Skip to main content

Wat is Kunst in Opdracht?

Al eeuwenlang worden kunstenaars via openbare opdrachten uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan het publieke cultuurpatrimonium. Ook vandaag gebeurt het nog dat een (semi-)publieke ontwerpvraag rond architectuur, infrastructuur, landschap of publieke ruimte uiteindelijk uitmondt in een opdracht voor een kunstenaar. In dat geval wordt hen meestal een kader aangeboden voor een contextspecifiek of situationeel kunstwerk dat die context of situatie bevraagt, ermee interageert en er onlosmakelijk mee verbonden is. Ook specifieke maatschappelijke thema’s en urgente kwesties kunnen een impact hebben op de (semi-)publieke ruimte en een aanleiding zijn voor een kunstopdracht.

Onder een kunstopdracht verstaan we:

  • het ontwerpen en realiseren van een kunstwerk
  • op verzoek van een opdrachtgever
  • voor een specifieke context of situatie
  • door een levende kunstenaar met een professionele kunstpraktijk.

Een ruim palet van mogelijke benaderingen die de kunsten van vandaag te bieden heeft, kan met Kunst in Opdracht worden aangeboord.

Door een visie te formuleren en specifieke motieven voor de realisatie van een kunstopdracht op te stellen, worden - meer dan bij een  klassieke ‘kunstintegratie’ - zowel de opdrachtgever als de kunstenaar uitgedaagd om stil te staan bij hun maatschappelijke rol en culturele verantwoordelijkheid. De artistieke keuzes die hieruit voortvloeien, leiden tot een gevarieerd artistiek patrimonium, tot nieuwe opdrachtmodellen en meer interdisciplinaire samenwerkingen, en tot een gevarieerdere interactie tussen kunst en context in de brede betekenis van het woord. Door de realisatie van kunstopdrachten ontstaat als het ware een collectie in de (semi-)publieke ruimte waarbij de aandacht voor het behoud en beheer belangrijk is voor de waardering van deze werken in de toekomst.

Opdrachtgever, gebruiker, ontwerper en kunstenaar kunnen elk vanuit hun rol naargelang de opdrachtsituatie, het intrinsieke karakter van een ‘kunstopdracht’ kracht bijzetten en de positie van het kunstwerk en zijn autonomiegraad mee bepalen. Hierdoor creëren ze een uitdagende omgeving waar het proces en de relatie met de (semi)publieke ruimte en zijn publiek intrinsiek verbonden zijn met het resultaat. 

Kunst in Opdracht in de publieke ruimte

De publieke of openbare ruimte is een gebied waar verbindingen tussen menselijke activiteit, al dan niet op een virtuele manier, tot stand komen. In eerste instantie denk je misschien aan een stedelijke omgeving als het geheel van gebouwen, pleinen en straten of ook aan infrastructuur, natuurgebieden, landschappen, parken en andere groenvoorzieningen. Maar de publieke ruimte beperkt zich niet alleen tot de buitenruimte. In kantoorgebouwen, bibliotheken, gemeentehuizen, woon- en zorgcentra, ziekenhuizen, sporthallen, culturele en toeristische infrastructuur, scholen, … voltrekken zich eveneens verbindingen tussen menselijke activiteit.

We moeten publieke ruimte nóg breder opvatten. Het zijn ook virtuele ruimtes, en een brede waaier aan functies die aan de publieke ruimte worden toegekend: mobiliteit, landbouw, onderwijs, wonen, zorg, vrije tijd en cultuur. De publieke ruimte is immers niet alleen een fysieke ruimte, maar ook een sociale en mentale ruimte waarin bijvoorbeeld de geschiedenis van een stad of de herinneringen en sociale structuren van haar bewoners een abstracte, niet-waarneembare plaats opeisen. De evolutie van de sociale media veroorzaakt bijvoorbeeld ook nieuwe publieke verbindingsplaatsen van menselijke activiteit.

We hebben ook oog voor het feit dat de publieke ruimte in onze huidige samenleving onder druk staat: de relatie tussen private en publieke ruimte wordt steeds complexer. Het openbaar domein verwijst immers als begrip in principe naar een ruimte die voor iedereen beschikbaar en vrij toegankelijk is. Maar de publieke ruimte is geen statisch gegeven, integendeel: ze ontstaat permanent door de interactie met mensen en het gebruik ervan.

Kunst in Opdracht in de publieke ruimte slaat op de realisatie van kunstwerken in de publieke ruimte in al zijn dimensies. De kunstwerken die hierdoor tot stand komen houden rekening met de specifieke eigenheden van de gekozen publieke ruimte, zoals de historische en sociale betekenis, de fysieke of virtuele eigenschappen van een context of situatie, de ligging en het openbare karakter van de publieke ruimte, ... Wanneer iemand als opdrachtgever in de publieke ruimte treedt, komt hij automatisch in contact met overheden, burgers, belangengroepen en vele andere actoren. Voor ruimtegebonden projecten is er momenteel geen wettelijk kader met de verplichting om een kunstopdracht te realiseren.

Situering van Kunst in Opdracht

In het kader van de wederopbouwpolitiek, ging in de jaren vijftig in heel wat Europese landen een percentageregeling van kracht voor de integratie van kunstwerken in overheidsgebouwen. Dit hield in dat een bepaald percentage van de kosten van openbare bouwprojecten, moest worden besteed  aan het realiseren van kunstwerken. In België volgden pas in de jaren tachtig decretale initiatieven ten gunste van zo’n percentageregeling. Dit had alles te maken met de evolutie van België van unitaire naar federale staat. In die periode van constitutionele hervorming nemen het Vlaams Parlement en de Franse Gemeenschap het initiatief om te stemmen over decreten rond de integratie van kunst in overheidsgebouwen (decreten van 23 december 1986). De decreten bleken in eerste instantie niet een instrument voor het eigen patrimonium maar eerder een maatregel van de ‘hogere overheid‘ om een bestaande situatie te uniformiseren bij de lokale besturen in Vlaanderen.

Vanaf de tweede helft van de jaren negentig verschoof de aandacht voor kunstintegratie naar het gebouwenpatrimonium van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest, en naar de gebouwen van de gesubsidieerde instellingen. Vanaf 1995 worden er maatregelen getroffen voor het handhaven en het verbreden van de toepassing van de percentagedecreten. Met de wijziging van de decreten van 12 mei 1998, werd het toepassingsgebied van de percentagedecreten uitgebreid met het integreren van kunst in gebouwen waarvoor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest een huurkoopcontract, leasingscontract of huurcontract van 25 jaar of langer mee afsluit.

Op initiatief van de Vlaamse minister bevoegd voor de huisvesting van de Vlaamse ambtenaren, werkten de Kunstcel en de eerste Vlaams Bouwmeester bOb Van Reeth vanaf 1999 samen aan een visie rond kunst in overheidsgebouwen. Met het officieel installeren van de Kunstcel bij de Vlaamse Bouwmeester, kwam de kwaliteit voor het artistiek karakter van overheidsgebouwen centraal te staan en werd de rol van de opdrachtgever beklemtoond. Het begrip kunstintegratie werd gaandeweg vervangen door de term Kunst in Opdracht. Hierdoor kwam het ruime palet aan artistieke benaderingen en de autonome positie van een kunstwerk ten opzichte van zijn context meer tot hun recht. Ook ontstond het inzicht dat er nood is aan een professionele begeleiding van kunstopdrachten en aan een beleidsondersteunende visie inzake Kunst in Opdracht.

De afgelopen decennia groeide de vraag naar professionele begeleiding van kunstopdrachten over het hele Vlaamse grondgebied. Die vraag kwam vanuit het hedendaagse beeldende kunstveld en van de verschillende diensten van de Vlaamse overheid en regionale en lokale overheden en instanties. In 2015 wordt beslist om de Kunstcel onder te brengen bij het Departement Cultuur, Jeugd en Media. Deze beslissing van de Vlaamse Regering zorgt voor een inbedding van de materie Kunst in Opdracht in het beleidsveld van Cultuur. Sinds 1 januari 2016 is de voormalige Kunstcel van het Team Vlaams Bouwmeester ondergebracht bij het Departement Cultuur, Jeugd en Media waar ze een doorstart maakt als landelijk kenniscentrum voor Kunst in Opdracht.

Platform Kunst in Opdracht
Digitaliseren
Team Infrastructuur en Instellingen