Overslaan en naar de inhoud gaan

Geprofessionaliseerd jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare jeugd

Let op! 

Tot het einde van de huidige subsidieperiode 2021-2026 zijn onderstaande bepalingen van het decreet bovenlokaal jeugdwerk van kracht.

Nieuwe aanvragen binnen deze subsidielijn vallen onder het nieuwe Jeugddecreet dat op 1 januari 2024 in werking trad. 

 

Wat

De Vlaamse Regering kent werkingssubsidies toe aan geprofessionaliseerd jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren om de participatie van de kinderen en jongeren te creëren of te stimuleren. Hierdoor kunnen de betrokken kinderen en jongeren aansluiting vinden bij instellingen of organisaties die hen kunnen helpen te integreren in de samenleving om zo hun achterstelling of uitsluiting weg te werken.

Voor wie

Als initiatiefnemer voor jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren voldeed jouw organisatie op het moment van de aanvraag aan volgende voorwaarden:

  • Je bent gevestigd in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
  • Je organiseert zowel tijdens het schooljaar als tijdens de schoolvakanties een jeugdwerkaanbod.
  • Je sensibiliseert voor mechanismen die afbreuk doen aan de rechten en gelijke kansen van kinderen en jongeren, op basis van eigen praktijkervaring.
  • Je dient een beleidsplan in voor een periode van zes jaar.
  • Je beschikt over een privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid met een niet-commercieel karakter.
  • Je hebt minstens 8 voltijdse VTE’s jeugdwerkaanbod in dienst.

Indiendatum

De uiterlijke indiendatum was 1 juni 2020.

Beoordeling van je aanvraag

Het departement en de minister beoordelen je aanvraag op basis van het opgestelde beleidsplan. Dat beleidsplan moet omschrijven:

  • de doelgroep die je bereikt, met vermelding van leeftijd en geografische spreiding;
  • het werkingsgebied;
  • de wijze waarop het initiatief het personeels- en vrijwilligersbeleid vorm geeft;
  • de wijze waarop het initiatief invulling geeft aan de verschillende opdrachten:
    • de participatie voor kinderen en jongeren stimuleren of creëren, waardoor de betrokken kinderen en jongeren aansluiting vinden bij instellingen of organisaties die hen kunnen helpen integreren in de samenleving om zo hun achterstelling of uitsluiting weg te werken.
    • het organiseren van jeugdwerkaanbod zowel tijdens het schooljaar als tijdens de schoolvakanties;
    • het sensibiliseren voor mechanismen die afbreuk doen aan de rechten en gelijke kansen van kinderen en jongeren, op basis van de eigen praktijkervaring.

Toekenning en uitbetaling

De minister besliste uiterlijk op 1 oktober 2020. Bij een gunstige beslissing voor het jeugdwerkinitiatief werd het jaarlijks toe te kennen subsidiebedrag meegedeeld.

In het eerste, tweede, vierde en vijfde jaar van de zesjaarlijkse periode wordt per kwartaal 25% van het toegezegde subsidiebedrag uitbetaald.

In het derde en het zesde jaar van de zesjaarlijkse periode wordt per kwartaal 20% van het toegezegde subsidiebedrag uitbetaald. Het saldo van 20% wordt uitbetaald voor 1 juli van het jaar dat volgt op het werkjaar.

Na de toekenning

Als je een subsidie ontvangt, dan moet je voldoen aan de volgende subsidievereisten:

  • het logo van de Vlaamse Gemeenschap opnemen op alle informatiedragers die betrekking hebben op de gesubsidieerde initiatieven;
  • een boekhouding voeren en die zo organiseren dat het departement het gebruik van de subsidies op elk ogenblik financieel kan controleren;
  • toestaan dat het departement en het Rekenhof de werking en de boekhouding onderzoeken, zo nodig ter plaatse;
  • bijzondere aandacht besteden aan de communicatie over de gesubsidieerde initiatieven.

Verantwoording

Vierde jaar van de beleidsperiode

Je bezorgt via KIOSK een voortgangsrapport. Dat rapport stel je op en dien je in conform de leidraad die het departement ter beschikking stelt.

Het rapport omvat een financieel en inhoudelijk verslag van de werking van de voorbije drie jaar en een concreet uitgewerkte inhoudelijke en financiële planning voor het vierde, vijfde en zesde jaar.

De uiterlijke indiendatum voor de voortgangsrapportage was 31 maart 2024. Als uit het voortgangsrapport blijkt dat de toegekende subsidies hoger zijn dan de verantwoorde uitgaven, wordt het teveel ingehouden van het nog uit te keren saldo van de subsidie. Het bedrag dat eventueel daarna nog resteert, wordt in mindering gebracht op de nog uit te betalen subsidies, tot maximaal het bedrag van de subsidie dat toegekend is voor het derde jaar van de zesjaarlijkse periode.

Het departement voert plaatsbezoeken uit om de realisatie van de activiteiten waarvoor de subsidie is toegekend te bespreken. 

Na het zesde jaar van de beleidsperiode

Na afloop van de beleidsperiode dien je een werkingsverslag in uiterlijk op 31 maart 2027. Dat werkingsverslag omvat een financiële en inhoudelijke verantwoording van de werkingssubsidie van de laatste drie jaar van de beleidsperiode 2021-2026.

  • Inhoudelijke verantwoording: je rapporteert onder meer over de doelstellingen die je realiseerde, de doelgroep die je bereikte en je personeelsinzet bij het uitvoeren van je beleidsplan. Je laadt als bijlage ook een Excelsjabloon op dat we via KIOSK ter beschikking stellen (jaardossier 2026). Download dit sjabloon en sla het op. Je kunt het gedurende drie jaar bewerken en gebruiken voor de opvolging van je beleidsplan en registratie van je realisaties.
  • Financiële verantwoording: aan de hand van een financieel sjabloon rapporteer je over je inkomsten die je had en de uitgaven die je deed bij het realiseren van de doelstellingen waarvoor je een werkingssubsidie ontving.

Je dient je verantwoording in via KIOSK. Gebruik de leidraad en de nodige sjablonen van het departement om je verantwoording correct in te dienen.

Download de leidraad en het financieel sjabloon voor de eindverantwoording van de werkingssubsidie die je ontvangt (beleidsperiode 2021-2026):

De nodige documenten zijn nog in ontwikkeling. Binnenkort vind je op deze webpagina de volgende documenten terug:

  • sjabloon financieel verslag
  • leidraad eindverantwoording

Als uit het werkingsverslag blijkt dat de toegekende subsidie hoger is dan de verantwoorde uitgaven, wordt het teveel ingehouden van het nog uit te keren saldo van de subsidie. Het bedrag dat daarna eventueel nog resteert, wordt in mindering gebracht op de nog uit te betalen subsidies, tot maximaal het bedrag van de subsidie dat toegekend is voor het zesde jaar van de zesjaarlijkse periode.

Meer info of hulp nodig?

Inhoudelijke vragen | Vragen over een lopend dossier in KIOSK | Technische vragen over KIOSK

Gebruik het contactformulier