Voor een ‘lidmaatschap van een volksvertegenwoordiging of bestuursorgaan’ wordt in de standaardtaal in het hele taalgebied het woord zetel gebruikt. In de standaardtaal in België komt ook het verkleinwoord zitje in die betekenis voor. Zitje is informeel taalgebruik.
- Hoeveel zetels heeft de grootste partij nu in het parlement?
- De nieuwe partij veroverde meteen enkele zitjes in het parlement.
In de betekenis ‘kinderstoeltje op de fiets of in de auto’ is zitje standaardtaal in het hele taalgebied.
- We hebben een groter zitje nodig voor onze kleuter.
- Ze heeft twee kinderzitjes op haar fiets: eentje aan het stuur en eentje op de bagagedrager.