Gedaan met laden. U bevindt zich op: Inspectieprotocol voor energiedeskundigen type A Info type A
Inspectieprotocol voor energiedeskundigen type A
Het inspectieprotocol legt de werkwijze vast die de energiedeskundigen type A in Vlaanderen moeten gebruiken bij de opmaak van een energieprestatiecertificaat voor bestaande gebouwen met een woonfunctie, bestaande kleine niet-residentiële gebouwen en de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw. Per thema uit het inspectieprotocol wordt toegelicht hoe de opgelegde werkwijzen en methodieken in de praktijk toegepast moeten worden.
Huidige inspectieprotocol
Inspectieprotocol geldig voor EPC's ingediend vanaf 1-1-2024
Bij subsidieaanvragen kan de goedkeuring ook aangetoond worden door de vermelding van de werken door de netbeheerder in de woningpas
II.3.3.2.16
Voor technische documentatie met productinformatie is de vermelding van een datum geen voorwaarde voor het gebruik als staving
II.5.1
De werkwijze bij fouten in het EPC-GD en bij nieuwe informatie over het gebouw zijn verduidelijkt
II.7
Aanvullingen projectdossier wegens nieuwe aanpak ventilatie in deel
Deel III: Gegevens over eenheid, project en eigenaar
Geen wijzigingen
Deel IV: Geometrie
IV.1.2.7.6
Werkwijze bij niet toegankelijke zolder van een appartementsgebouw
IV.3.4.1.1
Gevels met begrenzing grond mogen ingevoerd worden met de bovengrondse begrenzing indien de diepte < 50 cm onder het maaiveld ligt
IV.1.2.10.4
Term ‘Blinde nissen of uitsprongen’ vervangen door ‘Nissen’
Deel V: Eigenschappen gebouwschil
V.1.3.2
Toevoeging wat er moet gebeuren indien plaatsingsdatum product niet gekend is of niet overeenkomt met erkenningstermijn product uit EPBD-databank
V.2.3.1
Mortels met PUR-granulaten mogen ook ingevoerd worden als ‘Isolerende mortel’
V.2.3.1
Verduidelijking dat gespoten kurk niet gezien wordt als isolatiemateriaal
V.2.4.2
Hoofdtype 3 en 4: enkel bij buitenmuren moet er een buitenafwerking aanwezig zijn
V.3.1.3.2
Vermelding van ‘low e’ of ‘low e coating’ in afstandhouder wordt aanvaard als bewijs voor aanwezigheid
V.3.1.3.4
Hoofdtype ‘Dubbele beglazing onbekend’ wordt niet meer gebruikt: Bij twijfel tussen hoogrendementsbeglazing of gewone dubbele beglazing (vb. als de plaats van de coating positie 2 is), wordt dubbele beglazing gekozen.
Deel VI: Ruimteverwarming
VI.5.2.2
Definitie equivalente eenheden uitgebreid naar alle niet-residentiële eenheden, niet enkel de kleine
Voorwaarden voor aanvaarden keuringsverslag versoepeld
X.4
Individuele zonnepanelen kunnen ingevoerd worden als ze nog niet beschikbaar zijn in het EPC van de gemeenschappelijke delen. Individuele zonnepanelen zijn zonnepanelen die één en slechts één gebouweenheid bedienen