Gedaan met laden. U bevindt zich op: Proces begrotingsopmaak Begrotingsopmaak en -aanpassing

Proces begrotingsopmaak

De eerste fase van een begrotingscyclus is de jaarlijkse opmaak van de begroting. Tijdens die begrotingsopmaak worden de ontvangsten en uitgaven van het komende begrotingsjaar zo correct mogelijk geraamd.

Instructies BO2025

Hieronder kan je de begrotingsinstructies voor de begrotingsopmaak 2025 raadplegen.

Bewarende maatregelen

Hieronder kan je de mededeling aan de Vlaamse Regering vinden over de bewaking van de begrotingsuitvoering 2024.

Begrotingsopmaak

  • Stap Mei

    De begrotingsinstructies zijn het startschot van een begrotingsronde en leggen de uitgangspunten van de begrotingsronde vast. Dat gaat van het begrotingsbeleid dat zal worden gehanteerd tot de technische paramaters (index, evolutie loonkosten, brandstofprijzen,…) waarmee zal worden gewerkt.

    Daarnaast worden in de instructies de procedures en de timing voor het opstellen van de begrotingsvoorstellen en -documenten opgenomen. Verder bevatten ze eventuele sjablonen voor het opstellen van de begroting.

    De Vlaamse minister bevoegd voor het budgettair beleid deelt de begrotingsinstructies mee aan de leden van de Vlaamse Regering via een omzendbrief. Het Departement Financiën en Begroting verzorgt de verdere communicatie naar de beleidsdomeinen.

  • Stap Juni

    Vertrekkende van de begrotingsinstructies bereiden alle betrokken administraties van de Vlaamse Gemeenschap hun begrotingsvoorstellen voor. Dat gebeurt in samenspraak met de bevoegde minister.

    Het Departement Financiën en Begroting stelt ter ondersteuning historische gegevens over de begroting en de uitvoering ter beschikking. Het departement zorgt ook centraal voor de doorrekening van de budgettaire impact ten gevolge van indexatie op basis van de inflatieparameters en geldende indexregimes.

    De inschatting van de ontvangsten en de uitgaven gebeurt binnen de notie van constant beleid, dus op basis van de genomen besluitvorming en de op dat moment geldende reglementering. Er kunnen daarnaast ook begrotingsvoorstellen voor nieuw beleid ingediend worden. Hoewel die meervragen geen deel uitmaken van de technische bilaterales (zie onderdeel Technische triages en bilaterales), kunnen ze toch worden meegegeven ter duiding van nieuwe beleidsinitiatieven en eventuele budgettaire knelpunten.

    De begrotingsvoorstellen worden ingediend bij:

    • De Inspectie van Financiën (indien van toepassing bij de regeringscommissaris)
    • De Vlaamse minister bevoegd voor het budgettair beleid
    • De minister-president
    • De viceminister-presidenten
    • Het Departement Financiën en Begroting
  • Stap Juni

    Het technisch onderzoek van de begrotingsvoorstellen verloopt in twee fasen: de technische triage en de technische bilaterale.

    • Tijdens de technische triage nemen de dienst Begrotingszaken van het Departement Financiën en Begroting en de Inspectie van Financiën de begrotingsvoorstellen technisch door. De focus ligt daarbij op:

      • De afstemming van compensaties of budgetverschuivingen
      • De uitklaring van onduidelijkheden
      • De correcte inschatting van de vereffeningsbehoeften

      De technische triage leidt tot een overzicht van voorstellen die onmiddellijk en zonder verdere discussie aanvaard worden. De overige voorstellen moeten verder worden besproken tijdens de technische bilaterales.

    • Tijdens de technische bilaterale worden die begrotingsvoorstellen verder inhoudelijk en budgettair besproken op een overleg tussen het kabinet van de Vlaamse minister bevoegd voor het budgettair beleid, de Inspectie van Financiën en het Departement Financiën en Begroting enerzijds en het kabinet van de vakminister, ondersteund door hun administraties, anderzijds. De kabinetten van de minister-president en de viceminister-presidenten kunnen deelnemen als waarnemers om de overeenstemming met het algemeen Regeringsbeleid te waarborgen.

      De begrotingsvoorstellen voor nieuw beleid kunnen niet worden gehonoreerd op een technische bilaterale en behoren integraal tot de politieke besprekingen.

      Bij een begrotingsopmaak vinden de technische bilaterales plaats in de tweede helft van juni tot begin juli van het voorgaande kalenderjaar.

  • Stap Sept
    • Het Departement Financiën en Begroting maakt een stand van zaken op na de technische bilaterales en informeert de Vlaamse Regering over de resultaten van de technische bilaterales en een eventueel vorderingentekort of -overschot. In functie van de beschikbare inflatie- en groeiparameters volgen er nog actualisaties. Vervolgens kan er overgegaan worden naar de politieke bilaterales die door de verschillende ministers worden gevoerd.

      De Vlaamse Regering beslist binnen een meerjarig budgettair perspectief in conclaaf over:

      • Nieuwe beleidsinitiatieven en bijkomende budgetten
      • Begrotingsmaatregelen of besparingen
    • Op de vierde maandag van september legt de minister-president van de Vlaamse Regering de septemberverklaring af in het Vlaams Parlement. Daarin belicht hij de algemeen maatschappelijke situatie en de krachtlijnen van het Vlaamse beleid voor het volgende jaar. Het budgettaire luik van de septemberverklaring wordt toegelicht in het centenboekje van de Vlaamse minister bevoegd voor het budgettair beleid.

  • Stap Okt

    Na afloop van de politieke bilaterales vertaalt het Departement Financiën en Begroting de beslissingen naar de verschillende begrotingsdocumenten, te beginnen met het Vlaams ontwerpbegrotingsplan begin oktober. In de tweede helft van oktober volgen dan het ontwerp van middelendecreet, uitgavendecreet en programmadecreet.

    Bij de ontwerpen van begrotingsdecreten worden er ook een aantal toelichtingen gevoegd, namelijk de algemene toelichting en de beleids- en begrotingstoelichtingen (BBT’s).

    • Het Vlaams ontwerpbegrotingsplan is de bijdrage van de Vlaamse Regering aan het ontwerpbegrotingsplan, vermeld in artikel 6 van verordening (EU) nr. 473/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone.

      De Vlaamse Regering dient haar bijdrage uiterlijk op 2 oktober voorafgaand aan het begrotingsjaar in bij de voorzitter van het Vlaams Parlement. De lidstaten van de eurozone moeten uiterlijk op 15 oktober van elk jaar hun ontwerpbegrotingsplan aan de Europese Commissie overmaken.

    • In het ontwerp van middelendecreet worden onderstaande elementen opgenomen:

      • Decreetsbepalingen die onder meer de inning van bepaalde ontvangsten mogelijk maken
      • De administratieve tabel die per programma, inhoudelijk structuurelement en begrotingsartikel een overzicht geeft van de geraamde ontvangsten
      • Overzicht van de begrotingsfondsen
      • Inventaris van de schulden van de Vlaamse Gemeenschap
      • Inventaris van de fiscale uitgaven
    • In het ontwerp van uitgavendecreet worden onderstaande elementen opgenomen:

      • Decreetsbepalingen voor onder andere leningsmachtigingen, waarborgen, automatische subsidies, specifieke herverdelingsmogelijkheden, overdrachten over begrotingsjaren heen,…
      • De administratieve tabel die per programma, inhoudelijk structuurelement en begrotingsartikel een overzicht geeft van de geraamde uitgaven
      • Ontwerpbegrotingen van de diensten met afzonderlijk beheer en de Vlaamse rechtspersonen
      • Een raming van de schuldaflossing
    • Daarnaast wordt het programmadecreet opgesteld, ook gekend als het decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap. Dat decreet heeft in tegenstelling tot de andere decreten een normatief karakter. Het bevat een verzameling van nieuwe wettelijke bepalingen of wijzigingen aan bestaande wettelijke bepalingen die nodig zijn om de begroting te kunnen uitvoeren. Enkel bepalingen die een rechtstreekse band met de begroting hebben, mogen worden opgenomen in het programmadecreet. De Raad van State ziet daar nauwlettend op toe.

    • Het Departement Financiën en Begroting stelt de algemene toelichting op bij de ontwerpen van de middelen- en uitgavendecreten. Die beschrijft in grote lijnen volgende elementen:

      • Een synthese en analyse van het begrotingsbeleid
      • Een schets van de economische omgeving
      • De evolutie van de ontvangsten en de uitgaven op geconsolideerde basis
      • Een toelichting bij de normnaleving
      • Informatie over het financiële beheer en de schuldpositie
      • De stand van de uitstaande verplichtingen
    • De verschillende BBT’s bij de begrotingsopmaak informeren de parlementsleden over het geplande beleid van de minister en de middelen die daarvoor worden voorzien in de begroting. Bij elke begrotingsopmaak worden de BBT’s in jaarlijks perspectief opgemaakt waarbij de beleidsopties die genomen zijn ook begrotingsmatig worden vertaald. Daarbij ligt de focus op de planning voor het komende begrotingsjaar.

    • De uiterlijke indieningsdatum voor het uitgaven- en middelendecreet en de algemene toelichting in het Vlaams Parlement is bij de begrotingsopmaak 21 oktober van het jaar dat aan het begrotingsjaar voorafgaat. Het programmadecreet en de BBT’s worden uiterlijk op 28 oktober ingediend. In het jaar van de verkiezing van het Vlaams Parlement kunnen deze data overschreden worden.

  • Stap Nov
    • De commissies van het Vlaams Parlement bespreken de ingediende begrotingsdocumenten. Dit gebeurt op basis van de verdeling van de bevoegdheden over de verschillende commissies. De commissieleden hebben de mogelijkheid om amendementen op de ontwerpdecreten in te dienen.

    • Daarnaast voert het Rekenhof als controle-actor een onderzoek uit naar de in het Vlaams Parlement ingediende begrotingsdocumenten. Daaruit vloeien de volgende 2 documenten voort:

      • Onderzoek van de Vlaamse begroting (gericht aan het Vlaams Parlement)
      • Formele opmerkingen bij de Vlaamse begroting (gericht aan de administratie)

      Tijdens een vergadering van de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting licht het Rekenhof haar verslagen toe aan de commissieleden en geeft de Vlaamse minister bevoegd voor het budgettair beleid daarop een eerste reactie.

      Naar aanleiding van de verslagen van het Rekenhof bereidt de Vlaamse Regering een antwoord voor op de opmerkingen van het Rekenhof en worden de nodige amendementen ingediend bij het Vlaams Parlement. Het Departement Financiën en Begroting coördineert dat proces.

    • Ten slotte worden de (geamendeerde) begrotingsdocumenten besproken in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement en worden de begrotingsdecreten gestemd.

      Het Vlaams Parlement keurt de initiële begroting uiterlijk op 31 december van het jaar dat aan het begrotingsjaar voorafgaat goed.

  • Stap Dec

    Na goedkeuring in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement moet de Vlaamse Regering de begrotingsdecreten bekrachtigen en afkondigen. De datum van de bekrachtiging geldt als datum van de decreten. Samen met de afkondiging en bekrachtiging laat de Vlaamse Regering de begrotingsdecreten in het Belgisch Staatsblad publiceren.

    Voorlopige twaalfden

    Als een begroting niet voor de aanvang van het begrotingsjaar kan worden goedgekeurd, worden bij decreet voorlopige uitgavenkredieten geopend om de werking van de diensten te waarborgen. Die kredieten mogen niet aangewend worden voor nieuwe uitgaven waarvoor bij decreet voorheen geen machtiging werd verleend.

    De voorlopige kredieten per programma bedragen per maand een twaalfde van de vastleggings- en vereffeningskredieten van de laatst goedgekeurde uitgavenbegroting. Ze worden verhoogd met de variabele kredieten van dat begrotingsjaar.

    De Vlaamse Regering dient daartoe een ontwerp van decreet in bij het Vlaams Parlement. Het ontwerp bepaalt de termijn waarop de voorlopige uitgavenkredieten betrekking hebben. Die termijn mag niet meer dan vier maanden bedragen, behalve als wettelijke of contractuele verplichtingen een andere termijn opleggen. Het decreet tot toekenning van voorlopige uitgavenkredieten vervalt door de inwerkingtreding van het initiële begrotingsdecreet.