Overslaan en naar de inhoud gaan
Nieuwsbericht

Onderzoek naar gender en welbevinden in het jeugdwerk

Voelen LGTBQIA+ jongeren zich thuis in het jeugdwerk? Hoe beleven ze er hun gender- en seksuele identiteit? Een antwoord op die vragen vinden we in het onderzoeksrapport 'Ik zie, ik zie wat jij niet ziet’, een kwalitatief onderzoek naar welbevinden en gender in de vrije tijd van jongeren, dat vandaag wordt voorgesteld. Het rapport formuleert 21 aanbevelingen waarmee het jeugdwerk aan de slag kan gaan.

Wat

Welke beelden, houdingen en ervaringen over gender en seksualiteit bestaan er in jeugdwerkorganisaties (jeugdverenigingen, jeugdhuizen, jeugdkampen, enz.) en hoe beïnvloeden ze het welbevinden van LGTBQIA+ jongeren? Hoe beleven jongeren hun gender- en seksuele identiteit in het jeugdwerk? Het Departement CJM gaf aan Expeditions vzw de opdracht om dat verder uit te zoeken. 

Tijdens het onderzoek werden verschillende sleutelfiguren bevraagd, evenals jongeren die zich identificeren als LGBTQIA+ en jeugdwerkers. Hun reacties en ervaringen werden vertaald in 21 concrete aanbevelingen waarmee zowel beleidsmatig als organisatorisch mee aan de slag kan worden gegaan.  

Acht kwesties rond gender en seksuele identiteiten

In het onderzoeksrapport bespreken de onderzoekers acht kwesties rond gender en seksuele identiteiten die ze in het jeugdwerk aantroffen. Voor een van de kwesties wordt uitgelegd wat de heteronorm betekent en hoe die op alle niveaus binnen het jeugdwerk wordt doorgegeven, via gewoonten, interacties en uitdrukkingen.

In andere kwesties wordt dan weer gefocust op het belang van locaties, gebouwen en de inrichting van het jeugdwerk. Of op welke onzekerheden spelen bij jeugdwerk(bege)leiding wanneer ze getuige zijn van trans- en holebi-onvriendelijk gedrag in hun werking. 

Aanbevelingen voor het jeugdwerk  

De onderzoekers formuleren in het rapport 21 aanbevelingen voor het jeugdwerk. Enkele voorbeelden:

  • mensen niet onnodig labels opdringen via beleid en administratie;
  • correct en genderbewust taalgebruik hanteren in beleidsteksten en in andere communicatie;
  • zorgen voor training en reflectie rond uitsluitingsmechanismen voor jeugdwerkgroepen.