De eerste fase van een begrotingscyclus is de jaarlijkse opmaak van de begroting. Tijdens die begrotingsopmaak worden de ontvangsten en uitgaven van het komende begrotingsjaar van 1 januari tot en met 31 december zo nauwkeurig mogelijk geraamd.

Via de begroting maakt de Vlaamse Regering keuzes over de doelstellingen die ze nastreeft en de middelen die ze daarvoor ter beschikking stelt. Zo wordt bij de begrotingsopmaak afgewogen welke doelstellingen prioriteit krijgen. Er wordt ook nagegaan of er maatregelen nodig zijn om bijkomend beleid te kunnen voeren of bij te sturen in het kader van de begrotingsdoelstelling, zoals bijvoorbeeld een begroting in evenwicht.

In de loop van het begrotingsjaar vindt een aanpassing van de begroting plaats. De begroting wordt geëvalueerd en aangepast aan de gewijzigde omstandigheden.

Het Vlaams Parlement keurt de jaarlijkse begroting en de begrotingsaanpassing goed bij decreet op het niveau van de programmatotalen. Door de goedkeuring van het begrotingsontwerp verleent het Vlaams Parlement aan de Vlaamse Regering de machtiging om haar ontvangsten en uitgaven te realiseren en bijgevolg haar beleid budgettair uit te voeren.