CO2-emissiefactoren, calorische onderwaarden en soortelijke gewichten van fossiele brandstoffen en elektriciteit
Fossiele brandstoffen: standaard CO2-emissiefactoren, calorische onderwaarden en soortelijke gewichten
In de gezamenlijke VEKA-VMM nota (18 december 2024)(PDF bestand opent in nieuw venster) is een lijst van veel gebruikte fossiele brandstoffen en bijhorende standaard CO2-emissiefactoren, calorische onderwaarden en soortelijke gewichten opgenomen. De lijst heeft als doel éénduidige basisparameters aan te bieden waarmee de CO2-uitstoot van een organisatie of activiteit kan worden bepaald.
In een latere fase zullen waar mogelijk ook nog CO2-emissiefactoren, calorische onderwaarden en soortelijke gewichten toegevoegd worden voor transportbrandstoffen en biogene brandstoffen.
Elektriciteit: CO2-emissiefactor
Voor 1 kWh elektriciteit die in Vlaanderen wordt gebruikt of bespaard, kan de bepaling van de CO2-uitstoot die ermee gepaard ging of vermeden werd, op verschillende manieren worden bepaald, omdat deze afhankelijk is van assumpties omtrent hoe de elektriciteit werd geproduceerd. Elektriciteit wordt immers opgewekt in diverse installaties (nucleaire centrales, gascentrales, steenkoolcentrales, warmtekrachtkoppelingsinstallaties, waterkrachtcentrales, windturbines, biomassa-installaties, zonnepanelen, …).
Het aandeel van deze installaties varieert sterk doorheen de tijd.
- Op langere termijn heeft de evolutie van het productiepark een invloed op het aandeel van elk van de installaties
- Op korte termijn verschilt de productie naarmate het moment wanneer de elektriciteit wordt verbruikt (bv. winter versus zomer, dag versus nacht, enz.).
Bovendien kan niet steeds éénduidig bepaald worden welke installatie minder elektriciteit produceerde indien elektriciteit wordt bespaard, bv. indien men het effect wil berekenen van elektriciteitsbesparing.
Het VEKA krijgt regelmatig de vraag naar de CO2-e missiefactor van elektriciteit in Vlaanderen. Net omdat deze berekening verschillende invalshoeken heeft en er meerdere interpretaties mogelijk zijn, worden op deze pagina meerdere CO2-emissiefactoren opgegeven. Op deze manier kan diegene die een CO2-emissiefactor van elektriciteit in Vlaanderen wenst te gebruiken, zelf kiezen welke het meest geschikt is.
De hieronder vermelde CO2-emissiefactoren zijn van laag naar hoog opgenomen.
Merk op dat geen rekening gehouden werd met de uitstoot doorheen de levenscyclus van de energiedragers (ontginning, productie, transport/distributie) of productie-installaties (energiegebruik in constructiefase, gebruikte materialen, …). Algemeen gezien, is de uitstoot doorheen de levenscyclus van installaties die elektriciteit opwekker uit hernieuwbare energiebronnen ruwweg 10 keer kleiner dan deze van elektriciteitscentrales op fossiele brandstoffen (zie studie ‘Expert Talk: on the sustainability of Photovoltaic solar energy(opent in nieuw venster)’).
- Stap 1
Deze emissiefactor gaat er van uit dat een kWh elektriciteit op basis van hernieuwbare energiebronnen werd geproduceerd. Conventioneel is deze CO2-emissiefactor 0 g CO2/kWh.
- Stap 2
Deze emissiefactor deelt de CO2-uitstoot van de publieke installaties (exclusief warmtekrachtkoppeling) die in Vlaanderen elektriciteit opwekken (incl. de installaties op hernieuwbare energie en kerncentrales) door de elektriciteitsproductie door deze installaties.
2017 2018 2019 2020 2021 2022 gCO2/kWh 251 332 248 218 189 195 - Stap 3
Deze CO2-emissiefactor veronderstelt dat bij een besparing van 1 kWh, er 1 kWh minder moet worden geproduceerd in een stoom- en gascentrale (STEG). Dit is een vereenvoudigde, tijdsonafhankelijke benadering.
Vertrekkende vanuit een standaard rendement van 53% (huidige STEGs halen reeds hogere rendementen) en een standaard CO2-emissiefactor van aardgas van 56,1 tCO2/TJ, bedraagt deze CO2-emissiefactor 381 gCO2/kWh.
Berekeningswijze: 1 TJ aardgas (met uitstoot van 56,1 tCO2) levert (rendement van 53%) 0,53 TJ elektriciteit, of (in kWh uitgedrukt) 147.222 kWh. 56.100.000 gCO2 / 147.222 kWh = 381 gCO2/kWh.
- Stap 4
Deze CO2-emissiefactor deelt de CO2-uitstoot van alle klassieke thermische Vlaamse elektriciteitscentrales door de door deze installaties geproduceerde elektriciteit. Deze klassieke centrales kunnen beschouwd worden als “stuurbaar”, in de zin dat ze relatief snel méér of minder elektriciteit kunnen produceren naargelang de elektriciteitsvraag. In deze emissiefactor wordt daardoor geen rekening gehouden met variabel aanbod hernieuwbare energie (zon, wind en waterkracht), basislast kernenergie of (voornamelijk warmtegestuurde) warmtekrachtkoppeling.
Merk op dat deze CO2-emissiefactor in Vlaanderen veel hoger is dan de CO2-emissiefactor van een STEG-centrale. Dit komt voornamelijk doordat het aandeel van elektriciteitsproductie op basis van siderurgische gassen in Vlaanderen (gekenmerkt door een hoge CO2-intensiteit en een laag rendement) relatief hoog is.
2017 2018 2019 2020 2021 2022 gCO2/kWh 741 740 762 661 772 747