Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 24013 - Kanscontract aandelen Vlaamse Belastingdienst

VB 24013 - Kanscontract aandelen

Voorafgaande beslissing
Nummer
24013
Datum beslissing
23 april 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.3. VCF
  • art. 2.7.1.0.5. VCF
  • art. 2.8.1.0.1. VCF
  • art. 2.8.4.1.1. VCF
  • art. 3.17.0.0.2. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te verkrijgen dat de voorgelegde overeenkomst van "kanscontract ten bezwarende titel" tussen de zussen mevrouw X en mevrouw Y kwalificeert als een contract onder bezwarende titel en dat - indien de overeenkomst ter registratie wordt aangeboden - artikelen 2.8.1.0.1 VCF en 2.8.4.1.1 §2 VCF niet van toepassing zullen zijn en er derhalve geen schenkbelasting zal verschuldigd zijn, alsook dat de artikelen 2.7.1.0.3, 3° VCF en 2.7.1.0.5 VCF niet van toepassing zullen zijn bij het overlijden van één van de betrokken zussen zodat er geen erfbelasting zal verschuldigd zijn.

"De Aanvrager" wenst eveneens bevestigd te zien dat deze verrichting voor de Vlaamse Belastingdienst geen fiscaal misbruik vormt in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF.

2. "De Aanvrager" verzoekt uitdrukkelijk overeenkomstig artikelen 3.22.0.0.1, §4, lid 1, VCF dat gelet op het voorwerp van de onderhavige aanvraag, de termijn waarvoor de beslissing wordt getroffen langer zal zijn dan vijf (5) jaar. Meer bepaald een geldigheidsduur van de afgeleverde beslissing tot en met het overlijden van één van de zussen.

II. Omschrijving van de verrichting(en)

II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

3. De aanvraag wordt ingediend door mevrouw X, verder aangeduid als "De Aanvrager"

4. De betrokken partijen zijn:

4.1. Mevrouw X, geboren te […] op xx.xx.1971, rijksregisternummer […], van Belgische nationaliteit, wonende te […].

4.2. Mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1968, rijksregisternummer […], van Belgische nationaliteit, wonende te […].

5. De betrokken partijen zijn zussen, geboren uit het huwelijk van hun ouders, de heer A en mevrouw B.

6. "De Aanvrager" heeft haar fiscale woonplaats sinds meer dan vijf jaar in het Vlaamse Gewest.

7. "De Aanvrager" is ongehuwd en niet samenwonend. Zij heeft geen kinderen.

8. Mevrouw Y is ongehuwd en niet samenwonend. Zij heeft twee kinderen, met name de heer […], geboren te […] op xx.xx.1997 en de heer […], geboren te […] op xx.xx.2002.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

9. Elk van de betrokken partijen heeft 124 aandelen in volle eigendom in de Naamloze vennootschap "C", met zetel te […] en met ondernemingsnummer […].

De Naamloze Vennootschap "C" is:

  • opgericht blijkens akte verleden voor notaris […] te […], op xx.xx.1994, gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van xx.xx.1995, onder het nummer […]. Bij de oprichting verkregen "De Aanvrager" en Y elk 5 aandelen in volle eigendom.
  • Bij akte verleden voor notaris […] te […] op xx.xx.2012 werden honderddertien (113) aandelen van de vennootschap "C", door de ouders geschonken aan beide kinderen Y en X (met voorbehoud van vruchtgebruik voor de ouders en aanwas bij de langstlevende onder hen).
  • Ingevolge het overlijden van mevrouw B, overleden op xx.xx.2012, is het vruchtgebruik over alle 113 geschonken aandelen overgegaan op de langstlevende van de schenkers, in casu de heer A Bovendien is uit de nalatenschap van mevrouw B één aandeel van voornoemde vennootschap in vruchtgebruik toegekomen aan de heer A en in blote eigendom aan de kinderen Y en X.
  • Bij akte verleden voor notaris […] te […] op xx.xx.2013 werd een kapitaalverhoging doorgevoerd, met creatie van in totaal 125 nieuwe aandelen, waarvan 10 aandelen in volle eigendom toekwamen aan de kinderen Y en X en waarvan 114 aandelen in blote eigendom toekwamen aan de kinderen Y en X en in vruchtgebruik aan de heer A.
  • Ingevolge onderhandse overeenkomst, dd.xx.xx.2024, heeft de heer A vrijwillig verzaakt aan het vruchtgebruik over 228 aandelen.

Bijgevolg beschikken "De Aanvrager" en mevrouw Y elk over 124 aandelen in volle eigendom, behorend tot hun respectievelijk eigen vermogen.

10. "De Aanvrager" en Y wensen onderling een overeenkomst te sluiten betreffende hun respectievelijk aandelenpakket waarbij zij bij wijze van kanscontract ten bezwarende titel overeenkomen dat bij het overlijden van de eerststervende van hen, haar aandelenpakket in volle eigendom zal toekomen aan de langstlevende onder hen; elk van hen staat dus haar 124 aandelen in de vennootschap "C" in volle eigendom af aan de andere, onder de opschortende voorwaarde van vooroverlijden, en elk van hen verkrijgt als tegenprestatie voor deze afstand een gelijke kans om het aandelenpakket toebehorend aan de andere, te verwerven indien zij het langst leeft.

11. "De Aanvrager" en Y wensen elkaar, voor wat betreft de aandelen van de voormelde vennootschap, na een overlijden absoluut wederzijds te beschermen, zonder enige inmenging van de kinderen of erfgenamen van de overledene.

12. Hiervoor wensen ze dat de volle eigendom van hun aandelen bij de langstlevende onder hen terechtkomt via het kanscontract ten bezwarende titel.

13. "De Aanvrager" en Y komen steeds gezamenlijk tot een besluitvorming en zullen dit ook blijven doen teneinde hun rechten van beheer en bescherming uit te oefenen.

14. Zowel "De Aanvrager" als mevrouw Y wenst voor zichzelf de nodige maatregelen te nemen teneinde voor de langstlevende onder hen de noodzakelijke continuïteit, bedrijfseconomische en vermogensrechtelijke zekerheid te verschaffen, een zekere levensstandaard te garanderen en een maximale flexibiliteit te behouden. Met dat doel voor ogen, wensen zij de inmenging - in de meest ruime zin van het woord - van de kinderen of de andere erfgenamen van de eerstervende zo veel als mogelijk te beperken, met respect voor de vigerende Belgische wetgeving, en de financiële flexibiliteit van de vennootschap te maximaliseren teneinde elk voor zich als langstlevende de nodige zekerheid en bescherming te bekomen.

15. De overeenkomst van kanscontract ten bezwarende titel luidt als volgt:

TUSSEN DE ONDERGETEKENDEN:

1. Mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1968, rijksregisternummer […], ongehuwd, wonende te […].

Hierna genoemd 'Partij één'.

EN

2. Mevrouw X, geboren te […] op xx.xx.1971, rijksregisternummer […], ongehuwd wonende te […].

Hierna genoemd 'Partij twee'.

Hierna elk afzonderlijk aangeduid als 'Partij één' en/of 'Partij twee' & hierna samen aangeduid als de 'Partijen'.

OVERWEGENDE DAT:

'Partij één' en 'Partij twee' elk eigenaar zijn van 124 aandelen in volle eigendom behorend tot ieders eigen vermogen van de Naamloze Vennootschap "C", met zetel te […] en met ondernemingsnummer […].

De Vennootschap "C" is een naamloze vennootschap:

- opgericht blijkens akte verleden voor notaris […] te […], op xx.xx.1994, gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van xx.xx.1995, onder het nummer […]. Bij de oprichting verkregen 'Partij één' en 'Partij twee' hierbij elk 5 aandelen in volle eigendom.

- Bij akte verleden voor notaris […] te […] op xx.xx.2012 werden honderddertien (113) aandelen van de vennootschap "C", door de ouders geschonken aan de 'Partijen' (met voorbehoud van vruchtgebruik voor de ouders en aanwas bij de langstlevende onder hen).

- Ingevolge het overlijden van mevrouw B, overleden op xx.xx.2012, is het vruchtgebruik over alle 113 geschonken aandelen overgegaan op de langstlevende van de schenkers, in casu de heer A. Bovendien is uit de nalatenschap van mevrouw B één aandeel van voornoemde vennootschap in vruchtgebruik toegekomen aan de heer A en in blote eigendom aan de 'Partijen'.

- Bij akte verleden voor notaris […] te […] op xx.xx.2013 werd een kapitaalverhoging doorgevoerd, met creatie van in totaal 125 nieuwe aandelen, waarvan 10 aandelen in volle eigendom toekwamen aan de 'Partijen' en waarvan 114 aandelen in blote eigendom toekwamen aan de 'Partijen' en in vruchtgebruik aan de heer A.

- Ingevolge onderhandse overeenkomst, dd. xx.xx.2024, heeft de heer A vrijwillig verzaakt aan het vruchtgebruik over 228 aandelen.

Bijgevolg beschikken 'Partij één' en 'Partij twee' elk over 124 aandelen in volle eigendom, behorend tot hun respectievelijk eigen vermogen.

De 'Partijen' verklaren dat alle voormelde aandelen op hun naam, thans niet bezwaard zijn met enig vruchtgebruik of beslag, noch in pand zijn gegeven aan derden.

Bovendien verklaren de 'Partijen' dat de hoger beschreven aandelen niet het voorwerp uitmaken van enig voorkoop - of voorkeurrecht ten behoeve van derden, welke onderhavig kanscontract ten bezwarende titel in de weg zou kunnen staan.

Met betrekking tot deze aandelen

IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT: KANSCONTRACT TEN BEZWARENDE TITEL

'Partij één' en 'Partij twee' verklaren, om burgerrechtelijke redenen (met name de bescherming van de positie van de langstlevende bij het overlijden van één van hen), maar tevens om redenen van continuïteit van de onderneming - waarbij bedrijfseconomische en zakelijke belangen primeren - en redenen van flexibiliteit, een overeenkomst van aanwas af te sluiten over ieders pakket van 124 aandelen. Partijen wensen de betreffende aandelen onder volgend kanscontract ten bezwarende titel te plaatsen:

De 'Partijen' komen, bij wijze van kanscontract onder bezwarende titel, overeen, dat bij het overlijden van de eerststervende onder hen, haar pakket van 124 aandelen van de Naamloze Vennootschap "C" in volle eigendom zal toekomen aan de overlevende, zonder dat deze laatste iets zal verschuldigd zijn aan de erfgenamen of rechtsopvolgers van de eerststervende. Aldus staat ieder van de Partijen de aan haar toebehorende hoger beschreven aandelen - met name 124 aandelen van de Naamloze Vennootschap "C" - af aan de andere, onder de opschortende voorwaarde van haar vooroverlijden, en verkrijgt ieder van hen als tegenprestatie voor deze afstand een gelijke kans om de hoger beschreven aandelen toebehorend aan de andere te verwerven indien zij het langst leeft.

Het bezwarend karakter van deze overeenkomst wordt onderstreept door het oogmerk van elke Partij om te worden beschermd voor het geval zij de langstlevende zou zijn, alsook door het speculatief karakter en de bedoeling van elk van beide Partijen om er voor zich zelf een persoonlijk voordeel uit te halen. 'Partij één' en 'Partij twee' schatten voor zichzelf de kans om te overleven gelijk in, indachtig leeftijd, gezondheidstoestand en levenswijze.

Dit kanscontract ten bezwarende titel is wederkerig toegestaan en aanvaard ten bezwarende titel, als kanscontract, onder de hierna volgende modaliteiten.

Modaliteiten:

1. Geen terugwerkende kracht

De aanwas zal gebeuren ten voordele van de langstlevende van de 'Partijen' voor de aan de eerststervende toebehorende hoger vermelde aandelen, met ingang van het overlijden van de eerststervende, zonder terugwerkende kracht.

2. Rechtskeuze

De 'Partijen’ komen uitdrukkelijk overeen dat uitsluitend het Belgisch recht van toepassing is op deze overeenkomst, met betrekking tot zijn inhoud als tot zijn vorm, hierna samen genoemd "het toepasselijke recht".

3. Waardevermeerderingen

Deze overeenkomst is een kanscontract ten bezwarende titel waardoor er geen enkele vergoeding verschuldigd is door de langstlevende aan de erfgenamen van de eerststervende uit hoofde van de verwerving van de langstlevende van de aandelen van de eerststervende.

Deze aanwas zal eveneens alle waardevermeerderingen omvatten, zonder dat de erfgenamen van de eerststervende uit dien hoofde enig verhaal zouden kunnen uitoefenen tegen de langstlevende.

4. Zaakvervanging

De 'Partijen’ komen overeen dat het kanscontract ten bezwarende titel, dat ten aanzien van de voormelde aandelen wordt gesloten, tevens zal gelden voor al hetgeen door belegging of wederbelegging in de plaats treedt van de voormelde aandelen.

Dit zal ook het geval zijn voor de aandelen die de 'Partijen’ zullen verwerven (na gezamenlijke beslissing daartoe genomen in overeenstemming met hetgeen hierna is bepaald), ingevolge omvorming, splitsing of opslorping van de bestaande vennootschap waarvan zij de aandelen in het kanscontract ten bezwarende titel hebben opgenomen, ingevolge inbreng van deze aandelen in andere vennootschappen, al of niet zuster - of moedervennootschappen van de bestaande vennootschappen, ingevolge verkoop, ruiling of afstand onder bezwarende titel, zowel van de aandelen als van hetgeen als tegenwaarde daarvoor wordt verkregen.

Dezelfde regels zullen gelden ingeval van kapitaalvermindering, inkoop van eigen aandelen, ontbinding van de vennootschap en gelijksoortige verrichtingen in de ruimste zin van het woord.

Als tot zaakvervanging wordt overgegaan, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed.

5. Wijziging naam of rechtsvorm

De wijziging van de naam of de rechtsvorm van de vennootschap "C” heeft geen invloed op dit kanscontract ten bezwarende titel.

6. Vervreemdingsverbod

De 'Partijen’ verbinden zich ertoe gedurende de gehele looptijd van dit kanscontract ten bezwarende titel de voormelde aandelen niet te vervreemden (noch ten bezwarende titel noch om niet), de verdeling of veiling ervan niet te vragen, niet te verpanden, in betaling geven of er eender welk ander recht op toe te staan, zonder de u1tdrukkeliJke toestemming van de andere, en dit zolang deze overeenkomst van kracht blijft tussen hen.

Tevens verbinden de 'Partijen’ zich ertoe alle beslissingen aangaande het beheer met betrekking tot de aandelen gezamenlijk te nemen.

Partijen ontzeggen zich het recht elkaar wederz1Jdse volmachten toe te staan. Het verbod van het verlenen van een volmacht vervalt enkel in het geval dat één van de contractpartijen handelingsonbekwaam wordt.

7. Inkomsten

Elk van de 'Partijen' behoudt het genot en de inkomsten met betrekking tot de aandelen die elk van hen onder het statuut van onderhavige kanscontract ten bezwarende titel heeft geplaatst, met de verplichting de lasten ervan te dragen, elk in verhouding tot zijn rechten.

8. Stemrecht

Het stemrecht met betrekking tot de aandelen die de 'Partijen' onder het statuut van onderhavige kanscontract ten bezwarende titel hebben geplaatst, wordt uitgeoefend door elk van de 'Partijen' voor wat het pakket aandelen betreft die elk van hen in onderhavige kanscontract ten bezwarende titel heeft geplaatst.

9. Duur

Dit contract heeft een onbepaalde duur en kan slechts ontbonden worden met het akkoord van beide 'Partijen'. Niettemin staat het de 'Partijen' vrij om in gemeenschappelijk overleg een einde te stellen aan het kanscontract ten bezwarende titel, vast te stellen bij onderhands geschrift of bij notariële akte.

10. Nietigheid

Indien één of meerdere bepalingen van dit kanscontract ten bezwarende titel nietig zouden dienen te worden verklaard of onuitvoerbaar zouden worden omwille van een wetswijsziging of van een andere reden, zal hierdoor de wettelijkheid, geldigheid en het uitvoerbare en afdwingbare karakter van de overige bepalingen van de desbetreffende bepaling van dit kanscontract ten bezwarende titel en van dit kanscontract ten bezwarende titel in zijn geheel, voor zover deze nog enige uitwerking of bestaansgrond hebben, niet worden aangetast. De 'Partijen' verbinden er zich toe om in de mate van wat wettelijk mogelijk is, de ongeldige bepalingen te vervangen door een nieuwe bepaling die overeenstemt met de doelstellingen en keuzes van dit kanscontract ten bezwarende titel. Ingevolge de uitdrukkelijke wil van de Partijen, kan dit niet de nietigheid van het volledige kanscontract ten bezwarende titel tot gevolg hebben.

11. Bemiddeling en arbitrage

De 'Partijen' komen overeen om ingeval van betwisting deze overeenkomst te onderwerpen aan de bemiddeling en zo nodig aan de principes van de arbitrage volgens het reglement van CEPANI. Het scheidsgerecht zal bestaan uit één arbiter die in samenspraak tussen de 'Partijen' zal gekozen worden of bij gebrek aan akkoord door de voorzitter van de territoriaal bevoegde rechtbank van eerste aanleg, zetelend in kort geding.

12. Slotbepalingen

De 'Partijen' verklaren afdoende geïnformeerd te zijn aangaande hun rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit deze overeenkomst die hen op een onpartijdige wijze geadviseerd werd.

Opgemaakt te […] op …………. in drie exemplaren. Elke Partij verklaart een exemplaar te hebben ontvangen. Een derde dienend tot eventuele registratie.”.

III. Motivering van de aanvraag

16. De voorgelegde overeenkomst betreft een kanscontract ten bezwarende titel onder de opschortende voorwaarde van vooroverlijden van een contractant.

17. Er moet, bij het sluiten van de overeenkomst, sprake zijn van evenwichtige kansen voor het bezwarende karakter van een kanscontract. Hiervoor worden twee elementen nagegaan, gelijkwaardige inleg en gelijkaardige levensverwachting (Standpunt nr. 17044 dd. 19.08.2018):

  • gelijkwaardige inbreng

"De Aanvrager" en Y zijn ieder eigenaar van 124 aandelen in volle eigendom van de Naamloze vennootschap "C". Elk van hen brengt deze respectievelijke aandelen in.

  • gelijkaardige levensverwachting

"De Aanvrager" en Y hebben een gelijkaardige leeftijd, in casu 52 en 55 jaar, en eenzelfde goede gezondheidstoestand. "De Aanvrager" en Y zijn desgevallend bereid een medisch verslag te laten opstellen door een geneesheer. Het leeftijdsverschil van een kleine 3 jaar kwalificeert onder de vigerende rechtspraak als een kansengelijkheid aangezien deze moet beoordeeld worden in de feiten en niet enkel mag gesteund worden op een objectieve leeftijd (Antwerpen, 30 juni 2015, T. Not. 2016 afl. 5, 364; Rb Leuven 7 december 2007, TFR 2008, afl. 338, 322; Rb. Turnhout, 7 januari 2005, CABG 2006, afl. 6, 60, noot MICHIELS D.).

Voor zover als nodig, verwijzen "De Aanvrager" en Y, niet limitatief, ook naar enkele Voorafgaande beslissingen waarin een (veel) groter leeftijdsverschil dan in casu aan de orde was, en waarin VLABEL van oordeel was dat dit leeftijdsverschil geen afbreuk deed aan de gelijkaardigheid van kansen:

Uit al deze elementen dient derhalve te worden besloten dat tussen "De Aanvrager" en Y een gelijkheid, minstens gelijkaardigheid van overlevingskansen bestaat.

18. De overeenkomst is eveneens onder bijzondere titel gezien de overeenkomst geen algemeenheid van goederen betreft.

In haar Standpunt nummer 17044 stelt VLABEL dat een beding van aanwas onder bijzondere titel is,

"wanneer de overeenkomst of het beding niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.".

Aan deze voorwaarde is voldaan, aangezien het voorgelegde kanscontract enkel betrekking heeft op specifiek omschreven roerende goederen (en de goederen die er bij wijze van zaakvervanging voor in de plaats zouden komen), met name de aandelen van de Naamloze vennootschap "C".

19. De overeenkomst bevat een strikt vervreemdingsverbod. Het is de 'Partijen' niet toegestaan eenzijdig de overeenkomst stop te zetten, te wijzigen, de goederen in pand te geven, te vervreemden,. Hiermee geven "De Aanvrager" en Y aan een evenwichtig kanscontract te willen sluiten.

Geen van hen zal het aanwascontract eenzijdig kunnen opzeggen of anderszins beëindigen. Enkel een wederzijds akkoord tussen hen zal tot de voortijdige beëindiging kunnen leiden

20. Daarnaast wordt de overeenkomst aangegaan voor onbepaalde duur Deze overeenkomst is dus niet beperkt in de tijd en kan slechts worden gewijzigd of opgeheven met wederzijds akkoord van "De Aanvrager" en Y.

21. Het kanscontract ten bezwarende titel biedt voor "De Aanvrager" en Y de enige goede en rechtszekere oplossing naar wederzijdse bescherming. "De Aanvrager" en Y hebben geen garantie dat een legaat van de voormelde aandelen "C" later niet zou worden aangevochten door de kinderen, reservataire erfgenamen.

Deze doelstellingen kunnen dus niet op een andere wijze, met name bij wijze van testament tussen "De Aanvrager" en Y, bereikt worden Uit het eenzijdig herroepelijk karakter van het testament, vloeit immers voort dat "De Aanvrager" en Y geen enkele zekerheid heeft dat de andere erfgenamen de beschikkingen opgenomen in haar testament zouden handhaven. Bovendien wordt een samenloop met andere erfgenamen uitgesloten door het kanscontract. "De Aanvrager" en Y wensen vandaag de zekerheid te bekomen dat de langstlevende van hen de aandelen van de vennootschap zou verwerven Deze zekerheid kan geenszins gerealiseerd worden door middel van een testament Deze zekerheid kan wel worden bekomen door middel van een kanscontract aangezien dit slechts wijzigbaar is mits toestemming van beide partijen Bovendien vermijden "De Aanvrager" en Y dat de langstlevende onder hen in samenloop komt met de andere erfgenamen van de overledene (in casu haar kinderen of andere erfgenamen).

Daarnaast brengt een kanscontract met zich mee dat een gezamenlijk beheer aan de aandelen wordt verbonden. Bovendien kan geen van hen beiden in principe dan nog alleen over de vermogensbestanddelen beschikken die het voorwerp uitmaken van het kanscontract.

Indien het kanscontract een contract onder bezwarende titel uitmaakt, dienen de omschreven goederen niet bij wijze van fictie te worden toegevoegd aan de rekenboedel bedoeld in artikel 4.150 van het Burgerlijk Wetboek. In dat geval zijn de door de langstlevende verkregen voordelen niet voor inkorting vatbaar door de reservataire erfgenamen van de eerststervende.

Een testament zou niet hetzelfde civielrechtel1jk gevolg hebben aangezien een testament wel voor inkorting vatbaar is, indien het betreffende legaat de reserve van de kinderen aantast.

Gelet op het belang dat "De Aanvrager" en Y hechten aan de continuïteit van de onderneming, de bescherming van de positie van de langstlevende en de maximale flexibiliteit die men aan de langstlevende onder hen wil garanderen inzake de bedrijfseconomische en zakelijke werking van de familiale onderneming, is het aangewezen om te werken met een kanscontract in plaats van een testament om een inmenging van de kinderen of andere erfgenamen te vermijden.

22. Als compensatie voor de beperking aan beheers- en beschikkingsbevoegdheid, bekomt elke contractant onder opschortende voorwaarde het recht op het aandeel van de medecontractant in zijn aanspraken in het goed waar het kanscontract ten bezwarende titel op gevestigd wordt zo deze komt te overlijden. Het overlijden van één van de contractanten is een onzekere gebeurtenis De onzekerheid van tijdstip en identiteit van de eerst overleden contractant maakt dat elk van de betrokken partijen eenzelfde kans heeft op de aanwas.

23. De kwalif1catie kanscontract tussen partijen wordt aangetoond door een gelijk financieel aandeel dat ondergebracht wordt in het beding van aanwas, de gelijke overlevingskans, een gezamenlijk optreden in de vorm van een strikt vervreemdingsverbod en de afwezigheid van een einddatum. Ter versterking van het vervreemdingsverbod hebben "De Aanvrager'' en Y zich bovendien het verbod opgelegd om wederzijdse volmachten toe te staan.

24. Artikel 3.17.0.0.2 VCF luidt als volgt.

"Aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer die entiteit door vermoedens of door andere bewijsmiddelen, vermeld in artikel 3 17.0 0.1, en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik

Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige door middel van de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt:

1° hetzij een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;

2° hetzij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel, voorzien door een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.

Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van de belasting. Als de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van deze codex onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.".

24.1. "De Aanvrager" en Y zien niet in op welke wijze de voorgenomen rechtshandeling (het afsluiten van het kanscontract) de toepassing zou frustreren van enige fiscale bepaling, waarbij overigens de bewijslast van de aanwezigheid van fiscaal misbruik in eerste instantie bij VLABEL ligt.

Niettemin houden “De Aanvrager" en Y eraan de niet-fiscale motieven uiteen te zetten die de keuze voor de voorgenomen rechtshandelingen verantwoorden.

Voormeld ontwerp van overeenkomst bepaalt hieromtrent letterlijk het volgende:

'Partij één' en 'Partij twee' verklaren, om burgerrechtelijke redenen (met name de bescherming van de positie van de langstlevende bij het overlijden van één van hen) maar tevens om redenen van continuïteit van de onderneming - waarbij bedrijfseconomische en zakelijke belangen primeren - en redenen van flexibiliteit, een overeenkomst van aanwas af te sluiten over ieders pakket van 124 aandelen.

24.2. Kort samengevat wensen de zussen Y en X hun bedrijfseconomische en zakelijke positie binnen het familiebedrijf veilig te stellen via het kanscontract ten bezwarende titel. Hierdoor verkrijgen ze onderling en wederzijds de garantie dat deze familiale, zakelijke band niet eenzijdig kan worden verbroken, zoals dit bijvoorbeeld via een testamentaire regeling wel zou kunnen. Deze overeenkomst biedt op die wijze de grootst mogelijke zekerheid dat deze vermogensbestanddelen effectief en in volle eigendom aan de langstlevende van hen zullen toekomen Dit doel wordt bekomen door het afsluiten van het voorgelegde kanscontract, waarbij "De Aanvrager" en Y zich wederzijds tegenover elkaar, zonder mogelijkheid voor één van hen om eenzijdig aan de uitwerking van het kanscontract te ontsnappen, en met een principieel vereiste van gezamenlijk akkoord voor alle daden van beheer en beschikking van de betrokken vermogensbestanddelen Dit doel kan niet op een andere wijze met dezelfde zekerheid bereikt worden.

Gelet op één en ander, zijn “De Aanvrager" en Y ervan overtuigd, voor zover als nodig, dat er voldoende én afdoende niet-fiscale motieven zijn om het voorgenomen kanscontract af te sluiten, en dat deze bijgevolg geen fiscaal misbruik maken in de zin van artikel 3 17.0.0 2 VCF

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

25. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad.

26. De Vlaamse Belastingdienst doet geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerrechtelijk vlak.

27. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:

  • Artikel 2.8.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:

Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”;

  • Artikel 2.8.4.1.1, §2, VCF dat luidt als volgt:

Het tarief van de schenkbelasting voor de schenkingen van roerende goederen bedraagt :

1° 3% voor een verkrijging in de rechte lijn en tussen partners;

2° 7% voor een verkrijging door alle andere personen.

Dat tarief is niet van toepassing op de schenkingen onder de levenden van roerende goederen die met legaten worden gelijkgesteld met toepassing van artikel 2.7.1.0.3, 3°.”;

  • Artikel 2.7.1.0.3, 3°, VCF dat luidt als volgt:

Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd :

3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker.

Het eerste lid, 3°, is niet van toepassing bij de realisatie van een beding van terugval die de erflater heeft bedongen in het voordeel van een derde voor een vruchtgebruik dat de erflater zich heeft voorbehouden.”;

  • Artikel 2.7.1.0.5 VCF dat luidt als volgt:

§ 1. De goederen waarvan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het bewijs levert dat de erflater er kosteloos over beschikte gedurende de drie jaar vóór zijn overlijden, worden geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, tenzij de bevoordeling onderworpen is aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen onder de levenden. De erfgenamen of legatarissen hebben een verhaalsrecht ten aanzien van de begiftigde voor de successierechten die op die goederen voldaan zijn.

Als door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie of door de erfgenamen en legatarissen bewezen wordt dat de bevoordeling toekwam aan een bepaalde persoon, wordt die als legataris van de geschonken zaak beschouwd.

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt een bevoordeling waarvoor een vrijstelling van de schenkbelasting is toegepast, gelijkgesteld met een bevoordeling die aan de schenkbelasting of aan het registratierecht op de schenkingen onder de levenden is onderworpen.

§ 2. De termijn van drie jaar, vermeld in paragraaf 1, wordt evenwel op zeven jaar gebracht als het gaat om aandelen en activa als vermeld in artikel 2.8.6.0.3.

De termijn van zeven jaar, vermeld in het eerste lid, wordt teruggebracht tot drie jaar als de kosteloze beschikking dagtekent van voor 1 januari 2012.”.

  • Artikel 3.17.0.0.2 VCF dat luidt als volgt:

Aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer die entiteit door vermoedens of door andere bewijsmiddelen, vermeld in artikel 3.17.0.0.1, en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik.

Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige door middel van de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt :
1° hetzij een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;
2° hetzij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel, voorzien door een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.

Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van de belasting. Als de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van deze codex onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.

28. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.

29. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.

30. In casu gaat het om de beoordeling van een kanscontract aangezien het slaat op de eigen goederen van de partijen, in casu de in de overeenkomst vermelde roerende goederen (aandelen).

In het geval dat het om een kanscontract (ten bezwarende en bijzondere titel) gaat kan dezelfde fiscale regeling gevolgd worden als bij een beding van aanwas.

31. De Vlaamse Belastingdienst aanvaardt dat de zakelijke subrogatie speelt als die conventioneel is voorzien of die plaatsheeft uit kracht van de wet, overeenkomstig artikel 3.10 BW.

32. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

33. Een gelijkaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het contract, etc...

34. De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het contract. Het is evenwel mogelijk dat pas bij de realisatie van het contract blijkt dat bij het afsluiten van het contract niet aan deze voorwaarde was voldaan.

35. Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat er in casu sprake is van een gelijkaardige levensverwachting. De partijen hebben respectievelijk een leeftijd van 52 jaar en 55 jaar. Zij verklaren beiden in dezelfde goede gezondheidstoestand te verkeren.

36. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).

37. Uit de gegevens vermeld in het kanscontract blijkt dat de inleg van de aanvragers gelijkwaardig is. De aandelen behoren de partijen voor een gelijk deel toe.

38. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing en haar bijlage kan worden besloten dat het in casu om een kanscontract gaat en er bijgevolg noch erfbelasting, noch schenkbelasting geheven zal worden in toepassing van de artikelen 2.7.1.0.3, 3° VCF, 2.7.1.0.5 VCF, 2.8.1.0.1 VCF en 2.8.4.1.1, §2, VCF.

39. Indien de rechtshandelingen worden gesteld vanaf 1 juni 2012 kunnen ze afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. Het contract maakt in casu geen fiscaal misbruik in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF aangezien er ook niet-fiscale motieven aan het contract ten grondslag liggen, tenzij uit de feiten blijkt dat de kansen uiteindelijk niet gelijkwaardig waren omdat één van de partijen kort na het sluiten van het contract niet onverwacht is komen te overlijden.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op de schenk – en de erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen. Deze beslissing spreekt zich bovendien niet uit over de mogelijke toepassing van niet door de aanvrager opgeworpen artikelen van de VCF.