Parking is standaardtaal in België in de betekenis ‘plaats waar auto’s geparkeerd mogen worden’. Standaardtaal in het hele taalgebied zijn onder meer parkeerterrein, parkeerruimte en parkeergarage.

• Om te carpoolen kunnen we afspreken op de parking / het parkeerterrein bij de snelweg.
• Ik zet mijn auto niet graag in een ondergrondse parking / parkeergarage.
• Bij het ziekenhuis is er een ruime parking / parkeerruimte voor bezoekers.

In de betekenissen ‘parkeergelegenheid’ en ‘één parkeerplaats’ is het woord parking geen standaardtaal.

• In het centrum van de stad is er niet zo veel parkeergelegenheid.
• Bij het appartement dat te koop staat, hoort ook een parkeerplaats.

In Nederland komt het woord parking voornamelijk voor in eigennamen, zoals Parking Amsterdam Centraal.