Wat bij niet voldoen aan het minimumaandeel hernieuwbare energie? (voor bouwaanvragen t.e.m. 31-12-2022)
U hebt keuze uit verschillende opties die zorgen voor hernieuwbare energie in de vorm van warmte of elektriciteit. Ze hebben elk hun voor- en nadelen. U kunt ook meerdere opties combineren. Een laatste optie is investeren in een hernieuwbaar energieproject: participatie.
Wat als hernieuwbare energie geen optie is?
Een bouwproject kan om praktische redenen (bijvoorbeeld: oriëntatie, te weinig grondoppervlak) niet of onvoldoende gebruik maken van hernieuwbare bronnen. Het is ook mogelijk dat de hernieuwbare systemen niet geïntegreerd zijn volgens de kwaliteitseisen.
Voor bouwprojecten die niet voldoen aan de eis op het minimumaandeel hernieuwbare energie, verstrengt het maximale E-peil met 10%.
Gevolgen
- Het bouwproject zal in dat geval niet voldoen aan de eis op het minimumaandeel hernieuwbare energie.
- Als ook het strengere E-peil niet wordt behaald, volgt er een E-peilboete.
- Als niet voldaan is aan de eis op het minimumaandeel hernieuwbare energie, maar de strengere E-peileis wordt wél behaald, dan volgt er geen boete.
Voorbeeld
Voor een nieuwbouwwoning met in 2021 wordt de eis 10% strenger, dus E27 in plaats van E30. De woning zal niet voldoen aan de eis op het minimumaandeel hernieuwbare energie. U kunt wel verschillende maatregelen treffen om aan het strengere E-peil te voldoen, zodat er geen boete volgt:
- bijkomende isolatie voorzien,
- een efficiëntere verwarmingsinstallatie gebruiken,
- een ventilatiesysteem met warmteterugwinning en/of installeren,
- luchtdichter bouwen …
Voorbeelden waarbij niet voldaan is aan het minimumaandeel hernieuwbare energie
De rapporteert in de EPB-aangifte welke hernieuwbare energiesystemen in het bouwproject zijn toegepast. Het project voldoet niet als:
- geen of onvoldoende hernieuwbare energiesystemen zijn geplaatst (uit de tabel ‘overzicht hernieuwbare energietechnieken’),
- of ze niet volgens de gestelde kwaliteitsvoorwaarden zijn geplaatst (uit de tabel ‘overzicht hernieuwbare energietechnieken’),
- én het project niet voldoet aan de strengere E-peileis.
In dat geval riskeert de een administratieve geldboete voor het niet-voldoen aan de lagere E-peileis.
Voorbeeld
In een nieuwbouwwoning (bouwaanvraag in 2014, dus E-peileis E60) wordt een zonneboiler geplaatst: enkele mogelijkheden waarbij wel of niet voldaan wordt aan de EPB-eis ‘minimumaandeel hernieuwbare energie’:
Situatie | Gevolg |
1. de woning behaalt E59 en de zonneboiler heeft een apertuuroppervlakte van 0,03 m² per m² bruto vloeroppervlakte, is zuid georiënteerd en heeft een helling van 45°. | Er is voldaan aan het minimumaandeel hernieuwbare energie. De woning voldoet. |
2. de woning behaalt E53 en de zonneboiler heeft een apertuuroppervlakte van 0,015 m² per m² bruto vloeroppervlakte of is noordoost georiënteerd of heeft een helling van 75°. | Er is niet voldaan aan het minimumaandeel hernieuwbare energie, maar het E-peil is lager dan de 10% strengere E-peileis, Er wordt geen boete opgelegd. |
3. de woning behaalt E56 en de zonneboiler heeft een apertuuroppervlakte van 0,015 m² per m² bruto vloeroppervlakte of is noordoost georiënteerd of heeft een helling van 75°. Bovendien produceert de zonneboiler geen 10 kWh/m² bruto vloeroppervlakte. | Er is niet voldaan aan het minimumaandeel hernieuwbare energie én het E-peil is hoger dan het verlaagde maximum E54. In dat geval wordt een boete gesteld voor het niet-behalen van het geldende E-peil, E56 in plaats van E54. |