Gedaan met laden. U bevindt zich op: Deel V. De top- en middenkaderfuncties Inhoudstafel Deel V. De top- en middenkaderfuncties

Deel V. De top- en middenkaderfuncties

Titel 3. De rechtspositie voor het middenkader

Titel 3 bevat Art. V 33. tot en met Art. V 46.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 bevat Art. V 33. tot en met Art. V 35.

Art. V 33

Deze titel regelt de procedure van vacature-invulling en de arbeidsvoorwaarden voor het middenkader zijnde:

de managementfuncties van N-1 niveau
projectleiderfuncties van N-1 niveau

Art. V 34.

opgeheven[83]

Art. V 35.

Het hoofd van de entiteit, raad of instelling vult een vacature in het middenkader op een van volgende manieren in:
1° via aanwerving vanuit de externe arbeidsmarkt, overeenkomstig artikel V 36 en volgende, in combinatie met de mobiliteit overeenkomstig artikel V 39bis;
2° uitsluitend via mobiliteit overeenkomstig artikel V 39bis;
3° zonder selectieprocedure, overeenkomstig artikel III 50:
a) via een interne wijziging van dienstaanwijzing, of
b) op voorstel van de lijnmanager van het Agentschap Overheidspersoneel en na akkoord van de N-1 titularis en de betrokken N-functie, via een wijziging van dienstaanwijzing over de grenzen van entiteiten heen.

Die manieren om de vacature in te vullen, brengen altijd de aanwijzing in een nieuw mandaat met zich mee en de aanvang van een nieuwe mandaatperiode van zes jaar, die verlengbaar is volgens de bepalingen van deze titel.[83]

Hoofdstuk 2. De selectie

Hoofdstuk 2 bevat Art. V 36 tot en met Art. V 39

Afdeling 1. In aanmerking komende kandidaten

(Art. V 36)

Art. V 36

§1. De N-1 functie wordt door het hoofd van de entiteit, raad of instelling vacant verklaard via een open procedure, waarbij terzelfdertijd interne en externe kandidaten meedingen.[38]

De oproep voor externe kandidaten wordt ten minste op de website van de VDAB of op de website Werken voor Vlaanderen[49] gepubliceerd.[32]

De oproep regelt de wijze van kandidaatstelling en bevat een beknopte weergave van de functiebeschrijving en het competentieprofiel, alsook de salarisschaal, vermeld in artikel V 43.[2]

§2. De kandidaten die in aanmerking komen, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:

de algemene toelatingsvoorwaarden voor een betrekking in de publieke sector;
ten minste in het bezit zijn van een diploma dat toegang verleent tot niveau A, zoals bepaald in Vlaamse overheidsdienst, met uitzondering van de interne kandidaten die al tot niveau A of een gelijkgesteld niveau behoren;
beschikken over 6 jaar relevante beroepservaring[6] [23].

De benoemende overheid kan bijzondere aanwervingsvoorwaarden in overeenstemming met de functiebeschrijving en het competentieprofiel, en na overleg met de selector, vaststellen.

§3. Het Agentschap Overheidspersoneel treedt op als selector.[32]

§4. De selector stelt, in overleg met het hoofd van de entiteit, raad of instelling, per selectie een selectiereglement vast.
Het selectiereglement regelt minstens welke diploma’s, studiegetuigschriften, ervaringsbewijzen of toegangsbewijzen toegang geven tot de selectieprocedure, de datum waarop aan de voorwaarden voldaan moeten zijn, het aantal en de aard van de testen, en de criteria op basis waarvan de geschiktheid of het geslaagd zijn beoordeeld worden.[32]

Het selectiereglement regelt in voorkomend geval ook:

een mogelijke voorselectie, naargelang het aantal kandidaten;
een mogelijke beperkte procedure;
de samenstelling van de jury;
de regels voor de rangschikking;
de geldigheidsduur van de reserve;
het verlies en behoud van een plaats in de reserve;
de mogelijkheid om een bijkomende test te organiseren voor de vervulling van een bijkomende vacature voor dezelfde of een vergelijkbare functie.[32]

§5. Het hoofd van de entiteit, raad of instelling kan, voorafgaand aan de selectie, met toepassing van artikel III 3, §2, en III 9, opnemen in de oproep tot kandidaten, vermeld in paragraaf 1, dat kandidaten die niet beschikken over de in het selectiereglement vermelde diploma’s, studiegetuigschriften, ervaringsbewijzen of toegangsbewijzen kunnen worden toegelaten tot de selectieprocedure, en desgevallend, welk ander bewijsstuk de kandidaat moet afleveren om toegang te krijgen tot de selectieprocedure.[32]

Het hoofd van de entiteit, raad of instelling kan bijzondere aanwervingsvoorwaarden in overeenstemming met de functiebeschrijving en het competentieprofiel, en na overleg met de selector, vaststellen.[32]

Afdeling 2. Selectiecriteria en -procedure

(Art. V 37 - Art. V 39)

Art. V 37

De selector organiseert de selectie voor een functie in overleg met het hoofd van de entiteit, raad of instelling.[32]

De Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, bepaalt een algemeen profiel voor de management- en projectleiderfuncties van N-1 niveau. De lijnmanager kan dat profiel voor de specifieke vacature aanvullen met bijkomende competenties of andere vereisten.[32]

De selector sluit, in overleg met het hoofd van de entiteit, raad of instelling, de kandidaten die niet voldoen aan de statutaire voorwaarden of de voorwaarden van het selectiereglement uit van deelname aan de selectie.[32]

Art. V 38

Het managementorgaan van het beleidsdomein waar er een vacature is, beoordeelt, in overleg met de selector, de competenties en andere vereisten die overeenkomstig de functiebeschrijving nodig zijn voor de functie, rekening houdend met de specifieke behoeftes van de (sub)entiteit. Bij de beoordeling van de competenties wordt rekening gehouden met een externe potentieelinschatting die georganiseerd wordt door het Agentschap Overheidspersoneel.[32]

Voor de beoordeling van de competenties en andere vereisten worden het Gemeenschapsonderwijs en de Vlaamse Onderwijsraad geacht deel uit te maken van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming en worden de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen geacht deel uit te maken van het beleidsdomein Omgeving.[41]

In afwijking van het eerste lid kan het managementorgaan van het beleidsdomein die bevoegdheid toewijzen aan het managementorgaan van de entiteit, de raad of de instelling waar de vacature zich bevindt of aan een beleidsdomeinoverschrijdend managementorgaan.[32]

Elke selectie kan uit verschillende testen bestaan. De kandidaten worden op de hoogte gebracht van de motivering van een eventuele uitsluiting op basis van een test of selectie.[32]

Art. V 39.

§1. Het hoofd van de entiteit, raad of instelling kiest de kandidaat die volgens hem het meest geschikt is voor de functie, of hij kiest uitzonderlijk niet, als hij meent dat geen van de geschikte kandidaten voldoet aan de profielvereisten. De gemotiveerde selectiebeslissing houdt rekening met:
1° de kandidaatstelling;
2° de functiebeschrijving van de vacature en het gewenste profiel;
3° de beoordeling van de eventuele selectietest(en).

§2. Het hoofd van de entiteit, raad of instelling neemt de geselecteerde kandidaat voor de N-1 functie in dienst met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur met als graad afdelingshoofd of projectleider N-1 en als rang A2A.

In afwijking van het eerste lid wijst het hoofd van de entiteit, raad of instelling de geselecteerde kandidaat volgens het principe van artikel V 1bis statutair aan in de mandaatfunctie van N-1 niveau met als graad afdelingshoofd of projectleider N-1 en als rang A2A als de mandaatfunctie een gezagsfunctie is. De geselecteerde kandidaat legt de eed af in handen van het hoofd van de entiteit, raad of instelling.

In afwijking van het eerste en het tweede lid laat het hoofd van de entiteit, raad of instelling de geselecteerde kandidaat die op 31 mei 2024 al ambtenaar is bij de diensten van de Vlaamse overheid toe tot een proeftijd in de graad van hoofdadviseur als de kandidaat nog niet is benoemd in de graad van hoofdadviseur. Hij wijst hem in ieder geval aan in de vacantverklaarde managementfunctie van N-1 niveau met als graad afdelingshoofd of projectleider N-1 en als rang A2A.

§3. Als de geselecteerde kandidaat contractueel in dienst komt overeenkomstig paragraaf 2, eerste lid, stelt de arbeidsovereenkomst de arbeidsvoorwaarden vast in overleg tussen de kandidaat die voor de mandaatfunctie geselecteerd is, en het hoofd van de entiteit, raad of instelling, rekening houdend met de bepalingen van dit besluit.

§4. Als de geselecteerde kandidaat overeenkomstig paragraaf 2, derde lid, tot de proeftijd wordt toegelaten bepaalt het hoofd van de entiteit, raad of instelling bij de aanvang van de proeftijd de nadere regels van de proeftijd en evalueert de proeftijd. Hij beoordeelt ook de proeftijd in de graad van hoofdadviseur op basis van de prestaties die geleverd zijn in de mandaatfunctie op N-1 niveau.

Op de proeftijd zijn artikel III 23, III 25, IV 11 en artikel IV 12, §2 en §3, van dit besluit van overeenkomstige toepassing.

Het eindevaluatieverslag wordt betekend aan de ambtenaar op proef binnen dertig kalenderdagen na het evaluatiegesprek.

Als het eindevaluatieverslag niet binnen dertig kalenderdagen wordt betekend aan de ambtenaar op proef, wordt de proeftijd geacht gunstig te zijn voor de ambtenaar op proef.

Nadat de ambtenaar op proef met goed gevolg de proeftijd doorlopen heeft, wordt hij vastbenoemd in de graad van hoofdadviseur met de rang A2M overeenkomstig §2, derde lid.

Een negatieve eindevaluatie van de proefperiode heeft het einde van het mandaat en de terugplaatsing in de vorige graad tot gevolg.

Tot de dag waarop hij teruggeplaatst wordt in zijn vorige graad of waarop het ontslag ingaat, behoudt de ambtenaar op proef zijn hoedanigheid.

Het hoofd van de entiteit, raad of instelling betekent de beslissing tot vaste benoeming of tot beëindiging van het mandaat en de terugplaatsing in de vorige graad aan de ambtenaar op proef.

Artikel XI 11 en XI 12 van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing.[83]

Hoofdstuk 2bis. Mobiliteit

Hoofdstuk 2bis bevat Art. V 39bis. en 39ter.

Art. V 39bis.

§1. Bij invulling van een N-1 functie via mobiliteit zijn artikel V 37 en V 38 niet van toepassing. Het hoofd van de entiteit, raad of instelling organiseert de selectie en bepaalt voor de specifieke vacature bijkomende competenties of andere vereisten. In afwijking van artikel V 36, §4, stelt het hoofd van de entiteit, raad of instelling een selectiereglement vast.

De titularissen van een N-1 functie, de titularissen van de functie van hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad en de titularissen van een management- en projectleidersfunctie van N-niveau of van algemeen directeur, die beschikken over een evaluatie die niet met onvoldoende is besloten, kunnen zich kandidaat stellen naar aanleiding van de bekendmaking van een vacature.

Het hoofd van de entiteit, raad of instelling sluit de kandidaten die niet voldoen aan de statutaire voorwaarden of de voorwaarden van het selectiereglement, uit van deelname aan de selectie.

Het hoofd van de entiteit, raad of instelling houdt een interview met de kandidaten om na te gaan welke kandidaat het best voldoet aan het competentieprofiel voor de functie.
§2. In overleg met de geselecteerde kandidaat wordt een arbeidsovereenkomst gesloten met het hoofd van de entiteit, raad of instelling van de vacature. De arbeidsovereenkomst vermeldt de indiensttredingsdatum.

Het sluiten van de nieuwe arbeidsovereenkomst heeft de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met de oorspronkelijke entiteit, raad of instelling of van de aanwijzing in de mandaatfunctie op N-1 niveau die een gezagsfunctie is, tot gevolg.

In afwijking van het eerste lid, wijst het hoofd van de entiteit de geselecteerde kandidaat volgens het principe van artikel V 1bis statutair aan in de mandaatfunctie van N-1 niveau met als graad afdelingshoofd of projectleider N-1 en als rang A2A als deze mandaatfunctie een gezagsfunctie is. De geselecteerde kandidaat legt de eed af in handen van het hoofd van de entiteit, raad of instelling.

§3. De geselecteerde kandidaat die op 31 mei 2024 ambtenaar was bij de diensten van de Vlaamse overheid wordt overgeplaatst naar de entiteit, raad of instelling van de vacature en wordt aangewezen in het nieuwe mandaat op N-1 niveau. Hij behoudt de graad van hoofdadviseur waarin hij vastbenoemd is.

Het overplaatsingsbesluit vermeldt de termijn waarin het afdelingshoofd of de projectleider N-1 zijn nieuwe functie opneemt.

§4. In afwijking van paragraaf 3 wordt de titularis van de statutaire graad van hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad, directeur-generaal of adjunct-directeur-generaal vastbenoemd in de graad van hoofdadviseur en aangesteld als afdelingshoofd of projectleider N-1 zonder de proeftijd te doorlopen.

Voor de personeelsleden die overeenkomstig artikel VIIbis 1 van dit besluit vallen onder het toepassingsgebied van deel VIIbis, bij overgang van de graad van hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad of de graad en terugvalgraad verbonden aan de topkaderfunctie naar de mandaatgraad van afdelingshoofd of projectleider N-1, wordt de schaalanciënniteit of de periode die verworven is in de graad van hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad of de graad en terugvalgraad verbonden aan de topkaderfunctie, aangerekend op de schaalanciënniteit in de mandaatgraad van afdelingshoofd of projectleider N-1 en in de graad van hoofdadviseur.[83]

Art. V 39ter.

De regeling van de [83]mobiliteit vermeld in artikel V 39bis, is van overeenkomstige toepassing op de titularis van de terugvalgraad van hoofdadviseur.[32]

opgeheven[83]

Hoofdstuk 3. De arbeidsvoorwaarden

Hoofdstuk 3 bevat Art. V 40 tot en met Art. V 43.

Art. V 40

- Opgeheven[23]

Art. V 41.

De administratieve en geldelijke arbeidsvoorwaarden zijn gelijk aan deze van het personeelslid[83] van de diensten van de Vlaamse overheid zoals bepaald in dit besluit.[2]

Art. V 42

§1. De houder van een management- of projectleiderfunctie van N-1 niveau oefent zijn taak uit volgens een arbeidsregime vastgesteld in overeenstemming met de lijnmanager, die aan het hoofd staat van de entiteit, raad of instelling.

2e lid opgeheven[32]

§2. De titularis van een management- of projectleiderfunctie van N-1 niveau kan alleen de volgende langdurige verloven opnemen:

moederschaprust en opvangverlof;
loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen, bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid of ouderschapsverlof;
verlof wegens ziekte of arbeidsongeval of beroepsziekte;
verlof om een ambt uit te oefenen bij een kabinet;
verlof voor een project, dat de Vlaamse Regering heeft goedgekeurd.[9]

§3. De titularis van de functie of ingeval van overmacht, de lijnmanager van N-niveau, duidt bij afwezigheid een plaatsvervanger aan.

Wanneer een vervanger moet worden aangeduid beslist de lijnmanager van N-niveau, in functie van de duur van de afwezigheid, over de toepassing van de selectieprocedure volgens de bepalingen van dit besluit.

De plaatsvervanger, die al personeelslid[83] is bij de diensten van de Vlaamse overheid,[12] krijgt een tijdelijke dienstaanwijzing voor de duur van de afwezigheid hetzij in toepassing van artikel V 35, 3°[83], hetzij na vacantverklaring.

De indienstneming van de plaatsvervanger, aangewezen na vacantverklaring op de externe arbeidsmarkt, gebeurt bij vervangingsovereenkomst.[12]

De plaatsvervanger kan als effectieve titularis van de management- of projectleiderfunctie van N-1 niveau aangewezen worden als die functie definitief vacant wordt.[2]

§4. In geval van afwezigheid van de titularis van een functie van N-1 niveau, waarvan de duur meer dan drie maanden en minder dan een jaar bedraagt, kan de lijnmanager een waarnemende titularis aanwijzen onder de personeelsleden[83] die met toepassing van artikel V 53 over een vrijstelling beschikken voor de externe potentieelinschatting of de eindbeoordeling van de generieke competenties voor een N-1 functie, of die minder dan zeven jaar geleden geslaagd zijn voor de externe potentieelinschatting voor een N-1 functie[34]. Deze aanwijzing kan éénmaal worden verlengd voor een duur van maximaal één jaar.

De waarnemende titularis beschikt over alle prerogatieven die verbonden zijn aan de functie van N-1 niveau.

De regeling betreffende de toelage voor tijdelijke functieverzwaring, vermeld in artikel VII 44bis en artikel VII 170, is van toepassing op de waarnemende titularis.[27]

Art. V 43.

§1. De titularis van een management- of projectleidersfunctie van het N-1 niveau krijgt een bezoldiging in de salarisschaal NA285.

§2. Het personeelslid met de graad van hoofdadviseur krijgt een bezoldiging in de salarisschaal NA212.

§3. Voor de toekenning en berekening van salaris, toelagen, vergoedingen en sociale voordelen, is de regeling, vermeld in deel VII van dit besluit, van toepassing.[83]

Art. V 43bis.

§1. In afwijking van artikel V 43 van dit besluit, geldt voor de personeelsleden die overeenkomstig artikel VIIbis 1 van dit besluit onder het toepassingsgebied van deel VIIbis vallen, de verloningsregeling, vermeld in dit artikel.

§2. Aan de graad van hoofdadviseur met rang A2M wordt de volgende functionele loopbaan verbonden:
1° hoofdadviseur: A212;
2° hoofdadviseur met tien jaar schaalanciënniteit: A213.

§3. Aan de mandaatgraad van afdelingshoofd of projectleider N-1 met rang A2A wordt de volgende functionele loopbaan verbonden:
1° afdelingshoofd/projectleider N-1: A285;
2° afdelingshoofd/projectleider N-1 met zes jaar schaalanciënniteit: A286.

§4. Bij overgang van de mandaatgraad van afdelingshoofd of projectleider naar de graad van hoofdadviseur wordt de schaalanciënniteit die verworven is in het mandaat van afdelingshoofd of projectleider, aangerekend op de schaalanciënniteit in de graad van hoofdadviseur.

§5. Voor de toekenning en berekening van salaris, toelagen, vergoedingen en sociale voordelen, is de regeling, vermeld in deel VII en VIIbis, van toepassing.[83]

Hoofdstuk 4. Evaluatie

Hoofdstuk 4 bevat Art. V 44 en Art. V 45

Art. V 44.

§1. De personeelsleden van het middenkader worden door de lijnmanager minstens jaarlijks geëvalueerd over hun prestaties en de wijze waarop ze die prestaties leveren overeenkomstig de bepalingen van deel IV, behoudens de afwijkende bepalingen van deel V, en in het bijzonder van dit artikel en van artikel V 45.

In afwijking van artikel IV 2 is de lijnmanager de enige evaluator voor de personeelsleden van het middenkader. Hij oefent alleen en als enige evaluator de bevoegdheden uit die in deel IV aan de evaluatoren worden toegekend. Artikel IV 7 is niet van toepassing.

De personeelsleden van het middenkader die overeenkomstig artikel VIIbis 1 onder het toepassingsgebied van dit deel VIIbis vallen, zijn ook onderworpen aan de specifieke bepalingen voor deze groep van personeelsleden in deel IV. De afwijkingen, vermeld in paragraaf 2, doen geen afbreuk daaraan.

§2. In afwijking van artikel IV 21 en IV 22 is de lijnmanager bevoegd om de beslissing over de salarisevolutie, vermeld in artikel IV 21 en IV 22, te nemen voor het personeelslid met een management- en projectleidersfunctie op N-1 niveau.

De afwijkingen in deze paragraaf laten de jaarlijkse evaluatie van de personeelsleden in de terugvalgraad van hoofdadviseur onverlet.[83]

Art. V 45.

§1. De ambtenaar in het middenkader van wie het evaluatieverslag wordt besloten met de einduitspraak ‘loopbaanvertraging’ of ‘onvoldoende’ kan daartegen beroep instellen bij de raad van beroep overeenkomstig de bepalingen van artikel IV 17, IV 18 en IV 19.

Het beroep is opschortend.

De raad van beroep brengt een gemotiveerd advies uit binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het beroepschrift.

Onverminderd artikel I 16, §1, tweede lid, wordt het dossier vervolgens binnen de vijftien kalenderdagen voorgelegd aan de functioneel bevoegde minister die binnen de vijftien kalenderdagen na de ontvangst van het advies van de raad van beroep beslist of de uitspraak gehandhaafd wordt.

§2. Het personeelslid in het middenkader kan tegen de beslissing ‘onder verwachtingen’ beroep instellen bij een beroepsorgaan op het niveau van het beleidsdomein volgens de bepalingen van artikel IV 23, IV 24, IV 25, IV 26, IV 27 en IV 28.

Voor de behandeling van het beroep worden het Gemeenschapsonderwijs en de Vlaamse Onderwijsraad geacht deel uit te maken van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming en worden de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening – Onroerend Erfgoed en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen geacht deel uit te maken van het beleidsdomein Omgeving.

In afwijking van artikel IV 23, §2 en §3, bezorgt het beroepsorgaan het advies en het volledige dossier van het personeelslid met een management- en projectleidersfunctie op N-1 niveau binnen de vijftien kalenderdagen aan de lijnmanager van de entiteit, raad of instelling van het personeelslid.

De lijnmanager neemt een definitieve beslissing over de salarisevolutie binnen vijftien kalenderdagen na de ontvangst van het advies van het beroepsorgaan en bezorgt die beslissing aan het personeelslid.

De lijnmanager kan de beslissing ‘onder verwachtingen’ behouden of vervangen door een beslissing ‘volgens verwachtingen’.[83]

Art. V 45bis.

De titularis van een management- of projectleidersfunctie van N-1 niveau wordt door de lijnmanager voor het einde of de verlenging van een mandaat geëvalueerd met het oog op het opnemen van een volgend mandaat.[83]

Hoofdstuk 5. Einde van de dienstaanwijzing in een middenkaderfunctie

Hoofdstuk 5 bevat Art. V 46

Art. V 46.

§1. Het hoofd van de entiteit, raad of instelling beëindigt het mandaat van een afdelingshoofd of projectleider:
1° bij een evaluatiebeslissing ‘onvoldoende’;
2° op verzoek van de betrokkene zelf;
3° in onderling overleg tussen de betrokkene en het hoofd van de entiteit, raad of instelling;
4° om organisatorische redenen bij afschaffing van de betrekking.

Het hoofd van de entiteit, raad of instelling kan een mandaat van afdelingshoofd of projectleider ook beëindigen na telkens zes jaar.

§2. Het hoofd van de entiteit, raad of instelling beëindigt het mandaat van projectleider, met behoud van de toepassing van paragraaf 1, ook na de duurtijd van het project als die korter dan zes jaar is.

§3. Onverminderd de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid, vermeld in artikel XI 8, §1, of de ontslagregeling van contractuele personeelsleden, vermeld in artikel XI 13 en volgende van dit besluit, biedt het hoofd van de entiteit, raad of instelling aan de titularis van de mandaatfunctie op N-1 niveau van wie het mandaat wordt beëindigd en die niet wordt aangeworven in een volgend of in een ander mandaat een passende functie aan in de graad van hoofdadviseur.

§4. Het hoofd van de entiteit, raad of instelling biedt aan de titularis van de management- of projectleidersfunctie van N-1 niveau overeenkomstig artikel V 39, §2, eerste en tweede lid, een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur aan. Door die arbeidsovereenkomst te ondertekenen stemt de titularis in met de beëindiging van de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst in onderling akkoord, zonder dat een opzeggingstermijn of -vergoeding verschuldigd is.

Als de titularis van de management- of projectleidersfunctie van N-1 niveau niet instemt met de nieuwe arbeidsovereenkomst, dan beëindigt het hoofd van de entiteit, raad of instelling de lopende arbeidsovereenkomst met toepassing van de regels van het arbeidsrecht.

In afwijking van het eerste lid behoudt de titularis van de mandaatfunctie op N-1 niveau die op basis van artikel V 39bis, §2, derde lid, statutair is aangesteld in een gezagsfunctie zijn statutaire aanstelling in de passende functie gedurende een periode van maximaal twee jaar na de beëindiging van het mandaat als de mandaatfunctie van die titularis eindigt op basis van artikel V 46, §1, eerste lid, 4°. Aan de statutaire aanstelling komt eerder een einde naar aanleiding van een doorstroom naar een andere functie op initiatief van het personeelslid. Na afloop van die periode biedt het hoofd van de entiteit, raad of instelling aan het personeelslid een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur aan in de toegewezen functie.

§5. In afwijking van paragraaf 4 wijst het hoofd van de entiteit, raad of instelling de titularis van de management- of projectleidersfunctie van N-1 niveau die vastbenoemd is in de graad van hoofdadviseur statutair aan in een passende functie.

§6. Als de passende functie in de graad van hoofdadviseur, vermeld in paragraaf 3, een gezagsfunctie is, laat het hoofd van de entiteit, raad of instelling in afwijking van de vermelde paragraaf het personeelslid, toe tot de proeftijd met het oog op een benoeming in de gezagsfunctie overeenkomstig artikel III 2, §2, van dit besluit.

Artikel III 22 tot en met III 27 en artikel IV 11 tot en met IV 13 van dit besluit inzake de toelating tot en de evaluatie van de proeftijd zijn van overeenkomstige toepassing.

Het personeelslid dat eerder vastbenoemd is in de graad van hoofdadviseur wordt met onmiddellijke ingang vastbenoemd in de gezagsfunctie.[83]

Art. V 47.

Op verzoek van het personeelslid dat overeenkomstig artikel V 46 aanspraak maakt op een passende functie in de terugvalgraad kan een einde gesteld worden aan het behoren tot het middenkader via een overplaatsing in een passende functie binnen de diensten van de Vlaamse overheid.

Op zijn verzoek kan de titularis van de graad van hoofdadviseur worden overgeplaatst in een betrekking van dezelfde graad binnen de diensten van de Vlaamse overheid.[83]