Kermiscultuur in België en Frankrijk door Unesco erkend als immaterieel erfgoed
De kermiscultuur in België en Frankrijk is door Unesco officieel ingeschreven op de Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. Dat werd beslist tijdens de 19de bijeenkomst van het intergouvernementeel comité van de Unesco Conventie 2003.
De inschrijving van de kermiscultuur op de Unesco-lijst is een erkenning van een eeuwenoude traditie die diep geworteld is in onze samenleving. Het is niet enkel een eerbetoon aan het verleden, maar ook een motivatie om het erfgoed levend te houden voor toekomstige generaties.
Samenwerking over grenzen
Het dossier dat de erkenning mogelijk maakte, belicht het sociale en culturele karakter van de kermiscultuur. Het is het resultaat van bijna tien jaar samenwerking tussen de Belgische gemeenschappen, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Frankrijk.
Vertegenwoordigers van foorreizigers, zoals de Verdediging der Belgische Foorreizigers en het Parijse Musée des Arts Forains, werkten intensief samen. Academici van onder meer de Universiteit Antwerpen droegen bij via projecten zoals Science at the Fair. Ondersteuning kwam van organisaties als Histories en de Werkplaats Immaterieel Erfgoed.
Eeuwenoud, maar springlevend
De kermiscultuur is geworteld in middeleeuwse tradities van reizende artiesten en kermisexploitanten. In de 19de eeuw ontstonden de moderne kermissen zoals we die vandaag kennen, met hun eetkraampjes, kansspelen en attracties. De rondreizende levensstijl, het unieke vakmanschap en de samenwerking met lokale overheden maken kermissen tot levendige en toegankelijke evenementen die jaarlijks duizenden bezoekers trekken.
Van grote evenementen zoals de Sinksenfoor in Antwerpen en de Zuidfoor in Brussel tot kleinere kermissen in dorpen en wijken: kermissen brengen mensen samen en bevorderen de sociale cohesie. Kermis is een feest voor iedereen!