Gedaan met laden. U bevindt zich op: uitwijden / uitweiden Taaladviezen

uitwijden / uitweiden

Uitweiden (over iets) betekent tegenwoordig ‘breedvoerig spreken (over iets)', ook wel met de gedachte dat van het onderwerp wordt afgedwaald. De oorspronkelijke betekenis van uitweiden was ‘buiten de wei grazen'.

  • Herwig kan uren uitweiden over tannines in bewaarwijnen.

Uitwijden is een veel minder gebruikelijk werkwoord; het betekent ‘wijder worden, wijder maken'.

  • Na haar zwangerschap moest ze haar broeken laten uitwijden.