De Raad van State heeft nu 30 dagen de tijd om een advies over dit besluit uit te brengen. Pas daarna kan de Vlaamse Regering het besluit over het flankerend beleid definitief goedkeuren. Daarna moet het nog in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd worden.

Op 13 oktober 2023 keurde de Vlaamse Regering dit BVR voor de eerste maal principieel goed. Er werd toen advies gevraagd aan de Vlaamse Toezichtcommissie (VTC) over de bescherming van persoonsgegevens. Een aantal bijkomende elementen moesten geïmplementeerd worden. Eveneens werd advies gevraagd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit.

Het ontwerp van besluit werd op 8 november 2023 aangemeld bij de Europese Commissie om het in overeenstemming te brengen met de relevante bepalingen van de richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden.

Zowel naar aanleiding van de opmerkingen van de Europese Commissie als door de goedkeuring van het Stikstofdecreet op 26 januari 2024, werd het ontwerp van besluit op een aantal punten gewijzigd zoals de verruiming naar alle maatwerkgebieden.

De wijzigingen werden steeds meegedeeld aan de Europese Commissie, en zijn ook gevat door de beslissing van de Europese Commissie van 20 juni 2024 waarbij geen bezwaar gemaakt wordt tegen de voorgenomen vergoedingenregeling.

Het BVR ‘Flankerend beleid in uitvoering van de PAS’ bepaalt de mogelijke vergoedingen in het kader van de stopzetting van een veeteelttak of van een reconversie naar akkerbouw, voor oranje bedrijven en veehouderijen gelegen in de maatwerkgebieden. Ook in een tegemoetkoming voor bedrijfsadvies is voorzien.

De voorwaarden en de verbintenissen om in aanmerking te komen voor die vergoedingen zijn gedetailleerd opgenomen. Het BVR bepaalt eveneens de mogelijke onderdelen van de vergoedingen.

Een vergoeding kan aangevraagd worden o.a. voor het verlies van het gebruik van de goederen die al dan niet in eigendom zijn van de aanvrager en waarvan het gebruik naar aanleiding van de stopzetting van de veeteelttak of de reconversie, wordt stopgezet (bv. winstderving, verlies van dieren, verlies van materiaal,… ). Ook de kosten voor de sloop van bedrijfsgebouwen komen in aanmerking. In voorkomend geval zal de lokale grondenbank ‘herstructureringsprogramma stikstof’ de onroerende goederen die naar aanleiding van de stopzetting van een veeteelttak of een reconversie niet meer kunnen gebruikt worden en die door de veehouderij te koop worden aangeboden, aankopen en beheren.

Als dit besluit in werking treedt, zal een oranje bedrijf of een bedrijf in de maatwerkgebieden een aanvraag voor een vergoeding kunnen indienen via het vergoedingenloket dat de VLM ter beschikking stelt. De aanvraag moet uiterlijk vijfenzeventig dagen na de datum van de inwerkingtreding van dit besluit ingediend worden. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, kan de voormelde termijn verlengen. De landcommissie zal de aanvraag verder behandelen.

• Besluit van de Vlaamse Regering over het flankerend beleid ter uitvoering van de programmatische aanpak stikstof(PDF bestand opent in nieuw venster)
• Nota aan de Vlaamse Regering over het flankerend beleid ter uitvoering van de programmatische aanpak stikstof(PDF bestand opent in nieuw venster)
• Beslissing van de Europese Commissie over het flankerend beleid(PDF bestand opent in nieuw venster)
• Advies Vlaamse Toezichtcommissie over de verwerking van persoonsgegevens(PDF bestand opent in nieuw venster)
• Advies Kenniscentrum van de Gegevensbeschermingsautoriteit over de voor de verwerking van persoonsgegevens(PDF bestand opent in nieuw venster)