Zowel al lang als allang is een correcte spelling als de combinatie een tijdsaspect uitdrukt. De spelling hangt samen met de uitspraak.
Bij de spelling al lang zijn beide woorden beklemtoond. Er is dan een zekere pauze mogelijk tussen beide woorden. Al lang betekent ‘reeds lang, al een lange tijd'. In die betekenis is ook al langer of al langere tijd mogelijk.
- De burgemeester had het probleem al lang kunnen zien aankomen.
- Ik wist niet dat dat al lang in orde was.
- Het was al lang bekend dat hij bij de zaak betrokken was.
- Ik woon hier al lang.
In het woord allang ligt de hoofdklemtoon op lang. Allang drukt meestal een subjectievere, minder neutrale aanduiding van de tijd uit. De betekenis kan omschreven worden als ‘al wel (erg) lang, al wel (veel) langer'.
- De burgemeester had het probleem allang kunnen zien aankomen.
- Dat had allang in orde moeten zijn.
- Het was toch allang bekend dat hij bij de zaak betrokken was.
- Het heeft allang geen zin meer.
Allang wordt soms ook gebruikt zonder dat er een tijdsaspect speelt, in de betekenis ‘echt wel, heus, maar al te goed'. In die betekenis is de spelling al lang niet correct.
- Ik begrijp allang wat je bedoelt.
- Ik ben allang blij dat je aanwezig kunt zijn.
- Ze beseften allang wat er zou gebeuren.