We schrijven waarbij aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Een voornaamwoordelijk bijwoord is een combinatie van een van de bijwoorden van plaats er, hier, daar, waar, ergens, nergens en overal, en een of meer voorzetselbijwoorden, bijvoorbeeld af, aan, achter, door, heen, in, mee, op, toe, uit, van, voor.
In vraagzinnen met waarbij als eerste zinsdeel kunt u het voornaamwoordelijk bijwoord waarbij herkennen aan het feit dat u het kunt vervangen door bij wat of bij wie.
- Waarbij kan een loopbaanadviseur je helpen? (= bij wat kan een loopbaanadviseur je helpen?)
In andere zinnen weet u dat het om het voornaamwoordelijk bijwoord waarbij gaat, als u van het gedeelte dat met waarbij begint, een aparte zin met daarbij kunt maken. In die zin kan daarbij worden vervangen door bij + het naamwoord waar het op slaat.
- Er volgde een huiszoeking waarbij nog eens zeshonderd gram marihuana werd gevonden. (mogelijk is: daarbij / bij die huiszoeking werd nog eens zeshonderd gram marihuana gevonden)
- Ken jij een dieet waarbij je alles mag eten wat je wilt? (mogelijk is: daarbij / bij dat dieet mag je alles eten wat je wilt)
In andere gevallen schrijven we waar bij in twee woorden. Waar en bij zijn dan woorden die tot een verschillend zinsdeel behoren.
- In Pisco, waar bij een aardbeving honderden mensen omkwamen, brachten vele inwoners de nacht in de openlucht door. (bij hoort bij een aardbeving)
- Iedereen wist waar bij ons het schoentje knelde. (bij hoort bij ons)
De delen van het voornaamwoordelijk bijwoord waarbij zijn ook van elkaar gescheiden als er tussen waar en bij andere zinsdelen staan. Vaak is zowel de volgorde met de gesplitste vorm als die met de ongesplitste vorm mogelijk.
- Waar kan een loopbaanadviseur je bij / waarbij kan een loopbaanadviseur je helpen?
- Ken jij een dieet waar je alles bij / waarbij je alles mag eten wat je wilt?