Gedaan met laden. U bevindt zich op: Debietsmeters vloeibare brandstof EPC NR: Energiemeters

Debietsmeters vloeibare brandstof

Op deze pagina vindt u meer info over debietsmeters voor vloeibare brandstof.

Stookoliemeters zijn heel gelijkaardig aan water- en gasmeters. Net als bij water- en gasmeters wordt er een volume bepaald, maar dit keer van een vloeibare brandstof. Volgende meetprincipes zijn bijvoorbeeld ook beschikbaar voor olie: rotormeters, turbinemeters, ultrasone meters. Deze meetprincipes zijn volledig dezelfde als voor water en gas en worden daarom niet opnieuw toegelicht op deze pagina. Zie Gasdebietmeters

Fysiek lijken deze tellers zeer sterk op watertellers, maar intern zijn ze uiteraard specifiek aangepast aan de fysische eigenschappen van stookolie. De kostprijs van een stookolieteller is meestal veel hoger dan een gelijkaardige grootte van waterteller.

Types debietsmeters voor vloeibare brandstof

Een debietsmeter voor vloeibare brandstof zal in de meerderheid van de gevallen bedoeld zijn om het stookoliegebruik van de scope te meten.

Een debietsmeter voor vloeibare brandstof is doorgaans een mechanische debietsmeter die rechtstreeks een aflezing in liter stookolie toelaat.

Twee- en éénpijpssystemen

Bij het aanzuigen van stookolie uit een tank kunnen gasbellen ontstaan. Deze zijn schadelijk voor de opwekker en moeten afgescheiden worden. Dit kan op verschillende manieren gebeuren:

  • In een klassieke stookolie-installatie gebeurt dit typisch door te werken met twee leidingen (tweepijpssysteem): een zuigleiding en een retourleiding. Een (grote) hoeveelheid brandstof wordt aangezogen via de eerste leiding. De gevormde bellen worden dan met een (groot) deel van de brandstof terug langs de retour naar de tank geleid. Slechts een klein deel van de aangezogen stookolie wordt gebruikt in de opwekker.
  • Een andere manier om te voorkomen dat bellen in de opwekker terecht komen is het plaatsen van een ontgasser voor de zuigleiding. Zo is er alleen een zuigleiding nodig (éénpijpssysteem).

Beide bovenstaande systemen zijn doorgaans vrij eenvoudig te onderscheiden op basis van de aanwezigheid van één of twee leidingen.

Door het grote verschil tussen het aangezogen en werkelijk gebruikte debiet bij een tweepijpssysteem moet in dit geval het debiet door de zuig- en retourleiding gemeten worden om een correcte inschatting te maken van het stookoliegebruik. Ga dus eerst na welk systeem gebruikt wordt, voor u nagaat welke stookoliemeters aanwezig zijn of moeten geplaatst worden.

Voorbeeld van een tweepijpssysteem, de 2 leidingen zijn zichtbaar

Voorbeeld van een éénpijpssysteem

Er bestaan standaardoplossingen om de zuigleiding te ontgassen (bv. Tigerloop® is een gekend voorbeeld hiervan). Zo moet alleen het debiet in de zuigleiding gemeten worden (en dus niet langer aan de retourleiding, want deze is buiten gebruik). Het stookoliegebruik is dan het debiet gemeten in de zuigleiding.

Voorbeeld van een ontgasser voor een zuigleiding

Inbouwvoorbeeld van zo’n ontgasser in een éénpijpssysteem