Subsidie voor investeringen in fietssnelwegen
Voor investeringen aan fietssnelwegen ontvangen de provincies een subsidie die de helft bedraagt van de kostprijs van die investeringsprojecten. De Vlaamse Regering legde op 16 december 2022 de maximale subsidie vast voor het Kopenhagenplan. Alle provincies meldden projecten aan en krijgen samen 44,7 miljoen euro toegewezen: 8,7 miljoen euro voor de provincie West-Vlaanderen, de andere provincies krijgen ieder 9 miljoen euro.
- Lokaal bestuur
- Binnenlands bestuur
- Projectsubsidie
- 15.11.2022
Voorwaarden
Provincies kunnen de subsidie gebruiken voor de (her)aanleg of herinrichting van fietssnelwegen, de verbetering of het duurzaam en structureel onderhoud van bestaande fietssnelwegen. De werken moeten vanaf na 15 juli 2022 gegund zijn en over de nodige vergunningen beschikken.
De subsidie is niet combineerbaar met de gereglementeerde subsidies van het beleidsdomein MOW voor de uitbouw van fietsinfrastructuur (o.a. BFF) of veilige schoolroutes. Het Kopenhagenplan sluit uitdrukkelijk projecten uit die worden gesubsidieerd op basis van:
- het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid
- het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2021 houdende de regeling van subsidies aan gemeenten in het kader van veilige schoolroutes op gemeentewegen
Het is dus niet mogelijk om een project te laten subsidiëren via het Fietsfonds en om tegelijk de kosten die binnen Fietsfonds niet subsidiabel zijn (o.a. onteigeningen) voor deze projectsubsidie in te dienen.
Een cumulatie met andere subsidies, bijvoorbeeld voor de uitbouw van recreatieve fietsinfrastructuur of subsidies aan gemeenten in het kader van veilige schoolomgevingen (BVR 29 maart 2019), is niet verboden. In dit laatste geval wordt de projectsubsidie enkel berekend op de kosten na aftrek van de andere subsidies.
Wat valt allemaal onder fietssnelwegen?
- de aanleg van kunstwerken (bruggen, tunnels, …) die een onderdeel vormen van de fietssnelwegen
- het structureel onderhoud van fietssnelwegen, zoals het affrezen van toplagen en /of vervangen ervan door rode asfaltlagen
- de punctuele (her)inrichting van kruispunten, verkeersinrichtingen en oversteekplaatsen; waaronder verkeerslichten en inclusief maatregelen die ingrijpen op het gemotoriseerd verkeer, met het oog op meer fietsveiligheid
Samen met een (beknopte) unieke verantwoordingsnota legt de initiatiefnemer de projecten voor aan een adequaat samengestelde projectstuurgroep. Dit gebeurt idealiter vóór de aanvraag van de vergunningen. De projectstuurgroep beoordeelt de investeringsprojecten functioneel en inhoudelijk op vlak een toegenomen fietsveiligheid en waardevolle nieuwe of verbeterde fietskilometers.
Opgelet! Projecten die zich beperken tot het aanbrengen van signalisatie en wegmarkeringen komen niet in aanmerking voor de subsidie. Zo volstaat de loutere aanleg van fietssuggestiestroken niet. Zo ook wanneer de inrichting van een fietssnelweg beperkt blijft tot louter signalisatie (verkeersborden, markeringen, gekleurd wegdek, enz.). In combinatie met infrastructurele ingrepen aan de weg, zoals snelheidsremmers en ribbelstroken om het inhaalverbod af te dwingen, kunnen deze projecten wel in aanmerking komen. Fietssuggestiestroken die slechts een minimaal onderdeel uitmaken van een veel groter fietstraject, en waarbij de suggestiestrook de enige manier is om een fietssnelweg zonder onderbreking te realiseren, kunnen wel in aanmerking komen.
Welke kosten naast deze van de fietssnelwegen komen in aanmerking?
- de aanpassing aan kruispunten of rotondes ingevolge de inpassing van de fietssnelwegen ter hoogte van de uitmondende zijstraten
- de aanleg en de uitrusting waar nodig van gelijkvloerse en ongelijkvloerse fietsoversteekplaatsen
- de verlenging van dwarse duikers of onderbruggingen onder de fietssnelwegen
- als dat voor de aanleg of de verbetering van de fietssnelwegen noodzakelijk is, de aanpassing, verplaatsing of nieuwe aanleg van een waterafvoersysteem voor hemelwater dat kan bestaan uit bermsloten, daarin begrepen de duikers, draineersleuven of RWA-rioolleidingen, met inbegrip van toebehoren. In het geval van nieuw aan te leggen RWA-rioolleidingen komt alleen het deel van de kosten in aanmerking in verhouding tot de waterafvoer afkomstig van de fietssnelweg. De vernieuwing of de aanpassing van de DWA-riolering is niet subsidiabel, met uitzondering van de kostprijs voor het op de juiste hoogte brengen van de bovenbouw van bestaande inspectieputten in de verharding van de fietspaden en de levering en plaatsing van geschikte riooldeksels.
- studie en ontwerp, voor zover die leiden tot een effectief uitgevoerd project en niet gebeuren door eigen personeel
- onteigeningen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de fietssnelwegen kunnen in aanmerking worden genomen voor hoofdwerken die vanaf 15 juli 2022 gegund werden
- de niet-aftrekbare belasting over de toevoegde waarde
- de aanpassing, vernieuwing of aanleg van de openbare verlichting in functie van de realisatie van de fietssnelweg
Welke kosten komen niet aanmerking?
De kosten verbonden aan de bouw van fietsparkeersystemen, fietsstallingen, fietsparkeergebouwen (centrumstalling of buurtstalling) en de inrichting van gebouwen voor fietsstallingen (stallingssystemen, detectie, toegangscontrole,…) komen niet aanmerking. Dergelijke investeringen zijn weliswaar belangrijk en nuttig, maar leiden niet tot veiligere of comfortabelere fietskilometers.
Procedure
Aanvraag
Tot 15 november 2022 kon elke provincie projecten aanmeldden. De projectstuurgroep (PSG) beoordeelt de projecten functioneel en inhoudelijk. Je kan de projecten opstarten als de PSG tot een consensus komt. Na de gunning kan je al een voorschot van 80% opvragen.
Tot 15 september 2025 kan de provincie, op basis van de vorderingsstaten, de uitbetaling van het saldo.
Beide aanvragen tot uitbetaling gebeuren via het Loket voor Lokale Besturen(opent in nieuw venster), module subsidiebeheer. De rechten tot deze toepassing kan u aanvragen bij uw lokale beheerder (Gebruikersrecht = Loket voor Lokale Besturen, Context = Subsidies).
Welke informatie is nodig bij de aanvraag van het voorschot (80%)?
- identificatie van het project
- naam en contactgegevens van de contactpersoon voor het project
- het rekeningnummer voor de uitbetaling
- de gunningsbeslissing
- het gunningsverslag
- een raming van de totale kostprijs van het project, op basis van de bijgevoegde meetstaat
- een of meerdere foto’s van de situatie vóór de opstart van het project
- het verslag van de projectstuurgroep waaruit de consensus blijkt
- het geschat aantal kilometers uitgesplitst naar type fietssnelweg
- de (beknopte) unieke verantwoordingsnota
Welke informatie is nodig bij de aanvraag van het saldo (20%)?
- identificatie van het project
- naam en contactgegevens van de contactpersoon voor het project
- het rekeningnummer voor de uitbetaling
- de totale kostprijs van het project op basis van de bijgevoegde facturen / vorderingsstaten
- een of meerdere foto’s van de situatie na de afronding van het project
Uitbetaling
De uitbetaling gebeurt in 2 schijven, telkens na verwerking van de aanvraag door de gemeenten
- een eerste schijf van 80% van het geraamde subsidiebedrag op basis van de geraamde kosten van het project
- het saldo van het subsidiebedrag, na voltooiing van de werken en de financiële beoordeling (uiterlijk op 31 december 2025).
Aanvragen tot uitbetaling gebeuren via het Loket voor Lokale Besturen (module subsidiebeheer).