Gedaan met laden. U bevindt zich op: Erkenningscriteria tijdens de wachttijd Erediensten en kerken

Erkenningscriteria tijdens de wachttijd

Lokale geloofsgemeenschappen moeten tijdens de wachtperiode van de erkenningsprocedure aan een aantal erkenningscriteria voldoen.​​​​​​

Op 20 juli 2023 heeft het Grondwettelijk Hof zich uitgesproken over het vernietigingsberoep dat werd ingesteld tegen een aantal artikelen van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen(opent in nieuw venster). Het Hof vernietigde 2 erkenningscriteria en verplichtingen van het bestuur van de eredienst:

  • ze ontvangt geen rechtstreeks of onrechtstreeks buitenlandse financiering of ondersteuning als die financiering of ondersteuning afbreuk doet aan haar onafhankelijkheid
  • ze heeft geen bedienaars van de eredienst en hun vervangers die rechtstreeks of onrechtstreeks bezoldigd zijn door een buitenlandse overheid.

Het Grondwettelijk Hof was van oordeel dat deze bepalingen in strijd zijn met de vrijheid van godsdienst en eredienst. De vernietiging van deze erkenningscriteria en verplichtingen van het bestuur van de eredienst door het Grondwettelijk Hof heeft tot gevolg dat die met terugwerkende kracht uit het rechtsverkeer verdwijnen.

Bij decreet van 26 april 2024 tot wijziging van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021(opent in nieuw venster), werden nieuwe erkenningscriteria en verplichtingen vastgelegd. Deze wijziging beoogt het herstel van de bepalingen die het Grondwettelijk Hof vernietigde. De wijziging aan het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen trad in werking op 16 mei 2024.

Juridische structuur

De lokale geloofsgemeenschap heeft een juridische structuur, aangepast aan het aangevraagde openbaar statuut, en is hierover transparant.

Wanneer een lokale geloofsgemeenschap een erkenning krijgt, wordt een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid opgericht die de goederen en de inkomsten van de gemeenschap moet beheren. Een bestuursorgaan bestuurt de openbare instelling en zorgt voor het goede beheer van de overheidsmiddelen. Er is daarvoor voldoende administratieve capaciteit nodig. Een lokale geloofsgemeenschap die georganiseerd is als een vereniging zonder winstoogmerk, beschikt over de nodige administratieve capaciteit.

De erkenningsaanvraag vermeldt of de lokale geloofsgemeenschap al een juridische structuur heeft en bevat de gegevens over de juridische structuur. Tijdens de wachtperiode kan de lokale geloofsgemeenschap nog een juridische structuur oprichten zodat ze op het einde van de wachtperiode voldoet aan die voorwaarde.

De lokale geloofsgemeenschap is transparant over de juridische structuur. Het voorlopig bestuursorgaan bezorgt daarom deze gegevens aan het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB), als deze ontbreken in de erkenningsaanvraag:

  • naam
  • rechtsvorm
  • adres
  • KBO-nummer
  • statuten.

Als deze gegevens wijzigen, signaleert het voorlopig bestuursorgaan dat aan ABB. De Informatie-en Screeningsdienst (ISD) kan nog bijkomende informatie opvragen.

Financiële leefbaarheid

De lokale geloofsgemeenschap is financieel leefbaar en biedt transparantie daarover.

Eens een lokale geloofsgemeenschap is erkend, gebeurt het financieel beheer van besturen van de eredienst volgens de daartoe vastgelegde regelgeving. Om de lokale geloofsgemeenschap voldoende voor te bereiden, is de lokale geloofsgemeenschap transparant over de financiële toestand en voldoet aan een aantal boekhoudkundige verplichtingen. Tijdens de wachtperiode bezorgt het voorlopig bestuursorgaan de financiële documenten die de financiële leefbaarheid aantonen.

De financierende overheid adviseert de minister over de financiële leefbaarheid van de lokale geloofsgemeenschap. Er is geen vastliggende verhouding tussen eigen inkomsten en overheidsfinanciering. De financiële bijdrage van de financierende overheid moet wel redelijk en haalbaar zijn. Bij een manifest gebrek aan eigen middelen kan een erkenning geweigerd worden.

Geen financiering of ondersteuning die afbreuk doet aan de onafhankelijke uitoefening van de opdrachten en verplichtingen van het toekomstig bestuur van de eredienst

De lokale geloofsgemeenschap mag noch rechtstreeks noch onrechtstreeks financiering of ondersteuning ontvangen die afbreuk doet aan de onafhankelijke uitoefening van de decretale opdrachten en verplichtingen van het toekomstig bestuur van de eredienst.

De Informatie- en screeningsdienst lokale geloofsgemeenschappen (ISD) onderzoekt of er sprake is van een dergelijke niet toegelaten financiering of ondersteuning. Elementen die daarop kunnen wijzen zijn:

  • het herhaaldelijk ontvangen van financiële giften van dezelfde persoon of organisatie;
  • het ontvangen van schenkingen van goederen die een aanzienlijke kostprijs hebben en noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de eredienst;
  • de rechtstreekse of onrechtstreekse terbeschikkingstelling van personeel door derden;
  • de terbeschikkingstelling door derden van infrastructuur ten kosteloze titel of tegen een niet-marktconforme huurprijs;
  • het bestaan van samenwerkingsverbanden met instellingen die rechtstreeks of onrechtstreeks gelinkt zijn aan organisaties en bewegingen die een extremistische en segregerende geloofsbeleving promoten en verspreiden;
  • de opname in de statuten, oprichtingsakte of beginselverklaring van de juridische structuur, vermeld in artikel 7, 1° van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen, van een band van ondergeschiktheid aan een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
  • een nauwe band met een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie.

Het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen somt een niet-exhaustieve lijst van elementen op. Er moeten minstens 2 elementen cumulatief aanwezig zijn en aangetoond worden door de ISD om vast te stellen dat niet voldaan is aan dit erkenningscriterium.

Geen financiering of ondersteuning gelinkt aan terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging

De lokale geloofsgemeenschap ontvangt geen financiering of ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging.

De beoordeling van verboden financiering of ondersteuning is altijd een feitenkwestie rekening houdend met de concrete situatie.

Geen banden hebben met personen of entiteiten die gelinkt zijn aan terrorisme

De lokale geloofsgemeenschap mag geen banden hebben met personen, groepen of entiteiten die worden vermeld in de Europese en Belgische terreurlijst.

Maatschappelijke relevantie

De lokale geloofsgemeenschap is maatschappelijk relevant waarbij aan volgende verplichtingen moet voldaan worden:

Verplichtingen leden van het voorlopig bestuursorgaan

De leden van het voorlopig bestuursorgaan leven, behalve bij incidentele overmacht, volgende verplichtingen na:

  • de leden van het voorlopig bestuursorgaan verlenen geen medewerking aan activiteiten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan
  • de leden van het voorlopig bestuursorgaan ondernemen alle redelijke inspanningen om personen die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de organisatie en werking van het voorlopig bestuursorgaan
  • de leden van het voorlopig bestuursorgaan ondernemen alle redelijke inspanningen om personen die in door de lokale geloofsgemeenschap gebruikte lokalen en plaatsen aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit die lokalen en plaatsen
  • de leden van het voorlopig bestuursorgaan ondernemen, onverminderd de godsdienstvrijheid, alle redelijke inspanningen om de wetgeving na te leven en niet hun medewerking te verlenen aan handelingen strijdig met de wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het EVRM
  • de leden van het voorlopig bestuursorgaan zetten in geen geval, op welke wijze dan ook aan tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan.

Beschikbaarheid eredienstgebouw

De lokale geloofsgemeenschap toont aan dat het toekomstig bestuur van de eredienst een eredienstgebouw ter beschikking krijgt en er rechten op krijgt die een duurzaam gebruik ervan garanderen.

Er zijn 3 mogelijkheden:

  1. een zakelijk recht: volle eigendom of mede-eigendom
  2. een zakelijk gebruiksrecht: erfpacht, vruchtgebruik of recht van opstal
  3. een huurovereenkomst naar gemeenrecht met een bepaalde duur van minstens 15 jaar zonder de mogelijkheid van een vervroegde beëindiging door de verhuurder

Aan dit erkenningscriterium is ook voldaan als het eredienstgebouw eigendom is van een Belgische publieke rechtspersoon (bijvoorbeeld een gemeente).

De ISD kan bij de lokale geloofsgemeenschap transparantie vragen over de gebruikte infrastructuur

Indiening gegevens leden voorlopig bestuursorgaan

Het voorlopig bestuursorgaan bezorgt voor- en achternaam, adres, rijksregisternummer, e-mailadres, telefoonnummer, nationaliteit, geboortedatum en geslacht van de leden van het voorlopig bestuursorgaan aan ABB, het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente. De erkenningsaanvraag bevat deze gegevens.

Het voorlopig bestuursorgaan meldt tussentijdse wijzigingen binnen 30 dagen aan deze instanties. Zo blijven ze actueel en correct.

Inburgeringsplicht

De lokale geloofsgemeenschap heeft enkel bedienaars van de eredienst en hun vervangers die voldoen aan de inburgeringsplicht, als die op hen van toepassing is. Ook tijdens de wachtperiode voldoen de bedienaars van de eredienst en hun vervangers aan de inburgeringsplicht, als die op hen van toepassing is en ongeacht hun statuut.

Het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid(opent in nieuw venster) bepaalt wie aan de inburgeringplicht moet voldoen. De lokale geloofsgemeenschap zorgt ervoor dat de bedienaars van de eredienst en hun vervangers aan de inburgeringsplicht voldoen. De ISD controleert deze verplichting.

Bedienaar van de eredienst betaald door de federale overheid

De lokale geloofsgemeenschap moet er zich toe verbinden om de wedde van haar bedienaars van de eredienst ten laste te laten nemen door de federale overheid.

Gunstig gevolg na wachtperiode van 4 jaar

De lokale geloofsgemeenschap doorloopt de wachtperiode van 4 jaar met gunstig gevolg. Tijdens de vierjarige wachtperiode toont de lokale geloofsgemeenschap aan dat ze voldoet aan de erkenningscriteria, of minstens voldoende inspanningen verricht om hieraan te voldoen. Op het einde van de wachtperiode moet de lokale geloofsgemeenschap voldoen aan alle erkenningscriteria.

Administratieve verplichtingen

De lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de administratieve verplichtingen tijdens de wachtperiode.

Het voorlopig bestuursorgaan zorgt tijdens de wachtperiode voor de opmaak in het Nederlands en bezorging van onderstaande documenten, zodat de lokale geloofsgemeenschap voldoende voorbereid is op het statuut van een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid.

De documenten dienen telkens bezorgd te worden aan:

  • het Agentschap Binnenlands Bestuur (via digitale weg)
  • de financierende overheid
  • het representatief orgaan
  • de adviserende gemeente (in voorkomend geval)
Jaarlijks
Jaarlijks voor 15 december van het voorgaande kalenderjaar
Jaarlijks voor 1 mei van het volgende kalenderjaar
Jaarlijks
Eénmalig: in de loop van het vierde jaar van de wachtperiode
Permanent
Eénmaal per kwartaal en binnen 10 dagen na vergadering

Een gunstig veiligheidsadvies hebben

De lokale geloofsgemeenschap kan maar erkend worden als de federale minister van Justitie een gunstig veiligheidsadvies heeft afgeleverd.