Gedaan met laden. U bevindt zich op: Aanpassing statuten vzw’s voor 1 januari 2024 Nieuwsberichten

Aanpassing statuten vzw’s voor 1 januari 2024

Nieuwsbericht
14 juni 2023

Het Wetboek vennootschappen en verenigingen (WVV) van 2019 vernieuwde het wettelijk kader voor de verenigingen zonder winstoogmerk (vzw’s) en stemde het af op de regels voor vennootschappen. Vzw’s moesten hun statuten aanpassen aan het nieuwe wetgevende kader, maar nog niet alle vzw’s in Vlaanderen zijn in orde. Zijn de vzw’s van jouw lokaal bestuur nog niet in regel? Breng dit dan in orde vóór 1 januari 2024.

Betrokken vzw's

De wijzigingen zijn van toepassing op alle vzw’s zoals beschreven in het Wetboek vennootschappen en verenigingen(opent in nieuw venster). Daarnaast spreken we ook over bepaalde extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente (EVA’s) en verzelfstandigingsvormen van het OCMW (OCMW-verenigingen) die de vorm van een vzw aannemen, zoals beschreven in het Decreet over het lokaal bestuur (DLB)(opent in nieuw venster).

Vereniging zonder winstoogmerkRechtsgrond
Vzw’sWVV
Provinciale EVA’s in vzw-vormProvinciedecreet
Gemeentelijke EVA’s in vzw-vormDLB
ZiekenhuisverenigingenDLB
Verenigingen voor sociale dienstverleningDLB
WoonzorgverenigingenDLB

Vzw’s opgericht na 1 mei 2019 kon je enkel oprichten in overeenstemming met de nieuwe wetgeving.

Heb je een vzw die vóór 1 mei 2019 werd opgericht en die nog niet is afgestemd op de nieuwe bepalingen, dan moet je de nodige voorbereidingen beginnen maken.

Procedure

Een wijziging van vzw-statuten verloopt volgens een bepaalde procedure en vereist een grondige planning.

  • Stap 1

    Aanname nieuwe statuten door het bestuursorgaan

    Het bestuursorgaan neemt de nieuwe statuten aan.

  • Stap 2

    Goedkeuring voorstel door algemene vergadering

    De algemene vergadering keurt het voorstel goed.

  • Stap 3

    Publicatie Belgisch Staatsblad

    De vzw legt de nieuwe statuten neer bij de griffie die ze moet goedkeuren voor publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Begin tijdig aan de procedure. Zo riskeer je niet dat de vzw wordt ontbonden. De dwingende bepalingen van de wet waren voor bestaande vzw’s al vanaf 1 januari 2020 van toepassing. De deadline om in orde te zijn met de nieuwe wetgeving is 1 januari 2024.

Wijzigingen

Eén van de grootste conceptuele wijzigingen is dat vzw’s nu (meer dan bijkomstig) winst mogen maken. Die winst of een vermogensaandeel mag nooit uitgekeerd worden aan de leden. Enige winst mag enkel in functie van het belangeloos doel van de vereniging aangewend worden.

Lees de niet-exhaustieve lijst van aangepaste bepalingen van de nieuwe wetgeving die in je in de statuten van de vzw’s moet wijzigen:

  • het minimum aantal leden van een vzw bedraagt nu 2 in plaats van 3
  • gebruik ‘ondernemingsrechtbank’ in plaats van ‘rechtbank van koophandel’
  • gebruik ‘bestuursorgaan’ in plaats van ‘raad van bestuur’
  • gebruik ‘intern reglement’ in plaats van ‘huishoudelijk reglement’ en verwijs naar de laatste versie in de statuten
  • de bevoegdheden van de algemene vergadering zijn uitgebreid en aangepast
  • de oproepingstermijn voor de algemene vergadering bedraagt min. 15 dagen in plaats van 8
  • onthoudingen worden uit de stemming gehouden en worden niet langer beschouwd als negatieve stemmen
  • algemene handtekeningsbevoegdheid is enkel voor de bestuurders van de vzw
  • pas verwijzingen naar verouderde artikels uit de vzw-wet aan naar de huidige correcte artikels.

Bekijk het WVV voor een volledige overzicht van aandachtspunten die in de vzw-statuten herzien moeten worden.(opent in nieuw venster)

Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en het WVV

Naast de vzw’s heeft het aangepaste WVV ook gevolgen voor IGS’en met rechtspersoonlijkheid. Daarvoor werd in 2022 reeds een omzendbrief(opent in nieuw venster) opgemaakt.

Voor de IGS gelden de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur als dwingend recht en de bepalingen van het WVV als suppletief recht voor alles wat niet per decreet bepaald is.

Het WVV spreekt niet langer over ‘maatschappelijk kapitaal’, ‘kapitaalinbreng’ of ‘kapitaal’ terwijl het DLB dit wel nog doet. Je mag deze begrippen nog gebruiken in de statuten van een intergemeentelijk samenwerkingsverband, maar het is geen verplichting. Over het algemeen spreken we sinds de intrede van het nieuwe WVV niet meer over het begrip ‘kapitaal’ bij coöperatieve vennootschappen. De federale wetgever ziet ‘kapitaal’ als een ouderwets begrip dat de plaats heeft geruimd voor het ‘vermogen’. Daarom dienen dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen (DV/OV) voortaan ook gebruik te maken van een kapitaalloze jaarrekening(opent in nieuw venster).

Hoe verzoen je deze verandering met de begrippen uit het DLB? Dat lees je hieronder.

  • Kapitaalinbreng: de decreetgever verplicht een DV/OV niet meer om een minimumkapitaal aan te leggen. De DV/OV moet wel beschikken over een eigen vermogen dat voor zijn bedrijvigheid toereikend is (zie verwijzing naar artikel 6:4 WVV). Bij de inbreng kan een DV/OV ook spreken over inbreng als vermogensinbreng.
  • Maatschappelijk kapitaal: een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging is niet verplicht om een maatschappelijk kapitaal te vormen. Om meer aan te leunen bij de visie van het WVV boek 6: coöperatieve vennootschappen, kan je ook werken met een ‘ingebracht vermogen’ dat in de statuten (on)beschikbaar kan worden gemaakt.

Meer informatie

Heb je gericht advies nodig over statuten van IGS en VVMW? Contacteer binnenland@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie).

Contacteer voor inhoudelijke vragen over de opmaak van de statuten private vzw’s de bevoegde federale diensten (FOD Justitie(opent in nieuw venster)).