Uitleg over scherm 6.C.3.3. Emissie als gevolg van abnormale omstandigheden bij overslag
Hoofdpagina
Deze pagina geeft een overzicht van de abnormale overslagverliezen. De volgorde waarin de overslagverliezen getoond worden is de volgorde waarin de emissiepunten in hoofdstuk 3 werden ingegeven. Wanneer er meerdere activiteiten gekoppeld zijn aan een emissiepunt worden deze gegroepeerd weergegeven per emissiepunt.
Via de link in de kolom ‘benaming emissiepunt’ wordt een detailpagina geopend waarin de gegevens met betrekking tot het overslagverlies gewijzigd kunnen worden.
Het verwijderen van een overslagverlies gebeurt via het rode verwijdericoontje naast de benaming van het emissiepunt.
Via de link ‘nieuwe abnormale emissie’ kan een nieuwe emissie aan de lijst worden toegevoegd.
Het verwijderen van een verontreinigende stof gebeurt via het rode verwijdericoontje rechts naast de benaming van de verontreinigende stof of broeikasgas. Het toevoegen van een verontreinigende stof gebeurt via het groene toevoegicoontje rechts naast de benaming van de verontreinigende stof of broeikasgas. Het wijzigen van de emissie van een verontreinigende stof kan door te klikken op de link in de kolom verontreinigende stof of broeikasgas.
Detailpagina
Via dit scherm kan een abnormaal overslagverlies gewijzigd of toegevoegd worden of een nieuwe verontreinigende stof toegevoegd worden.
De boomstructuur ‘emissiebronnen’ bevat alle emissiepunten die gekoppeld zijn aan een activiteit van het type ‘C’ en die in hoofdstuk 3 gedefinieerd werden. Voor een overslagverlies kunnen meerdere activiteiten gekoppeld zijn aan het emissiepunt waardoor in de boomstructuur meerdere activiteiten geselecteerd kunnen worden. Meerdere activiteiten selecteren, doet u door de eerste activiteit aan te duiden en dan uw Ctrl of Shift toets ingedrukt te houden om een volgende activiteit aan te duiden.
De autofill-lijst ‘benaming stof’ bevat alle stoffen die reeds werden ingegeven voor een overslagverlies. Wanneer een bepaalde stof niet voorkomt in de lijst, kan dit in het vrije tekstveld worden ingegeven.
De autofill-lijst ‘emissieritme’ bevat alle emissieritmes die eerder werden ingegeven. Wanneer een bepaald emissieritme niet voorkomt in de lijst, kan dit in het vrije tekstveld worden ingegeven. Geef aan hoeveel er respectievelijk per minuut, uur, dag, week, maand of jaar geëmitteerd wordt, bv. 8 uur/dag, 220 dagen/jaar.
De autofill-lijst ‘emissieperiode’ bevat alle emissieperiodes die eerder werden ingegeven. Indien een bepaalde emissieperiode niet in de lijst voorkomt kan deze worden ingegeven in het vrij tekstveld.
Geef aan wanneer er geëmitteerd wordt, bv. van maandag 6 uur doorlopend tot vrijdag 22 uur.
De keuzelijst ‘verontreinigende stof’ bevat alle verontreinigende stoffen die reeds aanwezig zijn in de stoffenlijst van het deel lucht van het IMJV.
Voor de eenheid van doorzet kiest u uit ton, liter, kubieke meter of aantal (#).
Wanneer u enkel een nieuwe verontreinigende stof toevoegt, zal het bovenste deel van de detailpagina vooraf ingevuld zijn. U kunt deze vooraf ingevulde gegevens van de emissie niet wijzigen. Hiervoor moet u gebruik maken van de link onder ‘benaming emissiepunt’.
Vermeld de wijze waarop de emissie bepaald werd. Indien de bepalingsmethode een meting is en indien voor de geselecteerde verontreinigende stof meer dan één meetmethode werd opgegeven in hoofdstuk 5, geef dan aan welke meetmethode hier van toepassing is.
Indien een solventboekhouding wordt opgemaakt kan deze hier best worden opgeladen.
Via de ‘Vorige’ en de ‘Volgende’ knop kunt u van het ene (voor)ingevulde gegeven naar het volgende navigeren om uw gegevens aan te vullen/aan te passen, zonder telkens terug te moeten keren naar het hoofdscherm. Na het ingeven van de nodige gegevens drukt u op ‘Opslaan’ waardoor u terugkeert naar het hoofdscherm en alle ingegeven data opgeslagen zijn in de databank.
Via de ‘Toevoegen’ knop kunt u na het ingeven van een eerste emissie en verontreinigende stof of broeikasgas ook al de volgende emissie, verontreinigende stof of broeikasgas ingeven, zonder telkens te moeten opslaan en terug te keren naar het hoofdscherm. U geeft dus alle nodige emissies na elkaar in het detailscherm in en klikt op de knop ‘Opslaan’, waardoor u terugkeert naar het hoofdscherm en alle ingegeven data opgeslagen zijn in de databank. Daar krijgt u een volledig overzicht van de emissies die u ingegeven hebt.
Via de knop ‘Opslaan’ worden de gegevens bewaard in de databank.