Noemen betekent ‘een naam geven’; heten betekent ‘als naam hebben, genoemd worden’. Noemen in de betekenis van heten is geen standaardtaal.
- Hoe heet ze? Ze heet Charlotte.
- Ze hebben hun dochtertje Charlotte genoemd.
- Iedereen noemt haar Lotje.
- Eigenlijk heet hij Nicolaas, maar je mag hem noemen zoals je wilt: Nicolaas, Nico of Klaas.