in de Vlaamse ammoniakuitstoot is vooral toe te schrijven aan een daling van de stalemissies, door verbeterde stalsystemen en een kleinere varkensstapel.
- De dalende emissietrend van stikstofoxiden in Vlaanderen is sterk gerelateerd aan de evolutie van de sector Transport. De uitstoot van stikstofoxiden was in 2022 voor bijna 80% afkomstig van de sectoren Transport en Energie & Industrie. De voornaamste verklaring voor die lagere transportemissies ligt bij de vergroening van het wagenpark.
Ook voor de evaluatie van de drempelwaarden wordt gebruikgemaakt van de meest recente beschikbare emissiegegevens. Voor de eerste 2 beoordelingskaders blijkt uit de analyse dat de cumulatieve depositiebijdrage van de bronnen voor stikstofoxiden en ammoniak onder de drempel beperkt blijft en geen aanleiding geeft tot overschrijding van de kritische depositiewaarde. In het merendeel van de SBZ-H’s daalde de stikstofdepositie in de periode 2015-2022. De gecumuleerde bijdrage van de emissiebronnen onder de drempels hebben die dalende trend van deposities niet gehypothekeerd. Voor de evaluatie van het derde beoordelingskader worden de emissie- en depositiegegevens van de sector Transport geanalyseerd. Er is sprake van een sterke reductie in emissies en deposities. Het gebruik van de drempelwaarde voor mobiliteitsgerelateerde projecten hypothekeert die daling niet.
Conclusie
Uit de analyse van de emissiecijfers tot en met 2022 kan worden besloten dat tot aan de volgende rapportering in 2026:
- er geen noodzaak is tot aanpassing van de drempelwaarde van 1% binnen het beoordelingskader voor stationaire bronnen van stikstofoxiden;
- er evenmin een noodzaak is om de drempelwaarde van 0,025% binnen het beoordelingskader voor ammoniak van veehouderijen en mestverwerkingsinstallaties aan te passen;
- de gunstige depositietrend van de sector Transport wordt bevestigd, waardoor de huidige drempelwaarde van 1% voor mobiliteitsgerelateerde projecten behouden kan worden.
Jaarlijks voortgangsrapport
Het Stikstofdecreet legt verplichtingen vast rond monitoring, evaluatie en rapportering. Vanaf 2025 moet jaarlijks een voortgangsrapport opgemaakt worden dat minstens ingaat op de stikstoftoestand, resultaten van de monitoring, de voortgang van de uitvoering van bronmaatregelen en van de realisering van de doelstellingen. Het Stikstofdecreet bepaalt ook dat de Vlaamse Regering de drempelwaarden van de beoordelingskaders jaarlijks en voor de eerste maal in 2024 evalueert. Het Voortgangsrapport PAS 2024 is een eerste rapport in een reeks rapporten die het Departement Omgeving in het kader van het Stikstofdecreet jaarlijks zal publiceren.
De doorwerking van de maatregelen van het Stikstofdecreet kunnen in dit Voortgangsrapport PAS 2024 nog niet ingeschat worden. De vastgestelde evolutie in stikstoftoestand en in cumulatieve impact zijn dus het gevolg van autonome ontwikkelingen of van maatregelen die in de betrokken periode reeds toegepast werden. De volgende PAS-voortgangsrapporten zullen dieper ingaan op de resultaten van de monitoring en de uitvoering van de bronmaatregelen.