Het woord lot is standaardtaal in België in de betekenissen ‘bouwperceel’ en ‘partij goederen’. Standaardtaal in het hele taalgebied zijn perceel en partij.
- De nieuwe verkaveling bestaat uit twintig loten / percelen.
- Door problemen met de productie wordt het recentste lot / de recentste partij chocolade-eieren teruggeroepen.
Lot is standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis ‘gedeelte van een partij goederen die bijvoorbeeld tijdens een veiling wordt verkocht’.
- Ik heb tijdens een veiling een mooi lot bierglazen op de kop kunnen tikken.