De punt is het leesteken dat we gebruiken om een zin af te sluiten. De punt wordt ook in andere contexten gebruikt, bijvoorbeeld bij afkortingen en getallen in cijfers.

• Ik ben gisteren naar de infosessie geweest. De directeur gaf toelichting bij de nieuwe maatregelen.
• Op het forum verschijnen vragen over gehoorverlies, communicatie, tolken enz.
• U kunt uw stem t.e.m. 17 juni uitbrengen.
• Ze hebben een huis gekocht voor 210.000 euro.
• Om 16.30 uur moet ik vertrekken.

Met een puntkomma combineren we twee zinnen tot één langere zin. De puntkomma houdt het midden tussen de komma en de punt. Net als de punt sluit de puntkomma een zin af, maar tegelijkertijd maakt ze duidelijk dat er een nauwe band is met de volgende zin.

• De directeur gaf toelichting bij de nieuwe maatregelen; het personeel kon vragen stellen.

De komma wordt niet gebruikt om een zin af te sluiten, maar om de structuur binnen een zin te verduidelijken.

• Ik ben gisteren naar de infosessie geweest, jij niet.
• Toen ik gisteren naar de infosessie ging, kwam ik Hind tegen.