Weeral* is geen standaardtaal. Correct zijn, afhankelijk van de context, alweer, weer en opnieuw.
- Zij is daar alweer / weer / opnieuw met nieuwe vragen.
- Hij komt alweer / weer / opnieuw te laat.
- Hij is alweer / weer bezig met een nieuw boek.
- Hoe heet die bekende fotograaf ook alweer / weer?