Gedaan met laden. U bevindt zich op: Deel III. De loopbaan Inhoudstafel Deel III. De loopbaan

Deel III. De loopbaan

Hoofdstuk 4. Overgangsbepalingen

Hoofdstuk 4 bevat Art. III 66. tot en met Art. III 109.

Art. III 66.

In afwijking van artikel I 2, 19°, en artikel III 6 kan de selector voor entiteiten, raden of instellingen die nog niet zijn aangesloten op de gemeenschappelijke dienstverlening van het Agentschap Overheidspersoneel tot 1 januari 2024 ook nog een ander professioneel orgaan zijn dan het Agentschap Overheidspersoneel.[83]

Art. III 67.

Selecties die plaatsvinden overeenkomstig een van de procedures vermeld in deel III die gepubliceerd werden vóór 1 juni 2024, worden voortgezet overeenkomstig de reglementering die van kracht was bij de aanvang van de procedures.[83]

Art. III 68.

Het personeelslid dat vóór 1 juni 2024 is toegelaten tot de statutaire proeftijd, maakt, na een positieve eindevaluatie, aanspraak op een statutaire benoeming, ongeacht de resterende looptijd van de statutaire proeftijd.[83]

Art. III 69.

In afwijking van artikel I 2, 19°, en artikel III 6 kan de selector voor een bevordering binnen het niveau voor entiteiten die nog niet zijn aangesloten op de gemeenschappelijke dienstverlening van het Agentschap Overheidspersoneel ook nog een ander professioneel orgaan zijn dan het Agentschap Overheidspersoneel.[83]

Art. III 70.

De preventieadviseur-coördinator en de preventieadviseur die vóór 1 juni 2024 zijn aangewezen in het mandaat of de tijdelijke aanstelling, behouden het mandaat of de tijdelijke aanstelling volgens de regeling die gold vóór 1 juni 2024.[83]

Art. III 71.

§1. Het contractuele personeelslid dat voor 1 juni 2024 een bijkomende of specifieke opdracht uitoefent, behoudt de verloningsregeling die verbonden was aan de bijkomende of specifieke opdracht.

§2. Een bijkomende of specifieke opdracht waarvan de selectieprocedure voor 1 juni 2024 werd gepubliceerd, wordt ingevuld en verloond overeenkomstig de regeling die gold op het moment van de publicatie.[83]

Art. III 72.

§1. Alleen de personen die in het bezit zijn van het getuigschrift voor luchthaveninspectie hebben toegang tot de graad van technicus of hoofdtechnicus, belast met de luchthaveninspectie bij de regionale luchthavens.

§2. Alleen de personen die in het bezit zijn van het getuigschrift voor luchthavenbeveiliging mogen de functie uitoefenen van technicus of hoofdtechnicus, belast met de luchthavenbeveiliging bij de regionale luchthavens.[83]

Art. III 73.

§1. Om het getuigschrift voor luchthaveninspectie te verkrijgen moet de kandidaat geslaagd zijn voor een examen, georganiseerd door het federale Bestuur van de Luchtvaart, als dat een wettelijke vereiste is, of, in het andere geval, voor een examen dat wordt georganiseerd en waarvan het programma wordt vastgesteld door de functionele minister.

§2. Om het getuigschrift voor luchthavenbeveiliging te verkrijgen moet de kandidaat slagen voor een examen georganiseerd door het Nationaal Opleidingscentrum Luchtvaartbeveiliging.[83]

Art. III 74.

Met behoud van de toepassing van de toegangsvereisten tot de graad van hoofdtechnicus moet de ambtenaar twee jaar ervaring hebben op een luchthaven om te kunnen worden benoemd tot hoofdtechnicus, belast met de luchthaveninspectie of met de luchthavenbeveiliging.[83]

Art. III 75.

Om te kunnen worden benoemd als adjunct van de directeur, belast met de luchthaveninspectie, moet de kandidaat voldoen aan de voorwaarden die de reglementering inzake de luchthavenexploitatie bepaalt voor de beheerder van een luchthaven.[83]

Art. III 76.

De bepalingen inzake de raad van beroep die golden vóór 1 juni 2019 blijven van toepassing op de statutaire proeftijden die zijn aangevat vóór 1 juni 2019.[83]

Art. III 77.

Contractuele selecties die aan de voorwaarden vermeld in deel III, hoofdstuk I, afdeling 3, voldoen, en die tussen 1 januari 2006 en 31 oktober 2014 op de website van de VDAB en/of op de website van Jobpunt Vlaanderen gepubliceerd werden, worden gelijkgesteld met een objectief wervingssysteem met algemene bekendmaking. Voor het contractuele personeelslid dat vóór zijn indiensttreding of overheveling geslaagd is voor een selectie bij een andere overheid geldt dat contractuele selecties die aan de voorwaarden, vermeld in deel III, hoofdstuk I, afdeling 3, voldoen, en die vanaf 1 januari 2006 op de website van Selor, de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten, de VDAB of Jobpunt Vlaanderen gepubliceerd werden, gelijkgesteld worden met een objectief wervingssysteem met algemene bekendmaking.[83]

Art. III 78.

De laureaten van een overgangsexamen putten uit het feit dat ze geslaagd zijn, gelijke aanspraken voor bevordering bij een entiteit, raad of instelling, ongeacht de dienst of instelling waarvoor het examen oorspronkelijk georganiseerd werd.[83]

Art. III 79.

Het personeelslid dat in dienst is op 31 mei 2024 behoudt de anciënniteiten en functionele loopbaan die voortvloeien uit het statuut dat op hem van toepassing was vóór 1 juni 2024.[83]

Art. III 80.

Een ambtenaar die op 1 oktober 2002 van het ministerie van Middenstand en Landbouw naar het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd overgeheveld en die geslaagd is voor een vergelijkend examen naar de graad van directiesecretaris of opsteller, behoudt zijn rechten op benoeming in de graad van deskundige of medewerker.

Een ambtenaar die op 1 oktober 2002 van het ministerie van Middenstand en Landbouw naar het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd overgeheveld en die geslaagd is voor de eerste twee gedeelten van het vergelijkend overgangsexamen naar niveau A dat werd beëindigd of lopend was op de datum van de overheveling, behoudt zijn rechten op benoeming in de graad van adjunct van de directeur.[83]

Art. III 81.

Voor het personeelslid dat belast is met de luchthaveninspectie en die in 1997 de door de afdeling Personenvervoer en Luchthavens georganiseerde cursus over luchthaveninspectie heeft gevolgd, wordt het volgen van die cursus gelijkgesteld met het bezit van het getuigschrift, vermeld in artikel III 63, §1.

Het personeelslid dat belast is met de luchthavenbeveiliging en nog niet beschikt over het getuigschrift, vermeld in artikel III 63, §2, moet voldoen aan de opleidingsvoorwaarden die opgelegd worden door het Directoraat-Generaal van de Luchtvaart.[83]

Art. III 82.

Voor een contractueel personeelslid, bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap dat in dienst trad op 1 januari 1999, na contractuele prestaties tot en met 31 december 1998 bij de Intercommunale Maatschappij van de Linker Scheldeoever, worden de prestaties die het tot en met die laatst vermelde datum zonder onderbreking bij die maatschappij heeft verricht, mee in aanmerking genomen voor de vaststelling van de anciënniteit in het kader van het ontslagrecht.[83]

Art. III 83.

De lijnmanager van de entiteit, raad of instelling kan na advies van het managementorgaan van de entiteit, raad of instelling aan een ambtenaar van rang A1 die vóór 1 januari 2006 benoemd was bij een Vlaamse wetenschappelijke instelling en die vier jaar werkelijke prestaties in de salarisschaal A 113 telt, op basis van zijn functioneringsevaluatie de salarisschaal A 119 toekennen.[83]

Art. III 84.

De lijnmanager van de entiteit, raad of instelling kan na advies van het managementorgaan van de entiteit, raad of instelling aan de ambtenaar van rang A2 die vóór 1 januari 2006 benoemd was bij een Vlaamse wetenschappelijke instelling en vier jaar werkelijke prestaties in de salarisschaal A 212 telt, op basis van zijn functioneringsevaluatie de salarisschaal A 213 toekennen.

Het managementorgaan van de entiteit, raad of instelling wordt voor de toepassing van dit artikel uitgebreid met minimaal twee toonaangevende wetenschappers van het vakgebied in kwestie, die meebeslissen.[83]

Art. III 85.

De ambtenaar kan de bevordering maar eenmaal weigeren in geval van een bevordering na een overgangsexamen of vergelijkende competentieproef waarvan het proces-verbaal werd afgesloten vóór 1 oktober 2004.[83]

Art. III 86.

In afwijking van artikel VIIbis 16, §1, 1°, verkrijgt de adviseur die vóór 1 januari 2008 werd benoemd en die bezoldigd wordt in salarisschaal A251, na tien jaar schaalanciënniteit de schaal A252.

Deze overgangsregeling blijft gelden voor de directeur die een graadverandering bekomt vanuit de graad van adviseur en die in die laatste graad werd aangesteld vóór 1 januari 2008.[83]

Art. III 87.

In afwijking van VIIbis 16, §1, heeft de ambtenaar van rang A1 met de graad van bedrijfsadviseur, pedagogisch adviseur of kunstadviseur die op 1 januari 2009 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen naar het Agentschap voor Ondernemen volgende functionele loopbaan:
1° van de eerste naar de tweede salarisschaal na drie jaar van A111 naar A112;
2° van de tweede naar de derde salarisschaal na negen jaar van A112 naar A120;
3° van de derde naar de vierde salarisschaal na negen jaar van A120 naar A114.[83]

Art. III 88.

In artikel III 90 en III 93 wordt onder de woorden “de van de Federale Overheidsdienst Financiën overgehevelde ambtenaar” en de woorden “het van de Federale Overheidsdienst Financiën overgeheveld personeelslid” verstaan: de op 16 november 2010, 1 december 2010 of 1 januari 2011 van de Federale Overheidsdienst Financiën overgehevelde ambtenaren of personeelsleden.[83]

Art. III 89.

§1. De van de Federale Overheidsdienst Financiën en de Nationale Plantentuin van België overgehevelde ambtenaar die geslaagd is voor een overgangsexamen naar het hogere niveau bij de federale overheid, behoudt het voordeel van het slagen voor het overgangsexamen naar het hogere niveau bij de diensten van de Vlaamse overheid.

§2. De van de Federale Overheidsdienst Financiën overgehevelde ambtenaar van niveau B die geslaagd is voor een bekwaamheidsproef die toegang geeft tot de klasse A2 bij de federale overheid, behoudt het voordeel van het slagen voor het overgangsexamen naar niveau A bij de diensten van de Vlaamse overheid.

§3. Het van de Federale Overheidsdienst Financiën overgeheveld personeelslid dat:
1° vóór de overheveling ingeschreven is voor de deelname aan of geslaagd is voor een of meer onderdelen van een overgangsexamen of bekwaamheidsproef bij de federale overheid, kan na de overheveling nog eenmaal (verder) deelnemen aan de eerstvolgende door de federale overheid georganiseerde onderdelen van het overgangsexamen of de bekwaamheidsproef;
2° vóór de overheveling ingeschreven is voor de deelname aan een competentiemeting of gecertificeerde opleiding bij de federale overheid, kan na de overheveling deelnemen aan de eerstvolgende door de federale overheid georganiseerde competentiemeting of gecertificeerde opleiding en kan daarvoor eenmaal herkansen als hij niet geslaagd is;
3° vóór de overheveling niet geslaagd is voor de door de federale overheid georganiseerde competentiemeting of gecertificeerde opleiding, kan zich na de overheveling nog eenmaal inschrijven voor deelname aan de eerstvolgende door de federale overheid georganiseerde competentiemeting of gecertificeerde opleiding.

§4. Het personeelslid overgeheveld van de Nationale Plantentuin van België dat:
1° vóór de overheveling ingeschreven was voor de deelname aan of geslaagd was voor een of meer onderdelen van een overgangsexamen bij de federale overheid, kan na de overheveling nog eenmaal (verder) deelnemen aan de eerstvolgende onderdelen van het overgangsexamen die door de federale overheid georganiseerd worden;
2° vóór de overheveling ingeschreven was voor de deelname aan een competentiemeting of gecertificeerde opleiding bij de federale overheid, kan na de overheveling deelnemen aan de eerstvolgende competentiemeting of gecertificeerde opleiding die door de federale overheid georganiseerd wordt.[83]

Art. III 90.

§1. De vanaf 1 januari 2015 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid overgehevelde ambtenaar die geslaagd is voor een overgangsexamen naar het hogere niveau bij de federale overheid, behoudt het voordeel van het slagen voor het overgangsexamen naar het hogere niveau bij de diensten van de Vlaamse overheid.

§2. De vanaf 1 januari 2015 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid overgehevelde ambtenaar van niveau B die geslaagd is voor een bekwaamheidsproef die toegang geeft tot de klasse A2 bij de federale overheid, behoudt het voordeel van het slagen voor het overgangsexamen naar niveau A bij de diensten van de Vlaamse overheid.

§3. Het vanaf 1 januari 2015 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid overgehevelde personeelslid dat:
1° vóór de overheveling ingeschreven was voor de deelname aan of geslaagd was voor een of meer onderdelen van een overgangsexamen bij de federale overheid, kan na de overheveling nog eenmaal deelnemen aan de eerstvolgende onderdelen van het overgangsexamen die door de federale overheid georganiseerd worden;
2° vóór de overheveling ingeschreven was voor de deelname aan een competentiemeting of gecertificeerde opleiding bij de federale overheid, kan na de overheveling deelnemen aan de eerstvolgende competentiemeting of gecertificeerde opleiding die door de federale overheid georganiseerd wordt.[83]

Art. III 91.

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is en die geslaagd is voor een overgangsexamen naar het hogere niveau bij de provinciale overheid, behoudt het voordeel van het slagen voor het overgangsexamen naar het hogere niveau bij de diensten van de Vlaamse overheid. De ambtenaar die vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is en die vóór de overheveling ingeschreven was voor de deelname aan of geslaagd was voor een of meer onderdelen van een overgangsexamen bij de provinciale overheid, kan na de overheveling nog één keer deelnemen aan de eerstvolgende onderdelen van het overgangsexamen die de provinciale overheid organiseert.[83]

Art. III 92.

§1. De van de Federale Overheidsdienst Financiën en de Nationale Plantentuin van België overgehevelde ambtenaar die bij de diensten van de Vlaamse overheid wordt ingeschaald in een graad waaraan een functionele loopbaan verbonden is, heeft in de salarisschaal die verbonden is aan die graad, een schaalanciënniteit gelijk aan:
1° een derde van zijn graadanciënniteit in zijn oude graad of in de oude graden die op dezelfde trap van dezelfde functionele loopbaan ingeschakeld worden, voor de graadanciënniteit tussen nul en twaalf jaar;
2° twee derde van zijn graadanciënniteit, berekend overeenkomstig 1°, voor de graadanciënniteit boven de twaalf jaar.

Het resultaat van die berekening wordt uitgedrukt in volledige maanden.

§2. In afwijking van paragraaf 1 krijgt de ambtenaar die op de datum van overheveling geslaagd is voor een competentiemeting of een gecertificeerde opleiding, voor de periode vanaf de datum van inschrijving voor die meting of opleiding een schaalanciënniteit die gelijk is aan de graadanciënniteit in zijn oude graad of oude graden die op dezelfde trap van dezelfde functionele loopbaan ingeschakeld worden. Voor de periode vóór de inschrijving voor die meting of opleiding wordt de schaalanciënniteit berekend overeenkomstig paragraaf 1.

§3. Als voor de inschakeling in de functionele loopbaan naast de oude graad ook de oude salarisschaal bepalend is, is in afwijking van paragraaf 1 en voor de toepassing van paragraaf 2 en 4, de graadanciënniteit gelijk aan de periode van toekenning van die salarisschalen.

§4. Voor de ambtenaar die in de beginsalarisschaal van de functionele loopbaan wordt ingeschaald, is in afwijking van paragraaf 1 de schaalanciënniteit gelijk aan de graadanciënniteit zoals vermeld in paragraaf 3.

§5. Het resultaat van de berekening kan een kleiner of een groter aantal jaren schaalanciënniteit opleveren dan vereist is voor de overgang naar de volgende salarisschaal in de functionele loopbaan. Het eventuele restsaldo aan schaalanciënniteit gaat verloren zodat de ambtenaar in de nieuwe schaal start met nul jaar schaalanciënniteit.[83]

Art. III 93.

§1. De ambtenaar die vanaf 1 januari 2015 overgeheveld is in het kader van een staatshervorming van de federale overheid en die bij de diensten van de Vlaamse overheid wordt ingeschaald in een graad waaraan een functionele loopbaan verbonden is, heeft in de salarisschaal die verbonden is aan die graad, een schaalanciënniteit die gelijk is aan:
1° een derde van de anciënniteit die hij verworven heeft in zijn federale schaal op de datum van de overheveling of in de oude schalen die op dezelfde trap van dezelfde functionele loopbaan ingeschakeld worden, voor de anciënniteit tussen nul en twaalf jaar;
2° twee derde van de anciënniteit in zijn federale schaal die hij had op de datum van de overheveling, berekend overeenkomstig 1°, voor de anciënniteit boven de twaalf jaar. Het resultaat van die berekening, vermeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in volledige maanden.

§2. In afwijking van paragraaf 1 krijgt de ambtenaar die op de datum van overheveling geslaagd is voor een competentiemeting of een gecertificeerde opleiding, voor de periode vanaf de datum van de inschrijving voor die meting of opleiding een schaalanciënniteit die gelijk is aan de anciënniteit in zijn oude schaal die hij had op de datum van de overheveling of in de oude schalen die op dezelfde trap van dezelfde functionele loopbaan ingeschakeld worden. Voor de periode vóór de inschrijving voor die meting of opleiding wordt de schaalanciënniteit berekend conform paragraaf 1.

§3. Voor de ambtenaar die in de beginsalarisschaal van de functionele loopbaan wordt ingeschaald, is in afwijking van paragraaf 1 de schaalanciënniteit gelijk aan de anciënniteit, vermeld in paragraaf 2.

§4. Het resultaat van de berekening, vermeld in paragraaf 1, 2 en 3, kan een kleiner of een groter aantal jaren schaalanciënniteit opleveren dan vereist is voor de overgang naar de volgende salarisschaal in de functionele loopbaan. Het restsaldo aan schaalanciënniteit vervalt.[83]

Art. III 94.

Het personeelslid dat vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is en dat bij de diensten van de Vlaamse overheid wordt ingeschaald in een graad waaraan een functionele loopbaan verbonden is, behoudt de schaalanciënniteit die het bij de provincie in de overeenkomstige schaal op de datum van de overheveling heeft opgebouwd, rekening houdende met de gecumuleerde schaalanciënniteit.[83]

Art. III 95.

De vastbenoemde gewestelijk ontvanger die overgedragen wordt van het Vlaams Gewest, wordt met ingang van 1 januari 2013 ambtshalve benoemd in de graad van adviseur, en heeft in de salarisschaal die verbonden is aan die graad een schaalanciënniteit die gelijk is aan:
1° een derde van zijn graadanciënniteit in zijn oude graad van gewestelijk ontvanger, voor de graadanciënniteit tussen nul en twaalf jaar;
2° twee derde van zijn graadanciënniteit in zijn oude graad van gewestelijk ontvanger voor de graadanciënniteit boven de twaalf jaar.

Het resultaat van die berekening wordt uitgedrukt in volledige maanden.[83]

Art. III 96.

§1. De preventieadviseur-coördinator die op 30 september 2013 aangewezen is in het mandaat van preventieadviseur-coördinator bij een IDPB behoudt de rang A2A.

§2. Een preventieadviseur die belast is met de leiding van de dienst neemt de leiding waar van de GDPB in afwachting van de aanwijzing van een preventieadviseur-coördinator bij de GDPB.[83]

Art. III 97.

De lijnmanager van het Agentschap Overheidspersoneel kan de preventieadviseur-coördinator of preventieadviseur van een entiteit, raad of instelling met een IDPB die aansluit bij de GDPB, overplaatsen naar de GDPB, na het akkoord van het Hoog Overlegcomité Vlaamse Gemeenschap-Vlaams Gewest.

Bij overplaatsing van de preventieadviseur-coördinator overeenkomstig het eerste lid wordt die aangesteld als preventieadviseur met behoud van de salarisschaal A 287.

Als geen overplaatsing plaatsvindt, wordt de aanwijzing van de preventieadviseur-coördinator of de aanstelling van de preventieadviseur beëindigd overeenkomstig de wettelijke bepalingen.[83]

Art. III 98.

De lijnmanager van het Agentschap Overheidspersoneel kan bij aansluiting van nieuwe leden bij de GDPB, die niet tot de diensten van de Vlaamse overheid behoren en voordien over een interne preventiedienst beschikten, met het akkoord van het Hoog Overlegcomité Vlaamse Gemeenschap-Vlaams Gewest, preventieadviseurs van deze interne preventiedienst in de werking van de GDPB inschakelen, onder de leiding van de preventieadviseur-coördinator van de GDPB.[83]

Art. III 99.

§1. Na de overheveling van de federale overheid naar de diensten van de Vlaamse overheid in het kader van een staatshervorming kan de ambtenaar die op datum van overheveling titularis is van de titel van attaché, adviseur of adviseur- generaal in klasse A2, A3 of A4 en die in het bezit is van een diploma dat bij aanwerving bij de Vlaamse overheid toegang geeft tot de graad van ingenieur, informaticus, arts of dierenarts, een graadverandering krijgen naar een andere graad met inschaling in een salarisschaal overeenkomstig de volgende tabel als de ambtenaar slaagt voor dezelfde proef of hetzelfde examen als de proef of het examen voor aanwerving of bevordering in die graad:

Federale schaal

Vlaamse schaal na graadverandering

Vlaamse graad na graadverandering

A21

A121

ingenieur, arts, informaticus of dierenarts

A22

A122

A23

A122 (A121 SH)

A31

A123

A32

A124

A33

A221

directeur-ingenieur, directeur-arts, directeur-informaticus, directeur-dierenarts, adviseur-ingenieur, adviseur-arts, adviseur-informaticus, of adviseur-dierenarts

A41

A222

In afwijking van het eerste lid moet de ambtenaar die bij de federale overheid geslaagd is voor een aanwervingsexamen waarvoor uitsluitend een of meer diploma’s vereist zijn zoals vermeld in het eerste lid, slagen voor een proef die minstens een interview voor een jury bevat.

Als de vacature via graadverandering vervuld wordt, kan de lijnmanager de oproep richten tot kandidaten van de entiteit, van het beleidsdomein in kwestie of van alle beleidsdomeinen.

§2. Bij de graadverandering, vermeld in paragraaf 1 behoudt de ambtenaar de verworven anciënniteiten en wordt hij ingeschaald in de salarisschaal die verbonden is aan de nieuwe graad met een schaalanciënniteit die berekend wordt conform artikel VI 150bis uitgaande van de datum waarop hij bij de federale overheid de titel van attaché, adviseur of adviseur-generaal in klasse A2, A3 of A4 verkreeg.[83]

Art. III 100.

Het personeelslid met de graad van IWT-adviseur behoudt bij zijn overdracht aan een andere entiteit de volgende functionele loopbaan:
In rang A2 – IWT-adviseur:
1° van de eerste naar de tweede salarisschaal na drie jaar van A201 naar A202;
2° van de tweede naar de derde salarisschaal na zes jaar van A202 naar A221;
3° van de derde naar de vierde salarisschaal na drie jaar van A221 naar A282.[83]

Art. III 101.

Langdurige verloven die vóór 31 januari 2017 toegekend werden aan de houder van een IT-mandaat van rang A2A of de houder van een mandaat van preventieadviseur-coördinator, blijven verder lopen tot aan de goedgekeurde einddatum.[83]

Art. III 102.

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2015 tot 31 december 2018 in het kader van een staatshervorming en de ambtenaar die vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en die respectievelijk conform artikel VIIbis 96 en artikel VIIbis 109 met ingang van de datum van de overheveling ambtshalve benoemd en ingeschaald is respectievelijk conform bijlage 14 en 17, die bij dit besluit zijn gevoegd, behoudt bij herplaatsing naar een graad van dezelfde rang zijn salarisschaal in overgangsregeling tot op het moment dat zijn organieke regeling voordeliger is.[83]

Art. III 103.

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2015 tot 31 december 2018 in het kader van een staatshervorming en de ambtenaar die vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en die respectievelijk conform artikel VIIbis 96 en artikel VIIbis 109 met ingang van de datum van de overheveling ambtshalve benoemd en ingeschaald is respectievelijk conform bijlage 14 en 17, die bij dit besluit zijn gevoegd, behoudt bij overplaatsing door horizontale mobiliteit naar een graad van dezelfde rang zijn salarisschaal in overgangsregeling tot op het moment dat zijn organieke regeling voordeliger is.

Het contractuele personeelslid dat vanaf 1 januari 2015 tot 31 december 2018 in het kader van een staatshervorming en het contractuele personeelslid dat vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en dat respectievelijk conform artikel VIIbis 96 en artikel VIIbis 109 met ingang van de datum van de overheveling tewerkgesteld is in de betrekking en bezoldigd in de salarisschaal respectievelijk conform bijlage 14 en 17, die bij dit besluit zijn gevoegd, behoudt bij overplaatsing door horizontale mobiliteit naar een contractuele functie met een salarisschaal van dezelfde rang zijn salarisschaal in overgangsregeling tot op het moment dat zijn organieke regeling voordeliger is.

Het contractuele personeelslid dat vanaf 1 januari 2015 tot 31 december 2018 in het kader van een staatshervorming en het contractuele personeelslid dat vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en dat respectievelijk conform artikel VIIbis 96 en artikel VII 109 met ingang van de datum van de overheveling tewerkgesteld is in de betrekking en bezoldigd in de salarisschaal respectievelijk conform bijlage 14 en 17, die bij dit besluit zijn gevoegd, behoudt bij overplaatsing door horizontale mobiliteit naar een statutaire functie met een overeenstemmende of gelijkwaardige inhoud van dezelfde rang zijn salarisschaal in overgangsregeling tot op het moment dat zijn organieke regeling voordeliger is.[83]

Art. III 104.

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid overgeheveld is en die bij de federale overheid geslaagd is voor een overgangsexamen naar het hogere niveau, behoudt het voordeel van het slagen voor het overgangsexamen naar het hogere niveau bij de diensten van de Vlaamse overheid.

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid overgeheveld is en die vóór de overheveling ingeschreven is voor de deelname aan of geslaagd is voor een of meer onderdelen van een overgangsexamen bij de federale overheid, kan na de overheveling nog één keer deelnemen aan de eerstvolgende onderdelen van het overgangsexamen die de federale overheid organiseert.

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid FAMIFED overgeheveld is en die op 1 januari 2019 nog niet geslaagd is voor het laatste functiespecifieke gedeelte van het overgangsexamen, is vrijgesteld van het slagen voor dat gedeelte van het overgangsexamen bij de federale overheid.[83]

Art. III 105.

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en die conform artikel VIIbis 117 met ingang van de datum van de overheveling ambtshalve benoemd en ingeschaald is conform bijlage 19 die bij dit besluit is gevoegd, behoudt bij herplaatsing naar een graad van dezelfde rang, zijn geldelijke regeling vermeld in artikel VIIbis 116 en VII 210, §2, als die voordeliger is.[83]

Art. III 106.

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en die conform artikel VIIbis 117 met ingang van de datum van de overheveling ambtshalve benoemd en ingeschaald is conform bijlage 19 die bij dit besluit is gevoegd, behoudt bij overplaatsing naar een graad van dezelfde rang, zijn geldelijke regeling, vermeld in artikel VIIbis 116, als die voordeliger is.

Het contractuele personeelslid dat vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en dat conform artikel VIIbis 117 met ingang van de datum van de overheveling tewerkgesteld is in de betrekking en bezoldigd in de salarisschaal conform bijlage 19, die bij dit besluit is gevoegd, behoudt bij overplaatsing naar een contractuele functie met een salarisschaal van dezelfde rang, zijn geldelijke regeling, vermeld in artikel VIIbis 116 en, VIIbis 117, §2, als die voordeliger is.

Het contractuele personeelslid dat vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en dat conform artikel VIIbis 117 met ingang van de datum van de overheveling tewerkgesteld is in de betrekking en bezoldigd in de salarisschaal conform bijlage 19, die bij dit besluit is gevoegd, behoudt bij overplaatsing naar een statutaire functie met een overeenstemmende of gelijkwaardige inhoud van dezelfde rang, zijn geldelijke regeling vermeld in artikel VIIbis 116 en, VIIbis 117, §2, als die voordeliger is.[83]

Art. III 107.

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid overgeheveld is en die bij de diensten van de Vlaamse overheid wordt ingeschaald in een graad waaraan een functionele loopbaan verbonden is, heeft in de salarisschaal die verbonden is aan die graad, op 1 januari 2019 een schaalanciënniteit die gelijk is aan de geldelijke anciënniteit die hij sinds 1 januari 2017 bij de federale overheid heeft opgebouwd.[83]

Art. III 108.

In afwijking van artikel VIIbis 16 behoudt de pedagogisch adviseur en de bedrijfsadviseur, die als gevolg van de ontbinding van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming – SYNTRA Vlaanderen is overgeplaatst, de functionele loopbaan in rang A1, die bestaat uit de salarisschalen A111, A112, A120 en A114. De tweede, derde en vierde salarisschaal worden bereikt na respectievelijk drie jaar, negen jaar en negen jaar schaalanciënniteit.[83]

Art. III 109.

Voor de ambtenaar die houder is van een IT-mandaat op datum van 31 juli 2021, blijft de regeling gelden die op hen van toepassing was op 31 juli 2021.[83]