Gedaan met laden. U bevindt zich op: Energiescore voor het EPC NR: algemeen Werkelijk energiegebruik als basis voor het EPC NR

Energiescore voor het EPC NR: algemeen

Naast het energielabel bevat het EPC NR een tweede prestatie-indicator: de energiescore. 

Basisprincipes

Bij de berekening van de energiescore worden de volgende parameters bepaald:

  • deelprestaties van schildelen en installatiecomponenten: leggen specifieke knelpunten bloot, op basis hiervan worden aanbevelingen voor energetische renovatie geformuleerd
  • globale energiescore uitgedrukt in kWhprim/(m².jaar): geeft een globale theoretische evaluatie van de eenheid en laat toe eenheden onderling met elkaar te vergelijken.

De energiescore wordt bepaald als het karakteristiek jaarlijks primair energiegebruik per m² bruikbare vloeroppervlakte, en bestaat uit vijf posten van energiegebruik: verwarming (met inbegrip van bevochtiging), koeling, sanitair warm water, hulpenergie en verlichting. De opbrengst van een PV-installatie wordt niet in rekening gebracht in de energiescore.

De term ‘karakteristiek’ betekent dat wordt uitgegaan van een aantal veronderstellingen, zoals een bepaald klimaat, een vaste binnentemperatuur, bezettingsgraad, forfaitaire interne warmtewinsten,… . Hierdoor wordt het mogelijk verschillende gebouwen met elkaar te vergelijken, los van het gebruikersgedrag.

De term ‘primair’ drukt uit hoeveel energie nodig is aan de bron om het uiteindelijke energiegebruik om een gebouweenheid te verwarmen, koelen, verlichten, ventileren en voor de aanmaak van sanitair warm water te voorzien. Zo wordt er rekening gehouden met het verlies aan energie bij opwekking en transport van de gebruikte energiebronnen (bv. elektriciteit).

Meer informatie vindt u op: Hoe wordt de energiescore bepaald?

  • Het EPC NR en het EPC kNR hebben een verschillende rekenmethode voor de energiescore. De energiescore op een EPC kNR mag dus niet vergeleken worden met de energiescore op een EPC NR. Deze kunnen enkel vergeleken worden op basis van de deelprestaties.
  • De energiescore is niet één op één vergelijkbaar met het resultaat uit een eerder EPC publiek of met facturatiegegevens van werkelijke energieverbruiken.

Wat is een goede energiescore?

Hoe lager de energiescore, hoe performanter de eenheid is, los van het gebruikersgedrag. Welke score kan gezien worden als goed (genoeg) is nog onduidelijk, aangezien de methode nog maar recent werd ingevoerd. Eenmaal er voldoende EPC’s NR zijn, kan een benchmarking uitgevoerd worden om na te gaan wat een gemiddelde/goede energiescore is.

Voorbeeld - Energiescore versus gemeten energiegebruik (EPC publiek)

Beschouw een school met twee gebouwen op de site: blok A/C en blok E. Bij inspectie stelt de energiedeskundige het volgende vast:

Blok A/C: administratief gebouw + klaslokalen (bouwjaar niet gekend, BVO = 2059 m²)

  • Gebouwschil
    • Er kan geen isolatie in muren, daken of vloeren worden vastgesteld.
    • Vensters met gewone dubbele beglazing. De helft heeft houten profielen, de andere helft metalen.
  • Installaties
    • Ruimteverwarming: condenserende gasketel (HR top label) in combinatie met radiatoren
    • Verlichting: Buisvormige fluorescentielamp, type T5
    • Sanitair warm water: elektrische boilers in enkele klassen aanwezig
    • Geen installaties voor koeling en ventilatie aanwezig

Blok E – klaslokalen (bouwjaar 2008, BVO = 716 m²)

  • Gebouwschil
    • U-waarden conform EPB norm 2006
    • Performante beglazing en raamprofielen
  • Installaties
    • Ruimteverwarming: condenserende gasketel (HR top label) in combinatie met radiatoren
    • Verlichting: Buisvormige fluorescentielamp, type T5
    • Mechanische ventilatie met WTW
    • Sanitair warm water: elektrische boiler(s), in 3 klassen aanwezig
    • Geen installaties voor koeling en SWW

Prestatie van de gebouwen

De deskundige stelt een EPC NR op voor de bovenstaande gebouwen:

  • blok A/C heeft een theoretische energiescore van 747 kWhprim/(m².jaar).
  • blok E heeft een theoretische energiescore op van 148 kWhprim/(m².jaar).

In 2010 werd voor deze site (blok A/C en blok E) een EPC publiek opgemaakt. Het gemeten energiegebruik bedroeg toen 142,69 kWh/m².

Interpretatie van de resultaten

Hoe lager de energiescore, hoe beter de energieprestatie van het gebouw. Hoe lager het kengetal voor publieke gebouwen, hoe lager het werkelijke energiegebruik. De energiescores uit het EPC NR en het kengetal uit een eerder EPC publiek op basis van werkelijke gebruiksgegevens zijn echter niet onderling vergelijkbaar. Beide scores geven een oordeel over de energieprestatie, maar doen dat elk op hun eigen manier. De energiescore in het EPC NR drukt het theoretische berekende jaarlijks karakteristiek primair energiegebruik uit. Het kengetal geeft het gemeten energiegebruik per m² BVO van de site weer.

In gebouwen met een betere energieprestatie ligt het energiegebruik doorgaans lager dan in gebouwen met een minder goede energieprestatie. Er is dus een verband tussen de energiescore en het energiegebruik, maar geen directe link. Een laag kengetal (EPC publiek) betekent immers niet noodzakelijk ook dat het gebouw energie-efficiënt is. Zo wordt het werkelijke energiegebruik, naast de efficiëntie van het gebouw en zijn installaties, in heel belangrijke mate beïnvloed door de manier waarop het gebouw in werkelijkheid gebruikt wordt (werkelijke bezetting van het gebouw, insteltemperaturen voor verwarming, openingsuren, sluitingsperiodes, …).