We schrijven waarin aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Een voornaamwoordelijk bijwoord is een combinatie van een van de bijwoorden van plaats er, hier, daar, waar, ergens, nergens en overal, en een of meer voorzetselbijwoorden, bijvoorbeeld af, aan, achter, door, heen, in, mee, op, toe, uit, van, voor.
In vraagzinnen met waarin als eerste zinsdeel kunt u het voornaamwoordelijk bijwoord waarin herkennen aan het feit dat u het kunt vervangen door in wat of in wie.
- Waarin geloof jij? (= in wat geloof jij?)
In andere zinnen weet u dat het om het voornaamwoordelijk bijwoord waarin gaat, als u van het gedeelte dat met waarin begint, een aparte zin met daarin kunt maken. In die zin kan daarin worden vervangen door in + het naamwoord waar het op slaat.
- Overheden mogen films waarin gerookt wordt, niet subsidiëren. (mogelijk is: daarin / in die films wordt gerookt)
- Is de houding waarin je wakker wordt afhankelijk van hoe je lag toen je in slaap viel? (mogelijk is: daarin / in die houding word je wakker)
In andere gevallen schrijven we waar in in twee woorden. Waar en in zijn dan woorden die tot een verschillend zinsdeel behoren.
- Het is feest in Hasselt, waar in de Ethias Arena het Schlagerfestival plaatsvindt. (in hoort bij de Ethias Arena)
- De stad Deinze wil een muur beschermen waar in WO I onschuldige burgers werden geëxecuteerd. (in hoort bij WO I)
De delen van het voornaamwoordelijk bijwoord waarin zijn ook van elkaar gescheiden als er tussen waar en in andere zinsdelen staan. Vaak is zowel de volgorde met de gesplitste vorm als die met de ongesplitste vorm mogelijk.
- Waar geloof jij in / waarin geloof jij?
- Is de houding waar je wakker in wordt / waarin je wakker wordt afhankelijk van hoe je lag toen je in slaap viel?