Gedaan met laden. U bevindt zich op: Hoe wordt de energiescore voor het EPC NR bepaald? Werkelijk energiegebruik als basis voor het EPC NR

Hoe wordt de energiescore voor het EPC NR bepaald?

Voor het EPC NR is de energiescore een informatieve en sensibiliserende parameter. Het vormt geen basis voor strikte eisen. Dit laat toe om een vereenvoudigde rekenmethode voor de energiescore te hanteren.

De nadruk wordt voor de energiescore van dit EPC gelegd op de invoerparameters waarop een gebouweigenaar impact heeft. Dus bijvoorbeeld wel op de isolatiegraad, maar niet op de compactheid. Om die reden wordt de geometrie sterk vereenvoudigd ingerekend, maar worden gegevens over de isolatie van schildelen en eigenschappen van installaties wel in detail opgevraagd.

De energiescore wordt, net als bij de andere types EPC bepaald op basis van een energiebalans. Hieronder ziet u een grafische voorstelling van een energiebalans voor de bepaling van het primair energiegebruik voor verwarming

Energiebehoefte

De energiebehoefte voor verwarming wordt berekend als het verschil tussen de warmteverliezen QH,ht en (nuttige) warmtewinsten QH,gn. Op een gelijkaardige manier wordt de energiebehoefte voor koeling berekend als het verschil tussen de warmtewinsten en (nuttige) warmteverliezen.

De warmtewinsten omvatten alle warmtestromen (positief of negatief) die niet of slechts beperkt afhankelijk zijn van de binnentemperatuur, zoals interne warmtewinsten door apparatuur of verlichting en zonnewinsten.

De warmteverliezen zijn alle warmtestromen (positief of negatief) die wel sterk afhankelijk zijn van de binnentemperatuur, zoals transmissie- en ventilatieverliezen. De transmissieverliezen op hun beurt hangen af van de grootte van de schildelen (hoe meer verliesoppervlakte een gebouw kent, hoe meer transmissieverliezen) enerzijds en de thermische eigenschappen van de schildelen anderzijds.

De zaken waarop de gebouweigenaar bij energetische renovatie een belangrijke impact kan hebben, zijn gemarkeerd met een *. Deze elementen vormen meteen ook de focus voor inspectie bij de opmaak van het EPC NR.

Parameters die de energiebehoefte voor koeling en verwarming in belangrijke mate kunnen beïnvloeden zijn:

  • Gebouw: grootte (beschermd volume, bruikbare vloeroppervlakte)*, vormgeving en type bebouwing*, samenstelling schildelen*, materiaalgebruik (thermische inertie)*, zonwinsten door vensters*
  • Gebouwgebruik: ventilatievraag, interne warmtewinsten
  • Klimaat

De energiebehoefte voor sanitair warm water wordt bepaald door het soort en aantal tappunten* aanwezig voor sanitair warm water.

De energiebehoefte voor verlichting en bevochtiging worden bepaald door de geldende comforteisen.

Eindenergiegebruik

De energiebehoefte van de eenheid wordt gedekt door de aanwezige installatie. Elke installatie bestaat uit een combinatie van opwekkingssysteem - en indien van toepassing - een distributie-, afgifte- en regelsysteem. Al deze componenten samen bepalen het totale rendement van de installatie, dat op haar beurt het uiteindelijke eindenergieverbruik zal bepalen.

Het opwekkingssysteem bepaalt de efficiëntie waarmee warmte/koude wordt opgewekt. De eigenschappen van het distributiesysteem bepalen de grootte van de warmteverliezen tussen de plaats van opwekking en warmteafgifte en bepalen dus hoe efficiënt het warmtetransport doorheen de eenheid verloopt. Het soort afgifte-element bepaalt de manier waarop de warmte zal worden afgegeven, bv. radiatoren = combinatie van straling en convectie, convector = hoofdzakelijk convectie, en de te verwachten gemiddelde toevoertemperatuur van het warmtetransportmedium. Het regelsysteem beoordeelt hoe goed warmtevraag en -aanbod op mekaar zijn afgestemd en hoef efficiënt de systemen worden aangestuurd.

Al deze eigenschappen bepalen mee de prestatiekenmerken van de aanwezige systemen en dus het rendement van de installaties.

Primair energiegebruik

Via primaire energiefactoren wordt het eindenergiegebruik tenslotte omgezet naar een primair energiegebruik om niet enkel rekening te houden met de energie die gebruikt wordt in de gebouweenheid maar ook met het verlies aan energie bij opwekking en transport.