Volgende gegevens zijn weergegeven:

• “Benaming”: de omschrijving van het lozingspunt
• “Meetputnummer”: een uniek nummer toegekend door de overheid. Elk lozingspunt dat bij de overheid gekend is, heeft een ingevuld meetputnummer VMM.
• “Meetputtype”: hier zijn 3 mogelijkheden:
  • “Lozend”: het water van dit lozingspunt wordt geloosd in oppervlaktewater (rechtstreeks of via riolering in zone B en C)
  • “Transfer”: het water van dit lozingspunt wordt na het verlaten van het bedrijfsterrein nog gezuiverd in een openbare of industriële waterzuiveringsinstallatie
  • “Oppompend”: dit betreft oppervlaktewater dat wordt opgepompt via dit lozingspunt. Het opgepompte water mag enkel vermeld worden indien het opgepompt wordt uit dezelfde waterloop als waarin het geloosd wordt en dus gebruikt wordt voor de berekening van de netto jaarvracht.
• “Lozingsplaats”: duid de plaats aan waar het afvalwater terechtkomt na het verlaten van het bedrijfsterrein. Hier zijn 8 mogelijkheden:
  • Riool: voor alle lozingspunten die lozen in de openbare riolering
  • Collector: voor alle lozingspunten die lozen in een collector van Aquafin
  • Oppervlaktewater: voor alle lozingspunten van het type lozend die rechtstreeks in oppervlaktewater lozen
  • Opgenomen oppervlaktewater: voor alle lozingspunten van het type oppompend
  • Afvoer naar andere exploitatie/ industriële WZI: voor water dat wordt afgevoerd naar een externe industriële waterzuiveringsinstallatie
  • Interne stroom: Gelieve dit niet meer te gebruiken
  • Kunstmatige afvoer hemelwater: voor bedrijven die lozen via regenwaterriolering
  • Grondwater: voor alle lozingspunten die lozen in grondwater (zeer uitzonderlijk)
• “Activiteiten”: duidt de activiteiten aan die via dit punt lozen of van het opgepompte water gebruik maken.

Van gekende (vooringevulde) lozingspunten kunnen gekoppelde activiteiten losgekoppeld worden door ze in het detailscherm op ‘niet van toepassing’ te zetten. Ook aan vooringevulde lozingspunten kunnen nieuwe activiteiten gekoppeld worden door ze aan te duiden in het detailscherm. U kunt in het detailscherm ook aangeven dat een gekend (vooringevuld) lozingspunt niet meer van toepassing is. Bij nieuwe lozingspunten moet u geen meetputnummer in vullen, dit wordt bij het verwerken van de gegevens toegekend. U kunt een nieuw lozingspunt (zelf aangemaakt) verwijderen via het verwijder-icoontje.